omgegaan, zodat de geometrie en de uitrichting
van de hydraulica niet worden veranderd.
De pomp nooit aan de stroomkabel ophangen.
4. Beschrijving van het product en toe-
behoren
Alle typen zijn zelfaanzuigende centrifugaalpom-
pen. Bij de wisselstroom-motoren schakelt de
thermsiche motorbeveiliging de motor bij over-
belasting uit. Na afkoelen van de motor schakelt
de pomp zichzelf automatisch weer in. De pom-
pen zijn uitgevoerd met een mechanische asaf-
dichting.
OPGELET! De pomp mag niet droog lopen.
Indien er schade aan de pomp ontstaat door
droog lopen, vervalt de garantie van de producent.
4.1 Omschrijving van de pomp WJ
De WJ-typen zijn verplaatsbare pompen. De EM-
pompen hebben een handvat en worden aanslu-
itklaar met aansluitkabel, stekker en in-/uit-
schakelaar geleverd.
Standaard-inbouwsituaties
– Afbeelding 1: Zuigbedrijf
– Afbeelding 2: Toeloopbedrijf uit voorraadtank of
drukwateraansluiting met droogloopbeveiliging.
Legenda voor inbouwvoorbeelden (zie afbeeldingen
1 en 2):
Pos. 1 Voetklep met zuigkorf (maaswijdte 1 mm)
Pos. 2 Kogelkraan
Pos. 3 Afsluiter drukzijde
Pos. 4 Keerklep
Pos. 5 Vulschroef pomp
Pos. 6 Aftapplug pomp
Pos. 7 Bevestigingsbeugel toevoerleiding
Pos. 8 Zuigkorf
Pos. 9 Voorraadtank
Pos. 10 Drukwateraansluiting
Pos. 11 3~fase netaansluiting (DM)
Pos. 12 Aan/Uit-schakelaar voor 1~230V -motor
(rode signaallamp)
Pos. 13 Netstekker (1~ -Motor)
4.2 Leveringsomvang
– Jetpomp (WJ)
– Inbouw- en Gebruikshandleiding.
4.3 Toebehoren
– Aanzuigkit,
– afsluitinrichting,
– terugslagklep,
– zuigkorf-voetklep,
– membraandrukvat,
– trillingsdemper,
– motorbeveiligingsrelais,
– droogloopbeveiliging (ME-kit),
– in-/uitschakelkast.
De toepassing van nieuw toebehoren wordt aan-
bevolen.
5. Opstelling/Montage
5.1 Montage
De pompen dienen volgens de voorschriften van
de plaatselijke watervoorzieningsbedrijven te
worden aangesloten.
WILO SE 09/2009
Eisen aan de opstellingsruimte:
– goed toegankelijk
– goed geventileerd, droog en vorstvrij
– montage op een beton-sokkel of direct op een
gladde vlakke ondergrond.
Vervolgschade die door uitval van de pomp kan
ontstaan, zoals overstroming van ruimtes, dient
door de gebruiker door het uitvoeren van pas-
sende maatregelen (bijv. aanbrengen van een
alarminstallatie, reservepomp etc.) worden voor-
komen.
– Zuig- en drukleiding behoren niet tot de levering
– Bij het aansluiten van een vaste zuig- en druklei-
ding dient de pomp aan de vloer te worden beve-
stigd.
– Bij een niet vaste opstelling dient de pomp met
een flexibele slang of slangovergangstukken aan
de zuig- en drukleiding te worden aangesloten.
– De zuigleiding dient stijgend, vacuumdicht en
spanningsvrij worden aangebracht.
– Bij een zuighoogte van meer dan 5 meter moet de
diameter van de zuigleiding minimaal 1
gen.
– De drukleiding moet spanningsvrij op de bevesti-
gingspunten worden aangesloten.
OPGELET! Om een goede werking van de pom-
pen te kunnen waarborgen dient het aansluitstuk
van de drukleiding op de pomp minstens 30 cm
omhoog of stijgend te worden aangebracht.
– Aan de zuigleiding moet een voetklep worden
gemonteerd. Deze moet minimaal 30 cm onder
het laagste waterpeil liggen. In principe is de toe-
passing van een zuigslangset (toebehoren),
bestaande uiteen zuigslang, zuigkorf en voetklep
aan te raden.
5.2 Elektrische aansluiting
OPGELET! De elektrische aansluiting dient door
een plaatselijk erkend elektrotechnisch installa-
tiebedrijf, overeenkomstig de geldende voor-
schriften te worden uitgevoerd.
De pompen moeten via een foutstroom-beveili-
gingsschakellaar van 30 mA aangesloten wor-
den.
– Voor het gebruik in zwembaden en tuinvijvers
moeten de geldende normen en richtlijnen wor-
den aangehouden.
– De elektrische aansluitingen dienen tegen elke
vorm van vocht of waterschade te worden
beschermd.
– Stroomsoort en spanning van de netaansluiting
controleren.
– Gegevens op het typeplaatje van de pompmotor
in acht nemen.
– Netzijdige voorzekering: 10A, traag.
– Aarding in acht nemen.
De pompen mogen alleen met een elektrische
aansluitkabel (ook verlengkabel) aangesloten
worden, die vergelijkbaar is met een ommante-
ling van het type H07 RNF volgens DIN 57282 of
57245.
– DM-motoren overeenkomstig afbeelding 3
(aansluitschema klemmenkast) aansluiten.
Nederlands
1/4
" bedra-
17