3.3.1 Elektrische voedingskabelsectie
Gebruik volgens het type stroomvoorziening een kabel die voldoet aan de
volgende tabel.
A
Gebruik bij 400V3N~ (modellen die zijn aangesloten volgens DIAGRAM
"A"): gebruik een pentapolaire kabel van het type H05RR-F (kabel van 5 x
2,5 mm
).
2
Gebruik bij 230V3~ (modellen aangesloten volgens DIAGRAM "C" maar
gecommuteerd door de installateur volgens DIAGRAM "B"): gebruik een
tetrapolaire kabel van het type H05RR-F (kabel van 4 x 4 mm
Gebruik bij 230V1N~ (modellen aangesloten volgens DIAGRAM "C"):
tot 2,9 kW gebruik een tripolaire kabel van het type H05RR-F (kabel van 3
x 1,5 mm
); tussen 2,9 kW en 5,4 kW gebruik een tripolaire kabel van het
2
type H05RR-F (kabel van 3 x 2,5 mm
tripolaire kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 4 mm
gebruik een tripolaire kabel van het type H05RR-F (kabel van 3 x 6 mm
Aan het uiteinde dat op het apparaat moet worden aangesloten, moet de
aardingsdraad (geel-groen) ten minste 20 mm langer zijn.
B
); tussen 5,4 kW en 7 kW gebruik een
2
2
78
C
).
2
); boven 7 kW
).
2