Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
DIFFERENTIALSPERRE
Hydrostatisches Getriebe
ABB. 41: Wenn der Dif ferentialsperrhebel (2) nach unten zeigt,
sind beide Hinterachsen zusammen v
beiden Hinterrädern eine gleichmäßige
besonders wichtig, wenn Sie auf losem oder rutschigem Boden
arbeiten.
HINWEIS:
Gelegentlich kann das Dif
aufgrund von unter schiedlichen Drehmomenten der
Hinterräder blockieren. Tippen Sie in diesem Fall die
Bremspedale bei langsamer F ahrtgeschwindigkeit
leicht an, um die Pedale zu lösen.
ACHTUNG: Verwenden Sie die Differentialsperre
NICHT auf hartem Untergrund oder während des
Transports. KEINESFALLS die Differentialsperre
einrücken, solange die Hinterräder drehen, da
sonst schwerste Schäden drohen.
WICHTIG: Lösen Sie das HST-Steuerpedal und stoppen Sie den
Traktor, bevor Sie die Differentialsperre betätigen.
ACHTUNG: Bei eingerückter Differentialsperre ist
die
Lenkbarkeit
beeinträchtigt. Lösen Sie die Sperre, bevor Sie
wenden. Wenden Sie die Differentialsperre nicht
während des Transports an.
ALLRADANTRIEB
Hydrostatisches Getriebe
ABB. 42: Modelle mit Allradantrieb haben eine mechanisch
angetriebene Frontachse. Das Zu- oder
Frontachsenantriebs erfolgt über den Hebel (1). Zeigt der Hebel
nach oben, ist die Frontachse (4WD) abgeschaltet. Zeigt der Hebel
nach unten, ist die Frontachse zugeschaltet und die Motorleistun g
wird sowohl auf die Front- als auch auf die Hinterachse übertra gen.
WICHTIG: Lösen Sie das HST-Steuerpedal und stoppen Sie den
Traktor, bevor Sie den
abschalten. Verwenden Sie den 4WD nic
hartem Unter grund. Ein übermäßig er Einsatz des
4WD auf hartem Unter grund kann zur sc hnellen
Abnutzung der Vorderreifen und möglic herweise zu
Schäden des Triebstrangs führen.
ABB. 43: Ist die
Vorderachse zugeschaltet,
Fahrtgeschwindigkeit der Vorderreifen von der der Hinterreifen ab.
Auf diese Weise wird die Lenkung bei eingeschaltetem
Antrieb erleichtert. Deshalb muss die Frontachse abgeschaltet
werden, wenn der Traktor transportiert wird oder auf hartem,
trockenem Untergrund eingesetzt wird. Eine Nichtbeachtung führt
zu rascher Abnutzung der Frontreifen und einer möglichen
Beschädigung des Triebstrangs.
WICHTIG: Schalten Sie die Frontachse immer aus, wenn Sie auf
TROCKENEN ODER HARTEN Oberfläc hen mit
minimalem Sc hlupf arbeiten. Im F
Austauschs immer identische Ersatzteile installieren,
um so das Gleic
erriegelt und bieten mit
Antriebskraft. Dies ist
ferenzialsperrpedal
des
Traktors
erheblich
Abschalten des
Allradantrieb zu- oder
ht auf
weicht die
Allrad-
alle eines
hgewicht zwisc hen F ront-
UTILISATION - BETRIEB - GEBRUIK
DIFFERENTIEELVERGRENDELING
Hydrostatische versnellingsbak
FIG. 41: Als de hendel v oor de dif ferentieelvergrendeling (2)
omlaag staat, zijn beide achterassen samen v ergrendeld om beide
achterwielen een gelijkmatige trekkracht te laten uitoefenen. Dit is
vooral belangrijk als u op een losse of gladde onder grond werkt.
NOOT: Het kan g ebeuren dat het pedaal voor de dif
rentieelvergrendeling ingeschakeld blijft door het ver schil
in krachten op de achterwielen. Om het pedaal in dat geval
los te maken, tikt u met de voet de rempedalen afwisselend
aan terwijl de tr
actor met een zeer la
verderrijdt.
OPGELET:
GEBRUIK
grendeling NOOIT op een harde ondergrond of als
u de tractor vervoert. SCHAKEL de diffe-
rentieelvergrendeling NIET in als het achterwiel (of
de achterwielen) draaien. Dit kan ernstige schade
veroorzaken.
BELANGRIJK: Laat het HST -bedieningspedaal los en br eng de
tractor tot stilstand voor aleer u de dif ferentieel-
vergrendeling inschakelt.
OPGELET: Als de differentieelvergrendeling
ingeschakeld is, zijn de stuurbewegingen van de
tractor sterk beperkt. Schakel de differentieel-
vergrendeling uit voor u een bocht neemt. Gebruik
de differentieelvergrendeling niet bij vervoer.
VIERWIELAANDRIJVING
Hydrostatische versnellingsbak
FIG. 42: Modellen met vierwielaandrijving hebben een
mechanische voorasoverbrenging. De hendel (1) re gelt het in- en
uitschakelen v an de v
oorasoverbrenging. Als de hendel
omhoogstaat, is de voorasoverbrenging (4-WD) niet ingeschakeld.
Als de hendel omlaag staat, is de voorasoverbrenging ingeschakeld
en worden zowel de voor- als achteras aangedreven.
BELANGRIJK: Laat het HST -bedieningspedaal in en br eng de
tractor tot stilstand voor aleer u de vierwiel-
aandrijving in- of uitsc hakelt. Gebruik de vier-
wielaandrijving niet op een harde ondergrond. Als
u dat toc h doet voor een lang ere tijd, kunnen de
voorste banden snel ver
aandrijving beschadigd raken.
FIG. 43: Als de voorasoverbrenging is ingeschak eld, verschilt de
snelheid van de voorwielen en de achterwielen. Dit gebeurt om het
sturen te v ergemakkelijken w anneer de vierwielaandrijving is
ingeschakeld. Om die reden moet u de v
schakelen als u de tractor op een harde,droge ondergrond gebruikt.
Als u dat niet doet,kunnen de voorste banden snel verslijten en kan
de aandrijving beschadigd raken.
BELANGRIJK: Schakel de voorasoverbrenging altijd uit wanneer
u werkt in omstandigheden met minimale slip van
de wielen (DR OGE OF HARDE ONDER-
GROND). Als u banden moet vervang en, gebruik
dan altijd identiek e banden zodat u de juiste
verhouding tussen voor- en achteras behoudt.
fe-
ge snelheid
de
differentieelver-
slijten en kan de
oorasoverbrenging uit-
91
Publicité
Table des Matières
