Boston Scientific EMERGE MONORAIL Mode D'emploi page 37

Cathéter de dilatation
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
C. Controleer op verbuigingen, knikken en andere beschadigingen. Niet gebruiken indien
u defecten constateert.
2. Opvoeren van de katheter
A. Prepareer de vasculaire punctieplaats volgens de standaardprocedure.
B. Oefen geen druk uit op het vulinstrument dat op de katheter is aangesloten.
C. Breng volgens de instructies van de fabrikant of volgens de gebruikelijke procedure
een voerdraad in via de hemostaseadapter. Voer de voerdraad voorzichtig op in de
geleidekatheter. Nadat u dit hebt gedaan, trekt u de voerdraadinbrenger terug, indien
u deze hebt gebruikt.
D. Bevestig desgewenst een torsie-instrument op de voerdraad. Voer de voerdraad
onder fluorescopie naar het gewenste vat en vervolgens door de stenose of stent op.
E. Laad de distale tip van de katheter vanaf de achterkant op de voerdraad en zorg dat
de voerdraad bij de Emerge™ Monorail™ PTCA-katheter uit de opening in het midden
komt en bij de overdraadse Emerge-katheter uit de draadpoort op het verdeelstuk.
Bij het laden of verwisselen van de katheter wordt aanbevolen om de voerdraad goed
schoon te vegen, zodat de katheter beter over de voerdraad kan worden geschoven.
opmerking: Voer de katheter om knikken te voorkomen langzaam en in kleine stappen
op totdat het proximale uiteinde van de voerdraad uit de katheter tevoorschijn komt.
F. Ontlucht en spoel de geleidekatheter grondig ter voorbereiding op het inbrengen van
de katheter.
G. Voer de katheter voorzichtig op door de hemostaseadapter terwijl de ballon geheel
leeg is. Als u ongebruikelijke weerstand ondervindt, mag u de katheter niet door de
adapter opvoeren. Pas op dat u de hemostaseadapter niet te strak vastdraait op de
schacht van de katheter, aangezien het lumen daardoor nauwer wordt, wat het vullen
en leegmaken van de ballon kan bemoeilijken.
opmerking: Voer de katheter om knikken te voorkomen langzaam en in kleine stappen
op totdat het proximale uiteinde van de voerdraad uit de katheter tevoorschijn komt.
H. Sluit de zijpoort van de hemostaseadapter van de geleidekatheter aan op de slang
of het verdeelstuk voor proximale drukbewaking/infusie, waardoor proximale
drukbewaking of infusie via de geleidekatheter plaatsvindt.
I. Voer de katheter onder directe fluorescopische visualisatie op over de voerdraad
en plaats de ballon op de juiste locatie ten opzichte van de te dilateren stenose of
stent. Gebruik de radiopake markeringsbanden als referentiepunt. De buitenranden
van de markeringsbanden geven op de modellen van 2,00-4,00 mm aan waar de
schouders van de ballon liggen; de modellen van 1,20-1,50 mm hebben een enkele
markeringsband in het midden. De ballon mag niet worden gevuld als deze niet op de
juiste wijze in de stenose of stent is geplaatst.
J. Gelijktijdig gebruik van twee ballonkatheters in een geleidekatheter: uit simulatie-
proeven en preklinische proeven is gebleken dat één 4,00 x 30 mm (of kleiner)
Monorail-ballon katheter en één 3,25 x 20 mm (of kleiner) Monorail-ballonkatether
gelijktijdig kunnen worden ingebracht in een geleidekather van 6 F (minimale
binnendiameter 0,070"). Twee 4,00 x 30 mm (of kleiner) overdraadse ballonkatheters
kunnen worden ingebracht in een geleidekatheter van 8 F (minimale binnendiameter
0,088") van aanvaardbare compatibiliteit. In deze proeven werden niet alle
mogelijke klinische situaties en verschillen in anatomie opgenomen. Bij gelijktijdig
gebruik van twee ballonkatheters in een geleidekather is voorzichtigheid geboden.
Ballonkatheters met een grotere diameter dan die hierboven vermeld, zijn niet getest
voor gelijktijdig gebruik in een enkele geleidekatheter.
3. Vullen van de katheter
A. Vul de ballon langzaam tot de vereiste druk om PTCA of post-dilatatie van een
stent uit te voeren. Houd tussen het vullen in de onderdruk op de ballon in stand.
Overschrijd de nominale barstdruk van de ballon niet. Zie tabel 2 of de tabel voor
ballonconformiteit. Als u problemen ondervindt bij het vullen van de ballon, dient u het
vullen te stoppen en de ballon te legen en te verwijderen.
B. Leeg de ballon na het voltooien van de PTCA of na postdilatatie van de stent door
onderdruk uit te oefenen op het vulinstrument totdat de ballon geheel geleegd is.
C. Controleer het angiografisch resultaat met behulp van de gebruikelijke
angiografietechnieken. Om de optimale ballonexpansiediameter te beoordelen in
vergelijking met de diameter(s) van de proximale en distale coronaire arterie dient
tijdens het expanderen van de ballon fluorescopische visualisatie te worden gebruikt.
Herhaal het vullen van de ballon totdat het gewenste resultaat is verkregen.
D. Als de katheter moet worden verwisseld, ga dan naar stap 5 – Verwisselprocedure
katheter (overdraadse Emerge-katheter) of stap 6 – Verwisselprocedure katheter
(Emerge Monorail PTCA-katheter). Ga in alle andere gevallen naar stap 4 –
Verwijderen van de katheter.
4. Verwijderen van de katheter
A. Controleer angiografisch of het lumen van de gedilateerde arterie niet plotseling
geoccludeerd is. Zorg dat de ballon geheel leeg is.
B. Draai terwijl u de geleegde katheter en de voerdraad via de hemostaseadapter uit de
geleidekatheter trekt, de geribbelde knop op de hemostaseadapter dicht.
C. De Emerge Monorail PTCA-katheter kan eenmaal worden opgerold en worden
vastgezet met de in de katheterverpakking meegeleverde CLIPIT™-clip. Alleen de
hypotube mag in de CLIPIT-klem worden gebracht; de klem is niet bestemd voor het
distale uiteinde van de katheter. Verwijder de CLIPIT-klem voordat u de katheter bij de
patiënt inbrengt.
opmerking: Wees voorzichtig en buig of knik de schacht niet bij het aanbrengen of
verwijderen van de spiraalklem.
5. Verwisselprocedure katheter (overdraadse Emerge-katheter)
Voor het verwisselen van de overdraadse Emerge-katheters zijn doorgaans twee personen
vereist. Ga als volgt te werk voor het vervangen van een katheter:
A. Draai de geribbelde knop op de hemostaseadapter los.
B. De eerste persoon houdt de hemostaseadapter in de ene hand vast en pakt de
katheterschacht met de andere hand beet.
C. De tweede persoon staat bij de voeten van de patiënt en houdt de positie van de
voerdraad in de coronaire arterie in stand door de voerdraad op zijn plaats te houden
en de voerdraadpositie constant onder fluorescopie te controleren, terwijl de eerste
persoon de katheter uit de geleidekatheter begint te trekken.
D. Trek de geleegde katheter terug totdat de kathetertip uit de hemostaseadapter komt.
E. Draai de geribbelde knop op de hemostaseadapter dicht en haal de katheter van de
voerdraad terwijl u de voerdraad op zijn plaats door de stenose of stent houdt.
F. Maak de volgende te gebruiken katheter gereed zoals beschreven in het gedeelte
Gereedmaken van de katheter.
G. Laad de nieuwe katheter vanaf de achterkant op de voerdraad zoals eerder
beschreven onder stap 2 – Opvoeren van de katheter, en ga verder met de procedure.
6. Verwisselprocedure katheter (Emerge Monorail PTCA-katheter)
De Emerge Monorail PTCA-katheters zijn speciaal ontworpen voor snelle katheter-
verwisseling door één persoon. Ga als volgt te werk voor het vervangen van een katheter:
A. Draai de geribbelde knop op de hemostaseadapter los.
B. Houd de voerdraad en de hemostaseadapter met één hand vast en pak de
katheterschacht met de andere hand.
C. Houd de voerdraadpositie in de coronaire arterie ongewijzigd door de voerdraad op
zijn plaats te houden. Begin de katheter uit de geleidekatheter te trekken terwijl u de
voerdraadpositie onder fluorescopie controleert.
D. Trek de geleegde katheter terug totdat de opening in het voerdraadlumen is bereikt
(ongeveer 25 cm proximaal van de tip van de ballonkatheter).
E. Schuif het flexibele distale gedeelte van de katheter voorzichtig uit de hemostase-
adapter en draai de geribbelde knop op de voerdraad aan om deze goed op zijn plaats
te houden. Haal de katheter volledig van de voerdraad terwijl u de voerdraad op zijn
plaats door de stenose houdt.
37
Black (K) ∆E ≤5.0

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières