Start bij extern dockingstation:
Bevestig de begrenzingsdraad (1) links of
rechts achter de bodemplaat,
rechtstreeks naast een draaduitgang met
een bevestigingspen (2) op de bodem.
Houd een vrij draaduiteinde (1) van
ongeveer 2 m lengte aan.
0478 131 9936 B - NL
Leg vóór en achter het dockingstation (1)
begrenzingsdraad (2) met een afstand A
in een rechte hoek ten opzichte van de
bodemplaat. Installeer aansluitend een
doorgang. (
12.9)
Aan de zijkant naast de bodemplaat moet
een vlak met een minimale breedte B vrij
begaanbaar zijn.
A = 50 cm
B = 44 cm
Zie voor meer informatie over de
installatie van het externe
dockingstation het hoofdstuk
Installatievoorbeelden. (
Bedrading in het maaivlak:
Leg de begrenzingsdraad (1) rondom het
maaivlak en rondom eventueel aanwezige
hindernissen (
met bevestigingspennen (2) op de bodem.
Controleer de afstanden met behulp van
de iRuler. (
12.5)
27.)
Rond hoge hindernissen zoals
muurhoeken en hoge beddingen X moet
in de hoeken een grotere draadafstand
worden aangehouden, om te voorkomen
12.7) en bevestig deze
291