COOK Medical EchoTip Ultra Mode D'emploi page 23

d. Leg de geprepareerde spuit opzij wanneer een aspiratiebiopsie gewenst is.
4. Voer het instrument op in de echo-endoscoop om de gewenste sheathlengte
vast te stellen. Draai de stelschroefvergrendeling op de schuifregeling van de
sheath los om de lengte af te stellen en verschuif hem totdat de gewenste
lengte bereikt is.
NB: De referentiemarkering voor de sheathlengte verschijnt in het venster
van de schuifregeling van de sheath. (Zie afb. 2) Draai de stelschroef op de
schuifregeling van de sheath vast om de gewenste sheathlengte te handhaven.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Identificeer de gewenste biopsie-/injectieplaats door endoscopische
echografie.
2. Introduceer de ultrasone naald in het werkkanaal en voer het instrument
met kleine stappen op totdat de Luerlock-fitting aan de onderkant van de
schuifregeling van de sheath bij de fitting op het werkkanaal komt. (Zie afb. 3)
3. Bevestig het instrument aan de poort van het werkkanaal van de endoscoop
door het handvat van het instrument te draaien totdat de fittingen op elkaar
zijn aangesloten.
4. Houd de echo-endoscoop en het instrument recht en stel de naald af op de
gewenste lengte door de stelschroef op de veiligheidsring los te draaien en
de veiligheidsring op te voeren totdat de gewenste referentiemarkering voor
de naaldopvoering in het venster van de veiligheidsring verschijnt. (Zie afb. 4)
Draai de stelschroef vast om de veiligheidsring op zijn plaats te vergrendelen.
NB: Het cijfer in het venster van de veiligheidsring geeft de uitgeschoven
lengte van de naald in centimeters aan. Let op: Controleer of bij het afstellen of
uitschuiven van de naald of het instrument aan het werkkanaal is bevestigd. Als
het instrument niet bevestigd is vóór het afstellen of uitschuiven van de naald,
of -extensie, kan dit schade aan de endoscoop veroorzaken.
5. Schuif, terwijl u de plaats van de echo-endoscoop handhaaft, de naald uit
door het naaldhandvat naar de vooraf gepositioneerde veiligheidsring op te
voeren.
6. Voer de naald in de laesie, de intra- of extrahepatische galwegen, het
pancreaskanaal, de ductus cysticus of de galblaas op.
7. Verwijder het stilet van de naald door de dop van het stilet linksom te
draaien en voorzichtig naar achteren uit de metalen fitting van het handvat te
trekken. Bewaar het stilet voor later gebruik als meer puncties wenselijk zijn.
8. Om de toegang te handhaven kan een (door Cook Medical aanbevolen)
voerdraad van 0,035 inch door de naald worden opgevoerd. Ga naar stap 12.
NB: Er kan ook een voerdraad van 0,035 inch worden opgevoerd na aspiratie.
Bevestig bij fijnenaaldaspiratie de Luerlock-fitting van een eerder geprepareerde
spuit stevig aan de fitting op het handvat. Volg bij fijnenaaldinjectie de richtlijnen
van de fabrikant voor het gebruik van injecteerbare materialen en ga naar stap 12.
9. Draai de afsluitkraan naar de 'open' stand, uitgelijnd met de spuit, zodat er
negatieve druk in de spuit ontstaat om cellen te aspireren. Beweeg het handvat
23