Nederlands
Bewerkingsstappen
1.
Installatie van het bevestigingssysteem: ca.
1-2 uur (zie hiervoor de handleiding van het be-
vestigingssysteem).
2.
Pomp voor het gebruik aan een bevestigingssys-
teem voorbereiden: ca. <1 uur (zie hiervoor de
handleiding van het bevestigingssysteem).
3.
Pomp installeren: ca. 1 - 2 uur
• Controleren of het bevestigingssysteem goed
vastzit en werkt.
• Hijsmiddelen door middel van harpsluiting
aan de pomp bevestigen, pomp optillen en
langzaam aan de leibuizen in de bedrijfsruimte
laten zakken.
• Bij het neerlaten de stroomkabels licht gespan-
nen houden.
• Als de pomp aan het bevestigingssysteem is
gekoppeld, de stroomkabels op een deskun-
dige manier tegen vallen en/of beschadiging
beveiligen.
• De elektrische aansluiting laten uitvoeren door
een elektrotechnicus.
• De drukaansluiting wordt door het eigen ge-
wicht afgedicht.
4.
Installatie van optionele toebehoren, zoals droog-
loopbeveiliging of niveauregelingen.
5.
Pomp in gebruik nemen: ca. 1 uur
• Volgens hoofdstuk „Ingebruikname"
• Bij nieuwe installatie: Bedrijfsruimte laten
vollopen
• Drukleiding ontluchten.
5.3.3. Transporteerbare natte opstelling
Bij dit opstellingstype moet de pomp met een
pompvoet worden uitgerust (optioneel verkrijg-
baar). Deze wordt aan het zuigstuk aangebracht
en garandeert bij een vaste ondergrond een
stabiele stand en een minimale afstand van de
bodem. In deze uitvoering is een willekeurige
positionering in de bedrijfsruimte mogelijk. Bij het
gebruik in bedrijfsruimtes met een zachte on-
dergrond moet een harde steun gebruikt worden
om wegzakken te verhinderen. Aan de drukzijde
wordt een drukslang aangesloten.
Bij langere gebruiksduur met dit opstellingstype,
moet de pomp op de bodem bevestigd worden.
Hierdoor worden trillingen verhinderd en wordt
een rustige en slijtarme loop gegarandeerd.
Als de motor tijdens het bedrijf boven water moet
komen, moeten de volgende temperatuurvoor-
waarden strikt worden nageleefd:
• De max. omgevingstemperatuur
• De max. mediumtemperatuur
De omgevingstemperatuur is dezelfde als de
mediumtemperatuur. De max. mediumtempera-
tuur vindt u op het typeplaatje of het afzonder-
lijke gegevensblad.
LET op voor verbrandingen!
De behuizingsdelen kunnen veel warmer dan
40 °C worden. Er bestaat verbrandingsgevaar!
Laat de pomp na het uitschakelen eerst tot op
de omgevingstemperatuur afkoelen.
174
Afb. 5.: Transporteerbare natte opstelling
1
Hijsmiddel
2
Pompvoet
Bochtstuk voor
3
slangaansluiting of
Storz-koppeling
4
Storz-koppeling
* De bedrijfssituatie voor het bedrijf boven water
is afhankelijk van de motor. Neem het typeplaatje
en het bijgevoegde gegevensblad in acht.
Bewerkingsstappen
1.
Pompen voorbereiden: ca. 1 uur
• Pompvoet aan de zuigaansluiting monteren.
• Bochtstuk aan de drukaansluiting monteren.
• Drukslang met een slangklem aan het bocht-
stuk bevestigen.
Er kan ook een Storz-koppeling op het
bochtstuk en een Storz-slangkoppeling op de
drukslang worden gemonteerd.
2.
Pomp installeren: ca. 1 - 2 uur
• Pomp op de plaats van gebruik positioneren.
Evt. hijsmiddelen door middel van een harpslui-
ting aan de pomp bevestigen, pomp optillen
en op de plaats van gebruik (schacht, put)
neerzetten.
• Controleren of de pomp verticaal en op een
vaste ondergrond staat. Wegzakken moet wor-
den vermeden!
• De stroomtoevoerleiding zodanig leggen dat
deze niet beschadigd kan raken.
• De elektrische aansluiting laten uitvoeren door
een elektrotechnicus.
• De drukslang zodanig leggen dat deze niet
beschadigd raakt en daarna op een geschikte
plaats (bijv. afvoer) bevestigen.
GEVAAR door afscheuren van de drukslang!
Door een ongecontroleerd afscheuren resp.
losspringen van de drukslang bestaat gevaar
voor letsel. De drukslang moet daarom wor-
den beveiligd. Het knikken van de drukslang
moet worden verhinderd.
3.
Pomp in gebruik nemen: ca. 1 uur
• Volgens hoofdstuk „Ingebruikname"
5.3.4. Stationaire droge opstelling
Bij dit inbouwtype is er een gescheiden bedrijfs-
ruimte: Opvangvat en machineruimte. In de op-
vangvat wordt het transportmedium verzameld,
in de machineruimte is de pomp gemonteerd. De
bedrijfsruimte moet volgens het ontwerp of de
planningsaanwijzingen van de fabrikant ingericht
zijn. De pomp wordt op de genoemde plaats in de
machineruimte met het buisleidingsysteem aan
de zuig- en drukzijde verbonden. De pomp zelf is
niet in het transportmedium ondergedompeld.
Het buisleidingsysteem aan zuig- en drukzijde
moet zelfdragend zijn, d.w.z. het mag niet door
de pomp gesteund worden. Verder moet de pomp
OPSTELLING
5
Storz-slangkoppeling
6
Drukslang
Min. waterpeil voor
7a
ondergedompeld gebruik
Min. waterpeil voor niet
7b
ondergedompeld gebruik
WILO SE 05/2014 v05 DIN A4