nld
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; de testtijd (t test)
begint dan direct (\ esc = annuleren).
9. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk (p
actual), verschiltestdruk (p diff), testtijd (t test) \ enter
10. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
3.4.2. Druktest met water, testmethode Δ>10K (B/1): temperatuurevenwicht
(EN 806-4:2010, 6.1.3.3)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water B \ enter
4. Test Δ>10K (B/1) \ enter
5. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
6. Instelwaarde stabilisatie (t stabi) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
7. Instelwaarde testtijd (t test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
8. De reële testdruk (p actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter
9. De stabilisatie-/wachttijd (t stabi) loopt; na afloop hiervan wordt de reële
testdruk (p actual) in de ingestelde testdruk (p refer) veranderd. Met enter
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; testtijd (t test) \
enter (\ esc = annuleren).
10. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk (p
actual), verschiltestdruk (p diff), testtijd (t test) \ enter
11. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
3.4.3. Druktest met water, testmethode PfS (B/2): persverbindingen niet-geperst
ondicht (informatieblad T 82-2011 van het Duitse Zentralverband Sanitär Heizung
Klima, uitbreiding van EN 806-4:2010, 6.1.3.2.)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water B \ enter
4. Test PfS (B/2) \ enter
5. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
6. Instelwaarde testtijd (t test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
7. De reële testdruk (p actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter; de testtijd (t test) begint direct (\ esc = annuleren)
8. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk (p
actual), verschiltestdruk (p diff), testtijd (t test) \ enter
9. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
3.4.4. Druktest met water, testmethode P+M (B/3): leidingsystemen van
kunststof en metaal (EN 806-4:2010, 6.1.3.3 en informatieblad T 82-2011 van
het Duitse Zentralverband Sanitär Heizung Klima)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water B \ enter
4. Test P+M (B/3) \ enter
5. Instelwaarde ingestelde testdruk (p1 refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
6. Instelwaarde ingestelde testdruk (p2 refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
7. Instelwaarde testtijd (t1 test) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
8. Instelwaarde testtijd (t2 test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
9. De reële testdruk (p1 actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p1 refer)
aangepast \ enter; de testtijd (t1 test) begint direct (\ esc = annuleren)
10. De reële testdruk (p2 actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p2 refer)
aangepast \ enter; de testtijd (t2 test) begint direct (\ esc = annuleren)
11. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p1 refer), reële testdruk
(p1 actual), verschiltestdruk (p1 diff), testtijd (t1 test)
ingestelde testdruk (p2 refer), reële testdruk (p2 actual), verschiltestdruk
(p2 diff), testtijd (t2 test) \ enter
12. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
3.4.5. Druktest met water, testmethode C (EN 806-4:2010, 6.1.3.4)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water C \ enter
4. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
5. Instelwaarde stabilisatie (t0 stabi) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
6. Instelwaarde testtijd (t1 test) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
7. Instelwaarde testtijd (t2 test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
8. De reële testdruk (p0 actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter
9. De stabilisatie-/wachttijd (t stabi) loopt; na afloop hiervan wordt de reële
testdruk (p actual) in de ingestelde testdruk (p refer) veranderd. Met enter
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; de testtijd (t1
test) begint direct, aansluitend volgt de testtijd (t2 test) (\ esc = annuleren).
10. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk (p0
actual), verschiltestdruk (p0 diff), testtijd (t0 stabi)
reële testdruk (p1 actual), verschiltestdruk (p1 diff), testtijd (t1 test)
reële testdruk (p2 actual), verschiltestdruk (p2 diff), testtijd (t2 test) \ enter
11. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
3.5. Programma persluchtpomp
De druk wordt op de op het scherm geselecteerde ingestelde testdruk (p refer)
in het bereik van 200 – 0 dalend in hPa (mbar, psi) en in het bereik van 0,2 – 8,0
stijgend in MPa (bar, psi) weergegeven en geregeld.
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Persluchtpomp \ enter
2. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen (11)
\ enter
3. Het reservoir wordt tot de ingestelde testdruk (p refer) opgepompt.
4. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.6
Bij een reeds onder druk staand reservoir wordt na de aansluiting van het
reservoir de druk ervan als p actual aangegeven.
Het programma kan te allen tijde met de knop esc (10) worden afgebroken.
Dan worden alle kleppen geopend en wordt de druk afgelaten. Het oppompen
wordt opgeslagen, maar hierbij wordt in het bestand 'Annulering' vermeld.
3.6. Geheugenbeheer, gegevensoverdracht, rapportage
Voor het geheugenbeheer zijn 4 functies beschikbaar:
● weergeven van opgeslagen resultaten van de spoel- en testprogramma's,
● afdrukken van opgeslagen resultaten van de spoel- en testprogramma's
op een printer; printer op de USB-poort (fig. 2 (33)) aansluiten,
● verwijderen van opgeslagen resultaten van de spoel- en testprogramma's,
● opslaan van de resultaten van de spoel- en testprogramma's op een
USB-stick; USB-stick in de USB-poort (fig. 2 (33)) steken.
Weergave / druk
File-nr. verwijderen
Alle files verwijd.
Opslaan op USB
De resultaten van de spoel- en testprogramma's worden met datum, tijd en
rapportnummer in de geselecteerde taal opgeslagen en kunnen voor docu-
mentatie naar een USB-stick of printer worden overgedragen (beide niet
bijgeleverd). Noodzakelijke aanvullingen van opgeslagen gegevens, bijv.
klantnaam, projectnummer, controleur, zijn op externe apparaten (bijv. pc,
laptop, tablet-pc, smartphone) mogelijk.
3.7. Gebruik van persluchtgereedschap
Persluchtgereedschap kan tot een max. luchtbehoefte van 230 Nl/min direct
vanuit het persluchtreservoir worden gevoed. De door het persluchtreservoir
geleverde luchtdruk kan op de manometer persluchtreservoir (fig. 4 (30)) worden
gecontroleerd. Met de noodstopknop compressor (fig. 4 (29)) kan de compressor
te allen tijde worden uitgeschakeld. Voor de drukinstelling persluchtgereedschap
(fig. 4 (31)) moet de instelschijf omhoog worden getrokken. De ingestelde druk
kan op de manometer persluchtgereedschap (fig. 4 (32)) worden afgelezen.
3.8. Transport en opslag
De elektronische spoel- en afperseenheid en de slangen dienen, om schade
te voorkomen, volledig leeg bij ≥ 5 °C en droog te worden opgeslagen. Water-
resten van het spoelen of van de druktest met water kunnen met de verbin-
dingsslang compressor-wateraansluitingen (fig. 5 (38)) (toebehoren) worden
verwijderd. Deze wordt aan de ene zijde op de aansluiting persluchtgereedschap
(fig. 4 (28)) en aan de andere zijde op de toevoer spoelen (fig. 1 (14)) resp.
toevoer druktest met water (fig. 1 (24)) aangesloten. Zie verder 3.7.
Ter voorkoming van verontreinigingen dienen de wateraansluitingen aan het
apparaat en de slangen met kappen resp. stoppen te worden afgesloten.
4. Onderhoud
4.1. Inspectie
WAARSCHUWING
Vóór de inspectie altijd de netstekker uittrekken! Controleer voor elk gebruik
de slangen en afdichtingen op beschadigingen. Gebruik geen beschadigde
slangen en afdichtingen.
4.2. Onderhoud
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken! Het
reservoir van het condens- en deeltjesfilter van de elektronische spoel- en
afpersunit met compressor moet regelmatig gecontroleerd en indien nodig
leeggemaakt worden. Hierbij dient de filterpatroon schoongemaakt en evt.
vervangen te worden. Draai hiervoor de 6 schroeven van de beschermkap (fig.
1 (37)) los en neem de beschermkap vervolgens weg. Houd alle slangaanslui-
tingen schoon. Open af en toe beide sluitschroeven condenswater (fig. 1 (34)),
om condenswater uit het persluchtreservoir (fig. 1 (35)) af te laten.
Opdat datum en tijd blijvend worden opgeslagen, dient de knoopcel (lithium
CR1220, 3 V) aan de achterzijde van het bedieningspaneel (fig. 1 (36)) ca. om
de 2 jaar te worden vervangen. Draai hiervoor de 6 schroeven van de
beschermkap (fig. 1 (37)) los en neem de beschermkap vervolgens weg. Draai
daarna de 4 schroeven van het bedieningspaneel los en vervang de knoopcel
aan de achterzijde van het bedieningspaneel.
nld