U mag alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn!
•
Houd bij de aansluiting van een laadkabel in ieder geval rekening met de polariteit van de aansluitstekker. Het
•
binnencontact van de laadaansluiting moet met de plus aansluiting (+) en het buitencontact met de min aansluiting
(-) van de oplader verbonden worden.
De laadstroom moet ca. 1/10 van de capaciteitswaarde van de geplaatste accu´s bedragen. Bij accu´s met een
•
capaciteit van 2000mAh bedraagt de laadstroom ca. 200mA en de laadtijd ca. 14 uur.
Geen snelladers gebruiken om beschadigingen van de interne geleiderbanen en aansluitingen te vermijden.
•
Aangezien er een beschermdiode in de laadstroomkring van de zender geïntegreerd is, kunnen er geen opladers
•
gebruikt worden die de laadstroom kort onderbreken om de momentele accuspanning te meten. In zo´n geval
moeten de accu´s voor het opladen uit de zender genomen worden.
Bij NiCd accu´s kan het memory effect optreden. Als NiCd accu´s opgeladen worden wanneer ze niet volledig
•
ontladen zijn, zal hun capaciteit mettertijd verminderen. Dergelijke accu´s moeten daarom uit de zender gehaald
worden en met een geschikte oplader ontladen en daarna weer volledig opgeladen worden.
Zender inschakelen
Monteer de meegeleverde zenderantenne.
•
Als de accu's opgeladen zijn of als er nieuwe batterijen geplaatst werden, moet de zender ingeschakeld worden.
•
De rode batterijcontrole-LED begint te branden en geeft aan dat de zender genoeg voedingsspanning heeft.
•
Indien de spanningsverzorging tot onder 9 V daalt dan weerklinkt een signaaltoon. In zo´n geval moet u het gebruik
•
van het modelvoertuig zo snel mogelijk stopzetten. Als u de zender verder wilt gebruiken, moet u nu de accu's
opladen of nieuwe batterijen plaatsen.
144