Dreipunkt-Hubwerk; Bedienelemente Der Anbauvorrichtung - Iseki TM3160 Notice D'emploi

ABB. 49: & 50: Heckzapfwelle und mittlere Zapfwelle werden
mit dem Zapfwellenschalter (1) gesteuert.
Der Wahlhebel für die Heckzapfwelle (2) kuppelt den
Zapfwellenantrieb innerhalb des Getriebegehäuses ein.
Wahl der Zapfwelle –
Heckzapfwelle darauf, dass sich der Zapfwellenschalter in
„OFF"-Position befindet und bringen Sie den Wahlhebel für die
Heckzapfwelle (2) nach oben in die Position „ M" (540 U/Min),
um die Zahnräder zum Eingriff zu bringen (4).
Achten Sie beim Zuschalten der mittleren Zapfwelle darauf,
dass sich der Zapfwellenschalter in „OFF"-Position bef
und bringen Sie den Wahlhebel für die mittlere Zapfwelle (3)
nach v orne in die Position „
Zahnräder zum Eingriff zu bringen (6).
Achten Sie bei der Verwendung beider Zapfwellen darauf, dass
sich der Zapfwellenschalter in „OFF"-Position bef
bringen Sie beide Wahlhebel in die Position zum Einkuppeln.
Einkuppeln der Zapfwelle – Der Zapfwellenschalter (1) muss
zunächst gedrückt und dann im Uhrzeigersinn gedreht werden,
um die hydraulische Kupplung (5) zu aktivieren.
Auskuppeln der Zapfwelle – Der Zapfwellenschalter (1) muss
gedrückt werden, um die hydraulische Kupplung (5) zu lösen.
Bringen Sie den Zapfwellenschalter IMMER in „OFF"-
Position, bevor Sie den Wahlhebel der Zapfwelle betätigen (2
oder 3).

DREIPUNKT-HUBWERK

Das Dreipunkt-Hubwerk verbindet Traktor und Anbaugerät zu
einer Arbeitseinheit. Die Position und das
Anbaugeräts werden h ydraulisch gesteuert. Zusätzlich dazu
üben Gewicht und Ladung des Anbaugeräts einen Druck auf
die Hinterräder des Traktors aus, so dass die Traktion verbessert
wird.

Bedienelemente der Anbauvorrichtung

ABB. 51: Der Steuerkasten rechts neben dem Fahrersitz steuert
das System mit folgenden Funktionen:
Positionswahlhebel – Hält die Höhe der Anbauvorrichtung in
Bezug auf den Traktor konstant. Wird der Positionsw ahlhebel
(1) nach hinten be wegt, dann werden Anbauvorrichtung (und
Anbaugerät) angehoben. Ein
senkt die Anbauvorrichtung ab . Jede Stellung des Hebels
bewirkt eine bestimmte Position v on Anbauvorrichtung und
–gerät.
ABB. 52: Der Griff für die Absenkgeschwindigkeit (2) steuert
die Geschwindigk eit, in der das Hydrauliköl ausfließt und
regelt so die Absenkgeschwindigkeit v on Anbauvorrichtung
und -gerät. Ein Drehen des Grif fs im Uhrzeigersinn senkt die
Absenkgeschwindigkeit,
Uhrzeigersinn steigert sie. Wird der Griff bis zum Einrasten im
Uhrzeigersinn gedreht, wird das Anbaugerät in gehobener
Position festgestellt.
Achten Sie beim Zuschalten der
M" (2.000 U/Min),
Anheben des
Vorwärtsschieben des Hebels
ein Drehen entge gen dem
FIG. 49 en 50: De achteraftakas en de middenaftakas worden
geregeld door de PTO-bedieningsschakelaar (1).
De keuzehendel voor de achteraftakas (2) w ordt gebruikt om
de achteraftakas in de transmissiekast in te schak elen.
Hoe selecteert u een PT O? Als u de achteraftakas gebruikt,
plaatst u de PT O-schakelaar in de OFF-stand en trekt u de
keuzehendel van de achteraftakas (2) omhoog in de M-stand
(540 rpm) om de tandwielgroep (4) in te schak elen.
Als u de middenaftakas gebruikt, plaatst u de PTO-schakelaar
in de OFF-stand en duwt u de k
indet
middenaftakas (3) naar voor in de M-stand (2000 rpm) om de
tandwielgroep (6) in te schakelen.
um die
Als u beide aftakassen gebruikt, plaatst u de PT O-schakelaar
in de OFF-stand en plaatst u beide hendels in de
ingeschakelde standen.
indet und
Hoe schakelt u de aftakas in? Druk de PT O-schakelaar (1) in
en draai hem naar rechts om de hydraulische koppeling (5) in
werking te stellen en de aandrijving te v oltooien.
Hoe schakelt u de aftakas uit? Druk op de PTO-schakelaar (1)
om de hydraulische koppeling (5) te ontkoppelen.
Plaats de PTO-schakelaar ALTIJD in de OFF-stand voor u de
PTO-keuzehendel (2 of 3) beweegt.
DRIEPUNTSHEFINRICHTING
De driepuntshefinrichting maakt het mogelijk de tractor en de
werktuigen samen te gebruik
positieregeling en het hef fen v an de werktuigen gebeuren
hydraulisch. Bovendien oefent het gewicht van de werktuigen
en de lading een neerw aartse druk uit op de achterwielen
waardoor de tractie toeneemt.
Positieregeling voor de driepuntshefinrichting
FIG. 51: De bedieningsor ganen aan de rechterkant v an de
bestuurderszetel re gelen de v olgende functies v an de
driepuntshefinrichting:
Positieregeling – Deze hendel houdt de stand v
driepuntshefinrichting ten opzichte v an de tractor op een
constante hoogte. Als u de hendel v oor de positieregeling (1)
naar achter plaatst g aat de hef inrichting (en het werktuig)
omhoog. Als u de hendel v
hefinrichting zakken tot de ge wenste hoogte. Elk e stand v an
de hendel k omt o vereen met een specif ieke stand v an de
hefinrichting (en het werktuig).
FIG. 52: Regelknop v oor de daalsnelheid (2) - Deze knop
regelt de doorstroming v an de h ydraulische olie w aardoor u
de daalsnelheid v an de hef inrichting en de werktuigen kan
instellen. Draai de knop naar rechts om de snelheid te
verminderen, naar links om de snelheid te v erhogen. Als u de
knop helemaal naar rechts v astdraait, worden de werktuigen
in de opgeheven stand vastgezet.
UTILISATION - BETRIEB - GEBRUIK
euzehendel v an de
en als een machine. De
ooruit schuift,
an de
laat u de
99