GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Gebruik het apparaat niet zonder be-
scherming tegen vallende voorwerpen
in bereiken waar de mogelijkheid be-
staat dat de bediener wordt geraakt
door vallende voorwerpen.
Bediening
– Degene die het apparaat bedient dient
het te gebruiken volgens de voorschrif-
ten. Deze dient rekening te houden met
de plaatselijke omstandigheden en bij
het werken met het apparaat te letten
op derden, speciaal op kinderen.
– Voor de aanvang van de werkzaamhe-
den moet de bediener zich ervan verge-
wissen dat alle veiligheidsinrichtingen
volgens de voorschriften zijn aange-
bracht en functioneren.
– De bediener van het apparaat is verant-
woordelijk voor ongevallen met andere
personen of hun eigendom.
– Erop letten dat de bediener nauw aan-
sluitende kledij draagt. Stevig schoeisel
dragen en losse kledij vermijden.
– Voor het starten de onmiddellijke om-
geving van het apparaat controleren
(bv. kinderen). Letten op voldoende
zichtbaarheid!
– Laat het apparaat nooit zonder toezicht
staan terwijl het ingeschakeld is. De be-
diener mag het apparaat pas achterla-
ten als de sleutel (Intelligent Key) ver-
wijderd en het apparaat tegen onbe-
doelde bewegingen beveiligd is.
– Om onbevoegd gebruik van het appa-
raat te voorkomen, dient men de con-
tactsleutel te verwijderen.
– Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun vaar-
digheden in het bedienen hebben aan-
getoond en uitdrukkelijk de opdracht
hebben gekregen voor het gebruik.
– Dit apparaat is niet ervoor gedacht,
door personen (inclusieve kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of door ge-
brek aan ervaring en/of door gebrek
aan kennis te worden benut.
– Over kinderen dient toezicht te worden
gehouden, om te waarborgen dat ze
niet met het apparaat spelen.
Veiligheidsinstructies voor de
rijmodus
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
– Er mogen enkel hellingen en dalingen
in rijrichting tot 12% bereden worden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
– Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
– Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 10 % berijden.
De rijsnelheid moet aan de omstandighe-
den van dat moment aangepast worden.
Apparaten met hoge afvoer
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
Til het vuilreservoir bij werkzaamheden
aan de hoge afvoer volledig op en be-
veilig het.
Het vuilreservoir mag alleen worden ge-
vuld tot een maximaal vulvolume of
maximaal vulgewicht.
(zie hoofdstuk „Technische gegevens").
Apparaten met
bestuurdersbeschermingsdak
OPMERKING
Het bestuurdersbeschermingsdak (optio-
neel) biedt bescherming tegen grote, val-
lende delen. Het biedt echter geen kantel-
bescherming!
Veiligheidsinstructies over het
transport van het apparaat
– Neem bij het transport het gewicht van
het apparaat in acht.
– Klem voor het transport van het appa-
raat de batterij af en zet het apparaat
veilig vast.
Veiligheidsinstructies over
verzorging en onderhoud
– Voor de reiniging en het onderhoud van
het apparaat, de vervanging van onder-
delen of de omschakeling naar een an-
dere functie moet het apparaat uitge-
schakeld en de KIK-sleutel (Kärcher In-
telligent Key) verwijderd worden.
– Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet de batterij afgeklemd
worden.
– Het schoonmaken van het apparaat
mag niet met een waterslang of hoge-
drukstraal gebeuren (gevaar van kort-
sluiting of andere schades).
– Reparaties mogen uitsluitend door
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
– Veiligheidscontrole volgens de plaatse-
lijk geldige voorschriften voor van
plaats veranderlijke, industrieel benutte
apparaten opvolgen.
– Werkzaamheden aan het apparaat al-
tijd met geschikte handschoenen uit-
voeren.
3
-
NL
Functie
De veegmachine werkt volgens het over-
slagprincipe.
– De zijbezems (3) reinigen hoeken en
kanten van het veegoppervlak en trans-
porteren het vuil in de baan van de vee-
grol.
– De roterende veegrol (4) transporteert
het vuil direct in de veeggoedcontainer
(5).
– Het in de container opgejaagde stof
wordt via de stoffilter (2) gescheiden en
de gefilterde schone lucht wordt door
het zuigventiel (1) weggezogen.
– De reiniging van de stoffilter (2) gebeurt
automatisch.
87