Télécharger Imprimer la page

Textron Ransomes Jacobsen Commander 3520 Manuel De Fonctionnement Et De Maintenance page 148

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

6
BEDIENINGEN
6.8
VARIABLE CILINDERSNELHEID (B)
De draaisnelheid van de maaicilinders kan worden
bijgesteld met het handwiel rechts van de bestuurder,
achter de hefhendels van de maaieenheden. Om de
cilindersnelheid te verhogen moet het handwiel rechtsom
worden gedraaid, terwijl linksom draaien de
cilindersnelheid verlaagt.
6.9
HYDRAULISCHE HEFHENDELS (C, D, E)
De maaieenheden kunnen omhoog en omlaag worden
gebracht door drie bedieningshendels die zich aan de
rechterkant van de bestuurdersplaats bevinden en als
volgt worden bediend:
De middelste hendel (C) bedient de centrale en rechter &
linker eenheden vooraan, nrs. 1,2,3.
De rechterhendel (D) bedient de rechter zij-eenheid, nr.4.
De linkerhendel (E) bedient de linker zij-eenheid, nr.5.
N.B. Als een eenheid wordt geheven tot een inactieve
stand en vervolgens weer wordt neergelaten tot een
actieve stand, zal de cilinder pas gaan draaien als de
maaier-voetschakelaar wordt ingedrukt.
Heffen: Beweeg de hendel(s) naar achteren en houd
hem/ze daar in positie totdat de eenheid/eenheden de
gewenste hoogte heeft/hebben bereikt.
Neerlaten: Beweeg de hendel(s) geheel naar voren - na
ontspanning zal/zullen de eenheid/eenheden tot op
grondniveau zakken. Houd de hendel NIET in de
daalstand.
N.B. De eenheden kunnen uitsluitend worden geheven
en neergelaten als de motor loopt.
BELANGRIJK: Als tijdens het maaien een hefhendel
per ongeluk opwaarts wordt bewogen, zullen de
maaieenheden niet over terreingolvingen zweven
totdat de hendel volledig is neergedrukt en in staat
wordt gesteld naar de neutraalstand terug te keren.
6.10
TEGENGEWICHTBESTURING MAAIEENHEID (F)
De gronddruk van de maaieenheden kan worden
gevarieerd binnen tevoren bepaalde grenzen en wordt
bestuurd door handwiel aan de rechterkant van de
bestuurdersplaats.
Het handwiel wordt rechtsom gedraaid om de gronddruk
van de maaieenheid te verminderen, waardoor het
vermogen om hellingen op te rijden wordt verbeterd.
Om de gronddruk te vergroten wordt het handwiel
linksom gedraaid. Dit maakt het minder waarschijnlijk
dat de eenheid opspringt wanneer golvend terrein wordt
gemaaid. Bij het maaien van vlak terrein dient de
normale stand te worden ingesteld, d.w.z. halverwege
tussen maximum en minimum.
NL-14
All manuals and user guides at all-guides.com
RANSOMES COMMANDER 3520
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-
EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Publicité

loading