MedComp SPLIT CATH III Instructions D'utilisation page 57

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
ONVOLDOENDE FLOWS:
De volgende zaken kunnen insufficiënte bloedflows veroorzaken:
Verstopte aderholten te wijten aan proppen of een fibrine wikkel.
Verstopping van de zijaderholten te wijten aan contact met de aderwand.
Oplossingen zijn onder meer:
Chemische interventie met een trombolytisch product.
BEHEER VAN EENRICHTINGSOBSTRUCTIES:
Eenrichtingsobstructies bestaan wanneer een lumen gemakkelijk kan worden gespoeld
maar er kan geen bloed worden geaspireerd. Dit wordt gewoonlijk veroorzaakt door
een verkeerde plaatsing van de tip.
Een van de volgende afstellingen kan de obstructie verhelpen:
De katheter verplaatsen.
De patiënt verplaatsen.
De patiënt laten hoesten.
Als er geen weerstand is, de katheter spoelen met een steriele normale
zoutoplossing om normale zoutoplossing om de tip weg van de vaatwand
proberen te bewegen.
INFECTIE:
Let op: Wegens het risico op de blootstelling aan HIV (humaan immuundeficiëntie
virus) of andere door bloed gedragen pathogenen, dienen werkers in de gezondheidszorg
altijd de universele voorzorgsmaatregelen voor bloed en lichaamsvocht te nemen bij
de verzorging van alle patiënten.
Men dient zich altijd strikt aan een steriele techniek te houden.
Een klinisch erkende infectie bij een katheteruitgangplaats dient onmiddellijk
te worden behandeld met de geschikte antibioticatherapie.
Als een patiënt die een katheter heeft koorts krijgt, dienen minimaal twee
bloedkweken te worden gemaakt van een plaats die ver bij de katheterplaats
vandaan is. Als de bloedkweek positief is moet de katheter onmiddellijk
verwijderd worden en moet een aangepaste antibioticabehandeling gestart
worden. Wacht 48 uur alvorens de katheter te vervangen. Het inbrengen moet
dan aan de andere kant van de originele katheterplaats gebeuren, indien
mogelijk.
Van zodra er een .018" voerdraad werd ingebracht in de ader moet de 4F
wikkeldilator over het proximale einde van de draad gedraaid worden en
ingebracht worden in de ader.
Verwijder wanneer de 4F wikkeldilator in de ader zit de voerdraad en de dilator
een voor een.
Breng een .038" voerdraad in en door de wikkel tot deze in de ader zit.
Verwijder de wikkel en volg de instructies vanaf #13.
Waarschuwing: Alleen een arts die vertrouwd is met de toepasselijke technieken
mag de volgende procedures proberen.
Let op: Altijd het ziekenhuis- of afdelingsprotocol, mogelijke complicaties en de
behandeling ervan, waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen doornemen alvorens
de katheter te verwijderen.
1.
Palpeer de uitgangstunnel van de katheter om de manchet te vinden.
2.
Dien voldoende plaatselijke verdoving toe op de uitgangsplaats en de manchet-
plaats om de zone volledig te verdoven.
3.
Knip de hechtingen van de hechtvleugel door. Volg het ziekenhuisprotocol voor
het verwijderen van hechtingen uit de huid hechtingen.
4.
Maak een incisie van 2 cm boven de manchet, parellel aan de katheter.
5.
Dissecteer omlaag naar de manchet met gebruik van stompe en scherpe
dissectie zoals aangegeven.
6.
Wanneer u de manchet kunt zien, pakt u deze vast met een klem.
7.
Klem de katheter tussen de manchet en de inbrengplaats.
8.
Snij de katheter door tussen de manchet en de uitgangsplaats. Trek het
inwendige gedeelte van de katheter door de incisie in de tunnel.
9.
Verwijder het resterende deel van de katheter (d.w.z. het deel in de tunnel) via
de uitgangplaats.
MICRO PUNCTURE INBRENGMETHODE
VERWIJDEREN VAN DE KATHETER
-55-

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières