Maaivlakken die de robotmaaier via
een doorgang bereikt, worden
alleen bewerkt als er startpunten in
dit vlak zijn gedefinieerd.
15.5 Maaien ongeacht actieve tijden
● Activeer de ingedockte robotmaaier
door op een toets te drukken. Daardoor
wordt ook het dockingstation
ingeschakeld.
Maaivlakken met dockingstation:
● om een zone van het maaivlak te
bewerken dat alleen via een doorgang
te bereiken is, robotmaaier er naartoe
dragen of rijden.
● Meteen maaien:
commando Maaien starten oproepen
(
11.5) of maaitoets indrukken.
De maaibeurt start meteen en duurt tot
het geselecteerde tijdstip.
● Maaien met vertraging:
activeer het commando Maaien met
vertraagde start. (
11.5)
De maaibeurt start bij de geselecteerde
starttijd en duurt tot aan het
geselecteerde eindtijdstip.
● MI 632 C, MI 632 PC:
Maaien met de app starten. (
De maaibeurt start bij de geselecteerde
starttijd en duurt tot aan het
geselecteerde eindtijdstip.
0478 131 9936 B - NL
● Maaien handmatig beëindigen:
met de STOP-toets kan de lopende
maaibeurt op elk moment worden
beëindigd. (
Door het activeren van de terugkeer op
het dockingstation wordt de lopende
maaibeurt ook meteen beëindigd.
(
13.1)
MI 632 C, MI 632 PC:
De maaibeurt kan ook met de app
worden beëindigd – robotmaaier naar
dockingstation sturen. (
Indien gewenst laadt de
robotmaaier tussentijds de accu op
en zet daarna de maaibeurt voort
tot aan het geselecteerde
eindtijdstip.
Aanpalende gazons:
● robotmaaier naar het aanpalende
gazon dragen of rijden.
● Activeer het aanpalende gazon.
(
11.14)
● Meteen maaien:
commando Maaien starten oproepen
(
11.5) of maaitoets indrukken.
De maaibeurt start meteen en duurt tot
het geselecteerde tijdstip.
● Maaien met vertraging:
activeer het commando Maaien met
10.)
vertraagde start. (
De maaibeurt start bij de geselecteerde
starttijd en duurt tot aan het
geselecteerde eindtijdstip.
5.1)
10.)
11.5)
● Maaien beëindigen:
wanneer het geselecteerde eindtijdstip
bereikt is, rijdt de robotmaaier naar de
begrenzingsdraad en blijft staan. Plaats
het apparaat voor het opladen van de
accu in het dockingstation en bevestig
de getoonde melding. (
Met de STOP-toets kan de lopende
maaibeurt op elk moment handmatig
worden beëindigd. (
5.1)
Wanneer de accu vóór het gekozen
eindtijdstip leeg is, wordt de
maaibeurt dienovereenkomstig
ingekort.
15.6 Manueel maaien
De stootsensor en de
randbegrenzing zijn tijdens het
manuele maaien inactief.
● Zo nodig accu opladen (
● Bedieningsconsole wegnemen
(
15.2)
● Commando Handbesturing activeren
(
11.5)
● Robotmaaier met het
stuurkruis bewegen en sturen.
Er zijn twee
vooruitversnellingen
beschikbaar:
langzaam met een lichte druk op de
toets, snel met een stevige druk op de
toets.
● Houd de voeten vóór het inschakelen
van het maaimes op voldoende afstand
tot het maaiwerk – loop altijd achter de
robotmaaier. (
4.2)
24.)
15.8)
325