Het dockingstation (1) wordt binnen het
maaivlak (A), direct aan de rand
geïnstalleerd.
Vóór het dockingstation (1) moet er een
effen vrij vlak (2) met minstens 1 m radius
zijn. Egaliseer eventuele heuvels of kuilen.
Extern dockingstation:
Het dockingstation (1) wordt buiten het
maaivlak (A) geïnstalleerd.
284
In combinatie met een extern
dockingstation moeten voor een
verplaatste rit naar het begin
zoeklussen worden geïnstalleerd.
(
12.11)
Benodigde ruimte extern
dockingstation:
Om ervoor te zorgen dat het in- en
uitdocken goed werkt, moet het
dockingstation (1) zoals afgebeeld worden
geïnstalleerd. Het gebied rondom het
dockingstation en buiten de
begrenzingsdraad moet vlak en vrij
begaanbaar zijn. Egaliseer eventuele
heuvels of kuilen.
Minimale afstand A = 50 cm
Breedte van het vrije vlak: B = 44 cm
Maximale afstand tot het maaivlak:
C = 12 m
Dockingstation aan een wand
installeren:
Als het dockingstation aan een wand wordt
geïnstalleerd, moet in de bodemplaat met
behulp van een combinatietang naar
keuze links of rechts een tussenstuk (1)
worden uitgebroken, om plaats te maken
voor de voedingskabel (2).
0478 131 9936 B - NL