Servosaver Instellen - Reely Dune Fighter Notice D'emploi

e) Servosaver instellen
De besturing van het voertuig is uitgevoerd als fuseebesturing.
De draaibeweging van de servostuurhendel (1) werkt via de stu-
urstang (2) op de bovenste arm (3) van de servosaver.
De servosaver bestaat uit twee rechthoekig t.o.v. van elkaar ge-
plaatste armen (3 en 4) die niet star met elkaar verbonden zijn,
maar die d.m.v. een veer op hetzelfde vlak met de stuurstangen
tegen elkaar in kunnen bewegen.
De tweede hendelarm (4) van de servosaver beweegt de bestu-
ringsplaat die opnieuw via de beide spoorstanghendel (5) de stu-
urinslag van de beide voorwielen bewerkt.
Als er tijdens het rijden harde schokken via de wielen in de stuur-
mechaniek overgebracht worden, worden deze niet onmiddellijk
naar de stuurservo overgedragen maar via de verende verbin-
ding van de twee hefarmen van de servosaver gedempt.
De werking van de servosaver kan via twee kartelmoeren (6 en 7)
voor elk voorwiel afzonderlijk worden ingesteld.
Door de kartelmoeren wordt de aanpersdruk van de respectieve-
lijke veren op beide hendelarmen van de servosaver gewijzigd.
Bij een te zachte instelling bewerken lichte stoten tegen
het wiel reeds een verdraaiing van beide armen van de
servosaver, wat de stuurprecisie en wegligging bij het
rijden negatief beïnvloed.
Een te harde instelling daarentegen kan ertoe leiden
dat de servoaandrijving wordt beschadigd, aangezien
stoten tegen de wielen ongefilterd naar de servo wor-
den doorgestuurd.
Stel de kartemoeren (6 en 7) aan beide zijden ongeveer gelijk in
zodat het rijgedrag niet negatief wordt beïnvloed.
122
5
3
3
4
6
5
2
1
Afbeelding 18
2
1
Afbeelding 19
Afbeelding 20