Melding:
4004 – Interne storing
Om vrij te geven OK drukken
Mogelijke oorzaak:
– Storing in programmaverloop
– Stroomuitval tijdens automatische
maaimodus
– Robotmaaier bevindt zich buiten het
maaivlak
Oplossing:
– Melding met OK bevestigen
– Stroomvoorziening van het
dockingstation testen – de rode led
moet tijdens het maaien voortdurend
branden, daarna OK-toets
indrukken (
13.1)
– Robotmaaier naar het maaivlak
brengen, daarna op OK-toets drukken
Melding:
4005 – Interne storing
zie melding 4004
Melding:
4006 – Interne storing
zie melding 4004
Melding:
4008 – Interne storing
zie melding 4004
Melding:
4027 – STOP-toets bediend
Om vrij te geven OK drukken
Mogelijke oorzaak:
– STOP-toets is ingedrukt
Oplossing:
– melding met OK bevestigen
0478 131 9936 B - NL
25. Defectopsporing
Neem eventueel contact op met een
vakhandelaar, VIKING beveelt u de
VIKING vakhandelaar aan.
Storing:
De robotmaaier werkt op het verkeerde
tijdstip
Mogelijke oorzaak:
– Tijd en datum verkeerd ingesteld
– Actieve tijden verkeerd ingesteld
– Apparaat is door onbevoegden in
gebruik genomen
Oplossing:
– Tijd en datum instellen (
– Actieve tijden instellen (
– Veiligheidsstand "Midden" of "Hoog"
instellen (
11.16)
Storing:
De robotmaaier werkt tijdens een actieve
tijd niet
Mogelijke oorzaak:
– Accu wordt geladen
– Automaat uitgeschakeld
– Actieve tijd uitgeschakeld
– Regen ontdekt
– Wekelijkse maaiduur is bereikt, geen
verdere maaibeurt in deze week nodig
– Melding is actief
– Bedieningsconsole niet juist geplaatst
– Dockingstation niet aangesloten op het
elektriciteitsnet
– Toegestaan temperatuurbereik
verlaten
– Stroomuitval
Oplossing:
– Accu geheel laten laden (
– Automaat inschakelen (
– Actieve tijd vrijgeven (
– Regensensor instellen (
– Geen verdere actie vereist,
maaibeurten worden automatisch over
de week verdeeld – zo nodig maaibeurt
met het commando "Maaien" starten
(
11.5)
– Weergegeven storing verhelpen en
melding met OK bevestigen (
– Bedieningsconsole plaatsen (
– Stroomvoorziening van het
dockingstation controleren (
– Robotmaaier laten opwarmen of
afkoelen – normaal temperatuurbereik
voor gebruik van de robotmaaier: +5 °C
tot +55 °C. Voor nadere informatie
verwijzen wij u naar uw
vakhandelaar.
– Stroomvoorziening controleren. Zodra
11.11)
de robotmaaier na een periodieke
11.6)
controle weer een draadsignaal
herkent, zet deze het onderbroken
maaiproces voort.
Daardoor kan het ook meerdere
minuten duren, voordat het maaien na
de stroomuitval automatisch wordt
voortgezet. De afstanden tussen de
afzonderlijke periodieke controles
nemen toe naarmate de stroomuitval
langer duurt.
Storing:
De robotmaaier maait niet na het opvragen
van de commando's "Maaien starten" of
"Maaien met vertraagde start"
Mogelijke oorzaak:
– Accu onvoldoende opgeladen
– Regen ontdekt
– Bedieningsconsole niet juist geplaatst
– Melding is actief
15.8)
11.5)
11.7)
11.12)
24.)
15.2)
9.9)
343