Sulky ISOBUS GAMME X Notice Originale page 77

Programmation / Programmering / Programmierung
I
Réglages du Système GPS Contrôleur de tâche
Il faut définir une série de paramètres permettant
au système GPS de fonctionner en adéquation avec
l'ECONOV ainsi que la réalité de l'épandage centrifuge.
- Contrôler au préalable le paramétrage de toutes les
distances relatives au positionnement de l'antenne
GPS sur le toit du tracteur.
- Toujours positionner l'antenne à la même distance de
l'épandeur si changement de tracteur (voir distance
Y0 sur le schéma de paramétrage des distances).
- Définir une machine comprenant 12 tronçons.
Le taux de recouvrement indique à quel moment le système
va arrêter d'épandre lorsqu'il rencontre une zone déjà
épandue.
I
Afstellingen van het GPS-systeem Taakcontroleur
Er moet een reeks parameters geconfigureerd worden
waarmee het GPS-systeem in overeenstemming met de
ECONOV kan werken alsook de werkelijke situatie van de
centrifugale uitstrooiing.
- Vooraf controleren dat alle afstanden met betrekking
tot de positionering van de GPS-antenne op het dak
van de tractor geparametreerd zijn.
- Plaats de antenne altijd op dezelfde afstand van
de strooier indien van tractor gewisseld wordt (zie
afstand Y0 op het schema voor het instellen van de
afstanden hiernaast).
- Definieer een machine met 12 secties.
Het dekkingspercentage geeft aan op welk moment het
systeem zal stoppen met strooien wanneer het een reeds
bestrooide zone tegenkomt.
I
Einstellungen des GPS Systems, Aufgabensteuerung
Es müssen eine Anzahl von Parameter bestimmt werden,
die dem GPS System den Betrieb in Abstimmung mit dem
ECONOV, sowie mit der tatsächlichen Schleuderstreuung
ermöglichen.
- Als Vorbedingung für die richtige Einstellung muss
man sich aller Abstände in Bezug auf die Position
der GPS Antenne auf dem Dach des Schleppers
vergewissern.
- Wenn der Schlepper gewechselt wird, muss sich
die Antenne immer im gleichen Abstand zum
Streuer befinden (siehe Abstand Y0 auf dem
Einstellungsschema)
- Definition einer Maschine mit 12 Teilbreiten.
Der Prozentsatz der Abdeckung zeigt an, wann das System
die Streuung einstellen wird, sobald es eine bereits bestreute
Zone antrifft.
À noter
Plus cette valeur est élevée, plus le risque de manque
au cours de l'épandage diminue.
À l'inverse, une faible valeur contribue à limiter les
surdosages dans la parcelle.
Suivant le taux de recouvrement utilisé, et le type
de système GPS (guidage et coupure de tronçons
présent dans la console ISOBUS), il peut être normal
de retrouver sur l'affichage du champ de petites zones
blanches, correspondant à un bref arrêt de l'épandage
(cas récurrent des pointes dans le champ).
Cependant, de part le fonctionnement par multi-
recouvrement d'un épandeur d'engrais, ces zones
s'avèrent en fait posséder une densité proche de la
dose moyenne d'engrais à apporter.
Opmerking
hoe hoger deze waarde, hoe lager het risico op
tekorten tijdens het strooien.
Omgekeerd leidt een lage waarde tot overdosering op
het perceel.
Op basis van het gebruikte dekkingspercentage, en
het systeemtype GPS (leiding en sectie-uitschakeling
in de ISOBUS-console), kan het normaal zijn dat u
kleine witte zones op de display van het veld ziet. Deze
komen overeen met een korte onderbreking in het
strooien (herhaald geval van puntjes in het veld).
Dankzij de werking via multidekking van een
meststoffenstrooier beschikken deze zones in feite over
een dichtheid die ongeveer gelijk is aan de gemiddelde
dosis toe te voegen meststoffen.
Anmerkung
Je höher dieser Wert ist, desto geringer das Risiko einer
zu geringen Streuung.
Im Gegensatz dazu trägt ein geringer Wert zur
Begrenzung der Überdüngung in der Parzelle bei.
Gemäß dem verwendeten Abdeckungsprozentsatz
und dem GPS Systemtyp (Führung und
Teilbreitenschaltung in der ISOBUS Konsole
vorhanden), kann esnormal sein, auf der Anzeige
des Feldes kleine weiße Zonen, die einem kurzen
Stopp während der Streuung entsprechen, zu finden
(wiederholter Fall von Spitzen in dem Feld).
Allerdings, abgesehen von der Funktion durch
Mehrfachabdeckung durch einem Düngemittelstreuer,
stellt sich indiese Zonen tatsächlich heraus, dass sie
eine Dichte nahe an der durchschnittlichen Dosierung
des zu streuenden Düngemittels haben.
2
FR
NL
DE
77