Levensmiddelen prepareren
Neem de volgende aanwijzingen in acht om de best mogelijke kwaliteit en
houdbaarheid van uw gedroogde levensmiddelen te bereiken.
■
Gebruik alleen verse levensmiddelen van zo goed mogelijke kwaliteit.
Snijd slechte plekken zo nodig royaal weg.
■
Hoe rijper de levensmiddelen, hoe meer smaak ze meestal hebben.
De levensmiddelen mogen echter niet overrijp zijn.
■
Zorg tijdens de verwerking voor een goede hygiëne. Was de levensmidde-
len grondig en werk met schone handen en schoon keukengerei.
■
Was de levensmiddelen grondig en droog ze af.
■
Snijd de levensmiddelen zoveel mogelijk in even grote, gelijkmatig gevormde
stukken, zodat ze gelijkmatig worden gedroogd.
■
Pitten van steenvruchten kunnen gemakkelijker worden verwijderd als u ze
eerst in hun geheel droogt gedurende ongeveer de helft van de droogtijd.
Verwijder vervolgens de pitten en ga verder met het droogproces.
■
U kunt de snijvlakken van fruit dat snel bruin wordt (zoals appels) vóór het
drogen met een beetje citroensap besprenkelen om bruin worden te voorko-
men.
■
De levensmiddelen kunnen vóór het drogen kort worden geblancheerd om
de droogtijd te verkorten en de houdbaarheid te verlengen.
■
Om vlees te drogen kiest u zo mager mogelijke stukken. Verwijder altijd vet,
pezen en botten van het vlees en snijd het in dunne plakjes. U kunt het vlees
zouten of marineren, maar droog het wel af voor u met het droogproces
begint.
■
Snijd tegen de draad van het vlees in, zodat het gedroogde vlees makkelijk
te kauwen is.
■
Verwijder vel en graten van vis en snijd de vis in dunne plakjes.
■
Vis en vlees kunnen het best worden gesneden als u de stukken van tevoren
ongeveer 20 minuten in de vriezer legt.
■
Doe de levensmiddelen na het prepareren meteen in het apparaat en begin
met het droogproces.
SDAG 250 A1
NL │ BE
│
53
■