8
ONDERHOUD EN SMERING
ONDERHOUD
8.7
MACHINEONDERHOUD
Accu
Zorg dat de accuplaten onder het vloeistofniveau
blijven (A).
WAARSCHUWING
Draag een veiligheidsbril tijdens accu-
onderhoud.
Ander regelmatig onderhoudswerk
•
Verifieer de juiste werking van de
veiligheidsvergrendelingsschakelaars, de
parkeerrem, de zittingschakelaar enz.
•
Zorg ervoor dat moeren en bouten altijd
stevig vastzitten.
•
Houd de bandenspanning op 1 kg/cm
•
Volg de aanbevolen onderhoudsprocedures
van de motorfabrikant op.
•
Als een sticker slijt of verloren gaat,
raadpleeg dan de STICKER-sectie in deze
handleiding of de
tractoronderdelenhandleiding voor informatie
over vervanging.
N.B. Wanneer de machine wordt gewassen met
een drukspuitwasser of stoomreiniger, vermijd dan
de gedeelten waar zich lagers bevinden, aangezien
reinigingsoplossingen lagerafdichtingen kunnen
penetreren, waarvan het voortijdig defect raken van
lagers het gevolg kan zijn.
Opslag
•
Bewaar benzine en dieselolie in een
goedgekeurde houder op een koele, droge
plaats.
•
Houd de machine en brandstofhouders
achter slot en grendel om te voorkomen dat
ermee wordt geknoeid of dat kinderen ermee
spelen.
•
Bewaar/stal brandstof en/of door benzine/
diesel aangedreven machines en uitrusting
nooit in een besloten ruimte waar
verwarmingsapparatuur, waakvlammen of
andere open vlammen aanwezig zijn.
•
Voorafgaande aan stalling moet de motor
eerst koud worden en de brandstof in tanks
en houders geheel worden afgetapt.
•
Maximale veiligheid en optimale
maairesultaten kunnen uitsluitend worden
verwacht als de maaimachine naar behoren
wordt bediend en onderhouden.
NL-36
All manuals and user guides at all-guides.com
2
.
RANSOMES COMMANDER 3520
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-
EN ONDERHOUDSHANDLEIDING