Controle Van De Werking; Besturing Van Carburateur En Rem; Besturing - Reely Dune Fighter Notice D'emploi

11.

Controle van de werking

a) Besturing van carburateur en rem
De gas-/remservo is met kanaal 2 van de ontvanger verbonden
en kan worden bewogen door de hendel op de zender te bewe-
gen. Door de speciale opstelling van de gas-/remstang worden
twee functies tegelijk uitgevoerd.
Via de gasstang (1) wordt de luchttoevoer naar de motor gere-
geld door de carburatorschuif (2) te bewegen.
Tegelijkertijd wordt de stationairsproeier (conische naald van een
naaldafsluiter) verschoven en wordt dus de door de carburator
stromende hoeveelheid brandstof veranderd.
Wordt de gasstang verder dan de stationaire stand geschoven
(mechanisch eindpunt van de schuif), dan drukt de gasstang te-
gen een veeraanslag (3).
Nu begint het werkgebied van de remhendel (4) die via de remb-
lokjes de schijfremmen activeert.
b) Sturing
Omwille van het voertuiggewicht en de goede grip van de banden, zouden de wielen van de vooras bij een
staand voertuig niet bewegen wanneer u de stuurinslag via de afstandsbediening verandert. Bovendien
wordt de stuurservo daarbij overbelast.
Ondersteun het model voor een functiecontrole van de besturing zo dat de wielen van de vooras vrij in de
lucht hangen.
• Schakel eerst de zender en daarna stroomtoevoer voor de ontvanger/servo in.
• Beweeg het stuurwiel op de zender (kanaal 1) naar links en rechts.
• De wielen moeten nu naar links en rechts inslaan (in dezelfde richting, zoals u het stuurwiel draait). Als de wielen in
de omgekeerde richting bewegen, schakelt u op de zender de reverse-functie voor de besturing in de respectieve-
lijke andere positie en controleert u de stuurfunctie opnieuw.
• Als u het stuurwiel op de zender loslaat (neutrale stand), moeten de wielen ongeveer recht staan.
Als de wielen in de neutrale stand van het stuurwiel op de zender niet precies rechtuit blijven staan, corrigeert u dit
met de trimfunctie van de besturing op uw zender.
De stuurwiel-eindpunten moeten een effect hebben op de eindpunten rechts/links van de besturing.
Let op:
Aangezien de stuurmechaniek een zekere mechanische speling heeft, is het niet nodig de wielen reeds
100% precies in de stand af te stellen.
De precieze afstelling voor rechtuit rijden van het voertuig gebeurt later tijdens het rijden met behulp van de
trimfunctie op de zender.
126
2
1
4
3
Afbeelding 22