– De installatie-omgeving mag geen bron van elektromagnetische storingen en stralingen
(röntgenstralen, laserstralen, enz.) zijn.
– De omgeving moet vrij zijn van potentieel explosieve en/of brandgevaarlijke gas- of
poederconcentraties.
– De tijdens de productie-activiteiten en de onderhoudsfasen gebruikte producten
en materialen mogen geen besmettelijke en bijtende agenten bevatten (zuren,
chemische substanties, zouten, enz.) en mogen niet in contact kunnen komen met en/of
binnendringen in de elektrische onderdelen.
– Tijdens de transport en opslagfasen moet de omgevingstemperatuur tussen de -25 °C
en 55 °C zijn. Het elektrische gedeelte is echter bestendig tegen temperaturen tot 70 °C,
bij een maximale blootstelling van 24 uur.
Indien het niet mogelijk is om te voldoen aan één of meerdere van de bovengenoemde
voorwaarden, die onontbeerlijk zijn voor de correcte werking van het elektrische gedeelte, is
het noodzakelijk dat u reeds tijdens de contractuele onderhandelingen overeenkomt welke
extra oplossingen moeten worden toegepast om de meest geschikte omstandigheden te
creëren (bijvoorbeeld specifi eke elektrische componenten, airco's enz.).
INSTRUCTIES EN VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN VOOR DE MILIEU-IMPACT
– Ledere organisatie is ertoe verplicht om de procedures voor het opsporen en controleren van
de gevolgen van de uitgevoerde activiteiten (producten, diensten enz.) op het milieu toe te
passen.
– De procedures voor de identifi catie van belangrijke milieueff ecten moeten rekening houden
met de onderstaande factoren.
– Emissies in de atmosfeer
– Het lozen van vloeistoff en
– Het beheer van het afval
– Verontreiniging van de bodem
– Gebruik van grondstoff en en natuurlijke hulpbronnen
– Plaatselijke problemen met betrekking tot de milieueff ecten
Om die reden verstrekt de fabrikant indicaties waarmee alle personen die gedurende de
voorziene levensduur van het apparaat bevoegd zijn om ermee om te gaan rekening moeten
houden om eff ecten op het milieu te voorkomen.
– Alle verpakkingselementen moeten worden verwerkt in overeenstemming met de geldende
wetten in het land van gebruik.
– Voorkom tijdens het gebruik en het onderhoud de verspreiding van vervuilende producten
(olies, vetten enz.), en zorg voor een gediff erentieerde verwerking afhankelijk van de samen-
stelling van de verschillende materialen en in overeenstemming met de betreff ende geldende
wetten.
– Bij het afdanken van het apparaat moet u alle componenten selecteren op grond van hun
karakteristieken en zorgen voor de gediff erentieerde verwerking ervan.
Veiligheid bij het verwerken van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(richtlijn AEEA 2002/96/EG).
Belangrijk
Verspreid geen vervuilende materialen in het milieu. Deze materialen moeten worden
NL
verwerkt in overeenstemming met de betreff ende geldende wetten.
– Volgens de voorschriften van de richtlijn AEEA 2002/96/EG (afgedankte elektrische en elektro-
nische apparatuur), moet de gebruiker, bij het afdanken ervan, de apparatuur in de speciale
bevoegde verzamelcentra verwerken of ze op het moment van de nieuwe aankoop nog geïn-
stalleerd teruggeven aan de verkoper.
– Alle apparaten die volgens de AEEA 2002/96/EG richtlijn moeten worden verwerkt zijn her-
kenbaar aan een speciaal symbool (zie pag. 3).
Belangrijk
De illegale verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparaten wordt be-
straft met sancties geregeld door de geldende wetten in het gebied waar de overtreding
geconstateerd wordt. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten kunnen gevaar-
lijke stoff en bevatten met potentieel schadelijke gevolgen voor het milieu en de gezon-
dheid van de personen. Wij bevelen een correcte afvalverwerking aan.
3326460_ut_NL_rev.2
- 6 -
NEDERLANDS