De afstandsbediening
P
2. Druk vanuit het programmascherm zo vaak als nodig op
om het actieve programma te selecteren; het programma dat
momenteel wordt uitgevoerd en dat u zojuist hebt gewijzigd.
3. Na selectie van het actieve programma drukt u op q om de wijziging in het geheugen van de afstandsbediening op te slaan.
De afstandsbediening vraagt u eerst om te bevestigen dat u het programma wilt overschrijven; druk op de desbetreffende knop.
P
Als u de wijziging bevestigt door op
te drukken, wordt het programma bijgewerkt en opgeslagen. Als u besluit om geen permanente
wijziging aan te brengen, keert u door op
te drukken terug naar het programmascherm.
"
Als een lege programmaregel [ ] beschikbaar is, kunt u ook een programmawijziging als een geheel nieuw programma opslaan:
P
Selecteer de lege programmaregel met behulp van
en druk op q. Na het opslaan van het nieuwe programma wordt het
niveauscherm opnieuw weergegeven op de afstandsbediening.
Systeemhandboek van patiënt
90868426-08 REV A 181 van 213