NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen. Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 362 / 12275 / 566. Deze nota bevat de infor-
matie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de) volgende product(en):
karabiners en klimsetjes.
1) TOEPASSINGSGEBIED. Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel
(PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425.
EN 12275:2013. Uitrusting voor alpinisme - Connectoren. EN 566:2017. Uit-
rusting voor alpinisme - Ringen. EN 362:2004. Persoonlijk beschermingsmiddel
tegen valpartijen - Connectoren. Het product kan alleen worden gebruikt met
CE-gemarkeerde apparaten, uitrusting voor bergbeklimmen en werkuitrusting zo-
als touwen (EN 892/EN 1891), harnasgordels (EN 12277/EN 361), hulplij-
nen (EN 564/EN 354) enz.
2) AANGEMELDE INSTANTIES. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 9/tabel D): M1; M2; M6; N1.
3) BENAMING Connector (Fig. 4.1-4.2): A) Behuizing; B) Catch free sluiting; C)
Traditionele sluiting; D) Bevestigingsring; E) Hendel; F) Pin; G) ACL-systeem; H)
Vast staafje; I) Swivel; L) Swivel met valindicator. Klimsetje (Fig. 4.3): M) Bovenste
karabiner; N) Etiket; O) Riem EN 566; P) Riemklem steun; Q) Onderste karabiner.
R) Recht hekje. S) Krom hekje. T) Draadhekje. U) FG (Free Gate) sluitsysteem hek
vrij - gepatenteerd (Fig.4.4).
3.1 - Sluitsysteem van de karabiners. Met automatische hendel: zonder ver-
grendelingssysteem (Fig. 5.1÷5.2); met handmatige schroefvergrendeling (Fig.
5.3÷5.6); met automatische bajonetvergrendeling (Fig. 5.7÷5.9), twist-lock (Fig.
5.10÷5.12), triplex (Fig. 5.13÷5.16), met dubbele hendel (Fig. 5.17÷5.20).
Zonder automatische hendel: knijphendel (Fig. 5.21÷5.23); met schroefbevesti-
gingsring (Fig. 5.24÷5.27).
3.2 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4). Connectoren: 1; 2; 3. Let op! De eerste letter van de productcode
(Fig. 11) geeft het productiemateriaal aan: staal (3), roestvrij staal (4), licht meta-
len legering (2). Bandslinges (Fig. 12): 7; 7/13.
4) MARKERING. Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de alge-
mene instructies (hoofdstuk 5). Nummers/letters met een sterretje (*): informatie
beschikbaar afhankelijk van het model.
4.1 - Algemeen (Fig. 1). Connectoren EN 362/EN 12275: 4; 7; 8; 11; 12;
13*; 30) Gegarandeerde maximale belastingen: hoofdas (Fig. 2.1); secundaire
as (Fig. 2.2); hoofdas / open hendel (Fig. 2.3). Uitsluitend voor EN 12275 ka-
rabiners: 31*) Letter omvat in een cirkel, die het type van de karabiners aanduidt
(H, K, X, B en T). Uitsluitend voor EN 362 karabiners: 1; 2; 6; 32) Nummer en
jaar van de verwijzingsnorm, gevolgd door een letter die de klasse van de kara-
biner aangeeft. Bandslinges EN 566: 4; 6; 8; 11; 12; 13; 14.
4.2 - Traceerbaarheid (Fig. 1). Connectoren EN 362 of EN 362 + EN 12275:
T1; T3; T8. Connectoren EN 12275: T3; T8. Bandslinges: T8.
5) CONTROLES. Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies
(paragraaf 3) in acht. Tijdens elk gebruik: dat de karabiner in de correcte richting
wordt belast (Fig. 6.3); controleer bij karabiners met catch-free sluiting dat er geen
vuil op de inkeping van de snapper zit (aarde, modder, kiezeltjes, etc.) of sneeuw
of ijs (Fig. 6.2); dat er geen obstakels zijn die de karabiner belemmeren en dat
deze op correcte wijze steunt op rots of andere structuren. Let op! Het onbedoeld
openen van de hendel als gevolg van botsingen, druk of trillingen leidt tot een
aanzienlijke reductie van de weerstand van de karabiner. Let op! Belast de snap-
per van de karabiner niet en het niet te openen tijdens belasting.
6) SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12275 / EN 566. Dit deel illustreert het specifie-
ke gebruik van de karabiners en de express-sets die bij bergsport en soortgelijke
activiteiten worden gebruikt.
6.1 - EN 12275 classificatie (Fig. 3). Basiskarabiner (type B): ontworpen voor
gebruik in een zekeringsysteem; HMS karabiner (type H): hoofdzakelijk ontwor-
pen voor dynamische zekering, bijv. halve mastworp (Fig. 6.14÷6.15) ; via
ferrata karabiner (type K): indien nodig, gebruik een touw-/riemklem steun (Fig.
6.16); Eindkarabiner (type T): ontworpen om ervoor te zorgen dat de belasting in
een vooraf ingestelde richting plaatsvindt; Ovale karabiner (type X): hoofdzakelijk
ontworpen voor klimwanden en het gebruik met katrollen; Karabiner met schroef-
sluiting (type Q): voor langdurige of permanente verbindingen.
6.2 - Gebruiksaanwijzing klimsetjes (Fig. 7). Voer het touw in de onderste ka-
rabiner in, zodanig dat de hendel ervan in de voortbewegingsrichting van de
klimmer wordt geplaatst en dat het touw vanaf de wand naar buiten gericht wordt
ingevoerd (Fig. 7.1). Let op! Indien dit niet het geval is, kan een val leiden tot het
onbedoeld ontsnappen van het touw. Let op! De aanwezigheid van knopen kan
de weerstand van de bandslinge in gevaar brengen.
7) SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 362. Alle werkzaamheden op hoogte veronder-
stellen dat persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) worden gebruikt, ter beveili-
ging bij het risico op valpartijen. Voordat de werkplek betreden wordt, dienen alle
risicofactoren in kaart gebracht te zijn (omgevingsfactoren, bijkomstige factoren,
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
gevolgen). Let op! Voor dit product moeten de instructies van EN 365 (algemene
instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen. Let op! Voor dit product is
een grondige periodieke inspectie verplicht (algemene instructies/paragraaf 8).
Let op! Het is mogelijk om de maximale opening in mm (A) van uw connector aan
te geven in de tabel (Fig. 11).
7.1 - EN 362 classificatie (Fig. 3). Basiskarabiner (klasse B): te gebruiken als
onderdeel; Multifunctionele karabiner (klasse M): kan zowel op de grote as als op
de kleine as belast worden; Eindkarabiner (klasse T): te gebruiken als onderdeel
van een subsysteem, zodat de belasting naar een vooraf bepaalde richting is
gericht; Verankeringskarabiner (klasse A): te gebruiken om rechtstreeks met een
bepaald type verankering verbonden te worden; Schroefkarabiner (klasse Q):
voor langdurige of permanente verbindingen, als de karabiner niet vaak vast- en
losgehaakt wordt.
7.2 - Speciale waarschuwingen. Controleer de aanwijzingen met betrekking tot
de nodige vrije ruimte onder de gebruiker (afb. 8.4) en de positionering van het
systeem en/of van het verankeringspunt (afb. 8.1÷8.3) in de algemene gebruiks-
aanwijzingen (paragraaf 2.5). Let op! THou altijd rekening met de lengte van de
gebruikte uitrusting.
7.3 - Gebruiksinstructies. Bij de klasse Q karabiners moet de karabiner helemaal
vergrendeld zijn en mag het schroefdraad niet zichtbaar zijn (Fig. 5.27). De ka-
rabiners met automatische snapper en handmatige schroefvergrendeling zijn niet
geschikt voor situaties waarbij ze vaak vast- en losgehaakt moeten worden. Con-
troleer de mogelijke verbindingspunten aan de gordels, daar integraalgordels de
enige lichaamsuitrustingen zijn die gebruikt kunnen worden in een valstopsysteem.
Er mogen uitsluitend verankeringspunten gebruikt worden die voldoen aan de
richtlijn EN795 (minimale weerstand 12kN of 18 kN voor niet metalen veranke-
ringen), die geen snijdende hoeken hebben (Fig. 8.1). Let op! Het gebruik van
brede riemen kan de weerstand van de karabiner verminderen.
8) SPECIFIEKE INSTRUCTIES POSITIONERINGSSTEUNEN. Deze producten zijn
geen PBM en zijn niet ontworpen voor het ondersteunen van het gewicht van de
gebruiker! Let op! Een fout kan zeer ernstige gevolgen hebben en het is dan ook
verboden om dit product op een andere wijze dan staat aangeduid te monteren
of te gebruiken. Let op! Om te helpen bij het plaatsen van de apparaten, bevoch-
tig het product met water en een zachte pH-neutrale zeep of verwarm het door
het in warm water onder te dompelen (max. 40°C).
8.1 - Fixit / Fixbar / Rubber Fastener. De Fixit, Fixbar en Rubber Fastener posi-
tioneringssteunen zijn bedoeld voor het op de plaats houden van een karabiner
die in het oog van een genaaide riem is ingevoerd en als bescherming tegen slij-
tage. Voer altijd een visuele controle uit van beide zijden van de musketonhaak,
om te controleren of deze goed is ingevoerd, zowel in de riem als in de steun
(Fig. 9.1-9.4-9.6). Let op! Gebruik deze uitrustingen niet met riemlussen van het
type dat staat aangeduid in Fig. 9.3, risico op overlijden! Bij het gebruik van
klimsetjes, zijn sommige steunen bedoeld voor de onderste musketonhaak, terwijl
andere steunen zijn bedoeld voor de bovenste musketonhaak; de tekeningen
9.1 tot 9.4 tonen het gebruik van de steunen voor de onderste musketonhaak;
de tekeningen 9.5 tot 9.9 tonen het gebruik van de steunen voor de bovenste
musketonhaak. Let op! Gebruik de verschillende steunen uitsluitend zoals getoond
(Fig. 4.3÷-9). Let op! Het Tricky-systeem is uitgerust met een steun voor de con-
nector onderaan, gepositioneerd op de karabijnhaak bovenaan (afb. 9.10): dit
is een uitzondering omdat dit product geen progressieve zekering is maar enkel
een hulp bij het artificieel klimmen (raadpleeg de aanvullende aanwijzingen bij
het product). Let op! Gebruik de positioneringssteunen voor de bovenste muske-
tonhaak slechts met de klimsetjes waarmee deze werden verkocht. In geval van
vervanging dienen deze steunen niet te worden gebruikt met klimsetjes met ogen
die afmetingen hebben die groter zijn dan de aangeduide afmetingen (Fig. 9.5).
8.2 - Fix Pro / Fix Pro+. De Fix Pro / Fix Pro+ positioneringssteunen zijn bedoeld
voor het op de plaats houden van een karabiner die in het verbindingspunt van
een uitrusting is ingevoerd (bijv. riem- of touwoog, haakgat van een katrol, een
valbeveiliger of een afdaalapparaat, Fig. 10.2). In de tekeningen wordt de cor-
recte wijze voor de montage aangeduid (Fig. 10). De compatibiliteit van de Fix
Pro / Fix Pro+ positioneringssteunen is geverifieerd voor de karabinermodellen
die zijn aangeduid in tabel 10.11-10.12, in de lichtmetalen, stalen of roest-
vrijstalen uitvoeringen. Let op! Controleer voor gebruik altijd dat de verbinding
tussen de karabiner en de uitrusting direct is (Fig. 10.1) en niet met behulp van de
ondersteuningssteun tot stand is gekomen, risico op overlijden (Fig. 10.3)! Let op!
Controleer na de installatie dat de positioneringssteun correct is geïnstalleerd, dat
de opening en sluiting van de hendel van de karabiner niet wordt geblokkeerd
(Fig. 10.4); dat de correcte sluiting van de ring niet wordt belemmerd en dat de
correcte oriëntatie van de uitrusting ten opzichte van de werkas niet wordt belem-
merd (Fig. 10.5-10.6).
9) SYMBOLEN. Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F4;
F8; F9.
IST01-COQUICT_rev.9 05-21
18/35