Télécharger Imprimer la page

MSW Motor Technics MSW-EEM-AD02 Manuel D'utilisation page 80

Publicité

Aard de aansluitingen en sluit ze kort.
Bedek of isoleer nabijgelegen componenten die nog onder spanning staan.
Om het systeem van stroom te voorzien, voert u de maatregelen in omgekeerde volgorde uit.
Elektromotoren hebben hete oppervlakken, bevatten spanningvoerende onderdelen en gevaarlijke
draaiende onderdelen. Als de vereiste afdekkingen worden verwijderd of als de motoren niet op de
juiste manier worden gehanteerd, bediend of onderhouden, kunnen dodelijke of ernstige
verwondingen en aanzienlijke materiële schade ontstaan.
HEFFEN EN OPSLAG
Controleer het geleverde product op eventuele transportschade.
Motoren zwaarder dan 25 kg zijn voorzien van hijsogen of oogbouten. Het werkelijke gewicht van de
motoren staat op het typeplaatje.
Voor het hijsen van de motor mogen uitsluitend de belangrijkste hijsogen of oogbouten
worden gebruikt.
Gebruik alle hijsogen aan de motoren.
Gebruik geen beschadigd hijsoog.
Schokken, vallen en vochtigheid moeten tijdens het transport worden vermeden
Tijdens de opslag moeten de volgende voorwaarden worden nageleefd.
De opslagruimtes moeten bescherming bieden tegen extreme weersomstandigheden. Ze
moeten droog, vrij van stof, vorst en trillingen zijn en goed geventileerd.
De temperatuur moet tussen -15°C en 40°C liggen.
De motoras moet minimaal één keer per jaar met de hand worden gedraaid.
Bescherm motoren tegen direct zonlicht en tegen gassen die corrosie kunnen veroorzaken.
Onbeschermde bewerkte oppervlakken (as-einden en flenzen) moeten tegen corrosie
worden behandeld.
Open eventuele condensafvoergaten om het condenswater af te voeren (<6 maanden).
Als er een anticondensverwarming aanwezig is, schakel deze dan in als de machine stilstaat.
INBEDRIJFSTELLING
Controleer de motor direct na ontvangst op uitwendige beschadigingen (bijv. asuiteinden, flenzen en
gelakte oppervlakken) en meld dit indien aanwezig direct aan de expediteur. Controleer alle
gegevens op het typeplaatje, met name de spanning en de wikkelingsaansluiting, om er zeker van te
zijn dat de motorbeveiliging en de aansluiting correct zijn uitgevoerd.
Controleren van de isolatieweerstand
De isolatieweerstand van de motorwikkeling moet worden gemeten voordat de motor wordt gestart,
als de wikkeling te vochtig is.
Alleen daarvoor opgeleid personeel mag deze werkzaamheden uitvoeren.
Installeer vóór de inbedrijfstelling alle afdekkingen die ervoor zorgen dat actieve of
roterende onderdelen niet kunnen worden aangeraakt.
Controleer of er stroomkabels zijn aangesloten en of de netvoedingsspanning niet kan
worden aangesloten.
Nadat u de isolatieweerstand hebt gemeten, ontlaadt u de wikkeling door deze aan te sluiten
op het aardpotentiaal.
De isolatieweerstand moet worden gemeten terwijl de motor niet in bedrijf is.
Indien de metingen worden uitgevoerd bij een wikkelingstemperatuur die niet gelijk is aan 25
°C, reken dan de gemeten waarde om naar de referentietemperatuur van 25 °C om de
waarden te kunnen vergelijken met de onderstaande tabel.
De isolatieweerstand halveert elke keer dat de temperatuur met 10 °K stijgt.
De weerstand verdubbelt elke keer dat de temperatuur met 10 °K daalt.
NL

Publicité

loading