Télécharger Imprimer la page

Merit Medical Careflow Mode D'emploi page 3

Publicité

perforation af den interne klap. Nålen må ikke føres mere end
8 mm ind i Floswitch™.
5. Rutinemæssig kontrol af Luer konnekteringen er standard
praksis. Det er af største betydning ved brug af fedtholdige
substanser, som f.eks. intralipid. Dette gælder kun for
Floswitch™ Luer lock.
Opbevaringsbetingelser
Opbevares tørt og køligt og beskyttet mod direkte sollys
STERIL og ikke-pyrogenholdig i uåbnet, ubeskadiget pakning.
Kun til engangsbrug. Tilse at hver enkelt pakke er uskadt før
brug. Kasseres efter brug. Kan ikke resteriliseres.
Gentagen brug kan føre til infektion eller anden sygdom/ skade.
For yderligere information kontakt venligst den lokale
forhandler.
nl
Seldinger centraal veneuze katheter
De Merit Careflow™-katheter is een radio-opaque polyurethaan
katheter. (centraal veneuze, perifeer veneuze katheters en
radiale, femorale arteriële katheter).
Beoogd gebruik
De
Merit
Careflow
centrale
zenuwkatheter
intraveneuze katheter die bedoeld is voor kortstondig
gebruik (niet langer dan 30 dagen) voor toegang tot het
vasculaire circulatiesysteem bij mensen via insertie via
deinwendige halsslagader of subclavia-ader met behulp
van de Seldinger-techniek, waarbij de punt van de katheter
in de bovenste holle ader (vena cava superior) blijft. De
centrale aderkatheter is bedoeld voor het inbrengen van
geneesmiddelen,
vloeistoffen
met
Totale
Voeding (TPV), grote hoeveelheden toegediend via infuus,
herhaaldelijk bloedmonstername en voor het monitoren van
de centrale zenuwdruk.
De Merit Careflow
arteriële katheter is bedoeld voor
kortstondig gebruik (niet langer dan 30 dagen) voor toegang
tot de radiale en femorale slagaders voor herhaaldelijke
bloedmonsternames en voor het meten van de invasieve
bloeddruk.
N.B.: Uitsluitend gebruiken indien voorgeschreven door de arts.
Een volledige componentenlijst vindt u op de verpakking.
Algemene waarschuwingen
1. Artsen dienen bekend te zijn met de complicaties die
kunnen optreden bij centraal-veneuze katheterisatie -bijv.
bloedvat-perforatie,
lucht-embolie,
pleurale
en
mediastinale
beschadiging,
trombose en harttamponade die een gevolg kan zijn van een
vaatwandbeschadiging.
2. Bij een rechter atriale en abusievelijk rechter ventriculaire
katheterisatie kunnen zich complicaties voordoen. Artsen dienen
zich bewust te zijn van deze complicaties voordat de katheter
wordt geplaatst tot voorbij de gebruikelijke diepte. De katheter
nooit dieper plaatsen tenzij de procedure een rechter atriale
plaatsing vereist. Als de katheter wordt geplaatst tot voorbij de
gebruikelijke diepte, dan moet gedurende het aanbrengen het
elektrocardiogram worden gecontroleerd. Vervolgens moet de
uiteindelijke positie worden gecontroleerd met behulp van een
röntgen-apparatuur.
3. Het is ten zeerste aan te bevelen dat patiënten gedurende
het plaatsen enigszins in de Trendelenburg positie worden
gelegd teneinde het risico op lucht-embolie te beperken.
4. Door ons wordt aanbevolen dat de lumens van de Merit
centrale veneuze katheter worden doorgespoeld met een
steriele zoutoplossing voordat de katheter wordt geplaatst.
5. Alle katheter-plaatsingen dienen periodiek te worden
geïnspecteerd op doorgan kelijkheid, de bevestiging van het
verband en de luer-aansluitingen.
6. Om mogelijk risico van verschuiven van de katheter te
voorkomen, adviseren we u om bij plaatsing van de katheter
deze goed vast te zetten door vast te hechten aan oogjes van
het aansluitpunt. Indien een secundaire fixatie nodig is, dient
deze als extra ondersteuning en mag deze nooit als enige
bevestiging worden gebruikt. Bovendien moet de katheterfixa
tie en de positie van de katheterpunt gedurende het gebruik
regelmatig worden gecontroleerd.
7. Wanneer verband op of in de buurt van de katheter wordt
verwijderd, zorg er dan voor dat de katheter niet losgaat.
8. Aceton mag nooit in contact komen met de katheter daar
blootstelling van de katheter aan aceton de samenstelling van
het kathetermateriaal kan beïnvloeden hetgeen kan resulteren
in lekkages of aspiraties.
9. Blootstelling van de katheter aan preparaten die alcohol
bevatten, wordt afgeraden.
10. Nooit een geheel of gedeeltelijk verwijderde introducer-
canule opnieuw inbrengen.
11. Pulmonaire hypertensie kan een contra-indicatie zijn voor
een percutane centraal-veneuze punctie.
12. Als een injectiespuit van minder dan 5 mL wordt gebruikt
om een geoccludeerde katheter door te spoelen of bloedstolsels
te verwijderen, kan intraluminale of katheter- ruptuur wordt
veroorzaakt.
13. Injectiespuiten worden uitsluitend geleverd voor bloed-
aspiratie.
14. Luer aansluitingen: als standaard praktijk moet de
bevestiging
van
luer
aansluitingen
regelmatig
gecontroleerd.
15. Artsen dienen zich ervan bewust te zijn dat centraal veneuze
en arteriële katheters niet langer dan 30 dagen achtereen
kunnen worden gebruikt.
16. Bij patiënten van wie wordt vermoed dat zij overgevoelig
zijn voor nikkel, zou voorafgaand aan het gebruik van
geleidingsdraden van Merit bij de plaatsing van een central
veneuze katheter een huidtest moeten worden gedaan voor het
beoordelen van de overgevoeligheid.
Waarschuwingen - Seldinger Techniek
1. Trek de voerdraad niet terug langs het schuine gedeelte van de
naald om te voorkomen dat de voerdraad breekt.
2. Gedurende het plaatsen nooit een geheel of gedeeltelijk
verwijderde naald weer in de canule terugsteken.
3. Zorg ervoor dat het flexibele uiteinde van de voerdraad in de
vene wordt opgevoerd.
4. Controleer of de voerdraad vrij in de naald of canule kan
bewegen.
5. De voerdraad moet altijd goed worden vastgehouden.
6. Wanneer een plastic buisje wordt gebruikt voor het
strekken van de voerdraad, dient dit goed te worden
vastgehouden.
7. Voordat de katheter naar binnen wordt opgevoerd,
controleren of de dilatator is verwijderd.
8. Het secundaire fixatie-systeem moet worden gebruikt als
extra ondersteuning en mag nooit als enige bevestiging dienen.
9. Mogelijke breuk van de voerdraad. Hoewel de voerdraad
zeer zelden breekt, dient men zich bewust te zijn van deze
mogelijkheid als te veel kracht op de draad wordt uitgeoefend.
Wanneer tijdens pogingen om de voerdraad te verwijderen en
nadat de introducer is geplaatst, weerstand wordt gevoeld,
dan is het mogelijk dat de voerdraad in het bloedvat is geknikt.
Als teveel kracht wordt uitgeoefend kan de draad breken. Als
weerstand wordt gevoeld, dan moet de introducer 2-3 cm ten
is
een
opzichte van de voerdraad worden teruggetrokken. Probeer de
draad te verwijderen. Als nog steeds weerstand wordt gevoeld
dan moeten de draad en de introducer tegelijkertijd worden
verwijderd.
10. Artsen dienen zich bewust te zijn van het feit dat door de
voerdraad materiaal van de ader kan worden meegenomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de voerdraad niet door de naald kan
worden teruggetrokken.
Parenterale
11. De voerdraad mag nooit worden geforceerd. Wordt
weerstand ondervonden dan moet de voerdraad voorzichtig
worden teruggetrokken. Probeer die vervolgens weer te
plaatsen.
12. Breng de patient in rugligging als de katheter via de
femoralis wordt ingebracht.
Aanbevolen procedure voor de Seldinger techniek (veneus
gebruik)
1. Prepareer
de
aseptische techniek.
2. De voerdraad kan worden ingebracht met een stalen
dunwandige naald of canule.
3. Steek het gewenste uiteinde van de voerdraad door de
naald of canule. Strek de voerdraad door hem met de duim in
katheter-embolie,
de introducer terug te trekken.
septicaemie,
4. Verwijder de introducer.
5. Met een dilatator kan de insteek-opening worden vergroot.
Als verdere vergroting noodzakelijk is, gebruik dan een scalpel.
6. Als katheters met meer lumens worden gebruikt, dan
moeten niet-distale lumens worden doorgespoeld en op een
infuus worden aangesloten, of dient een heparine-slot te worden
aangebracht. Volg altijd het ziekenhuisprotocol.
7. Schuif de distale punt van de katheter over de voerdraad.
(Voer de katheter zover op dat het proximale einde van de
voerdraad uit de katheter-aansluiting tevoorschijn komt).
Pak de katheter dicht bij de huid vast, plaats hem met een
iets draaiende beweging in het bloedvat en druk door tot de
gewenste positie is bereikt.
8. Houd de katheter in positie. Verwijder de voerdraad.
Vervolgens met een spuit aspireren teneinde de juiste plaatsing
te controleren.
9. De distale aansluiting moet worden aangesloten op het
infuus. Als er een Floswitch™ wordt gebruikt, dan kan die nu
worden uitgezet.
10. De katheter kan nu op de huid worden gefixeerd door
de oogjes van het verbindingspunt vast te hechten of het
verbindingspunt met pleister te fixeren.
11. Gebruik steriel verband.
Aanbevolen procedure voor de Seldinger techniek (arterieel
gebruik)
1. Prepareer
de
aseptische techniek.
2. Plaats de naald in de slagader. Vervolgens aspireren en de
naald in de slagader duwen.
3. Steek het gewenste uiteinde van de voerdraad door de
naald in de slagader. Als een "J" vormige voerdraad wordt
gebruikt, dan kan het "J" vormige gedeelte voor insertie recht
worden gebogen met behulp van de plastic insertie manchet.
4. Houdt de voerdraad in positie en verwijder de naald.
5. Schuif de punt van de katheter over de voerdraad. (voer de
katheter zover op dat het proximale einde van de voerdraad
uit de katheter-aansluiting tevoorschijn komt). Pak de katheter
dichtbij de huid vast. Plaats de katheter in de uiteindelijke
eindpositie.
6. Houd de katheter in positie. Verwijder de voerdraad.
Vervolgens met een spuit aspireren teneinde de juiste plaatsing
te controleren. Zonodig moet een luer-lock plug worden
geplaatst.
7. De katheter kan nu worden bevestigd.
8. Gebruik steriel verband.
Secundaire bevestiging 5Fr-8,5Fr-katheters
worden
Let op: dit product is alleen bijgevoegd bij bepaalde modellen
1. Plaats de secundaire fixatievleugel op de katheter. Fixeer
het systeem door op de vleugels te drukken. Een hoorbare klik
bevestigt de fixatie van het systeem
2. Bevestig het systeem door de vleugels met behulp van de
oogjes te hechten.
3/28
insteek-opening
volgens
een
volledig
insteek-opening
volgend
een
volledig
3. Open het systeem door de vleugels omhoog te trekken.
Secundaire bevestiging (7Fr- en 9,5Fr-katheters)
Let op: dit product is alleen bijgevoegd bij bepaalde modellen
1. Controleer of het secundaire fixatiesysteem is aangebracht
ter hoogte van de hechtplaats.
2. Om de extra fixatievleugel te sluiten moet het bovenste
gedeelte dicht geklikt worden.
3. Bevestig het systeem door de vleugels met behulp van de
oogjes te hechten.
4. Om de extra fixatievleugel te openen, moet men het slot
naar beneden duwen en het bovenste gedeelte optillen door
gebruik te maken van het hendeltje.
Venaguide™
Let op: dit product is alleen bijgevoegd bij bepaalde modellen.
1. Verwijder de beschermdop om de voerdraad op te kunnen
voeren.
2. Strek de voerdraad "J" door hem met de duim in de
introducer terug te trekken.
3. Plastic buisje en de voerdraad tot de vereiste diepte, in het
bloedvat opvoeren.
WAARSCHUWING - Voerdraad nooit verder opvoeren dan het
laatste dieptemerkteken!
Invoerspuit
Opmerking: dit accessoire bevindt zich alleen in bepaalde
modellen.
Dit hulpmiddel wordt gebruikt voor het inbrengen van voerdraden
voor gebruik met centrale of perifere veneuze katheters van
Merit.
1. Breng de aan de invoerspuit bevestigde invoernaald in het
bloedvat in en aspireer.
2. Voer het flexibele uiteinde van de gewenste voerdraad
door de opening achter in de plunjer van de invoerspuit in de
vene. Indien een 'J'-draad moet worden gebruikt, maakt u
voerdraad 'J' recht door deze met de duim terug te trekken in
het invoersysteem.
3. Houd de voerdraad op zijn plaats vast en verwijder de
invoernaald en invoerspuit.
WAARSCHUWING: Niet aspireren terwijl de voerdraad is
ingebracht. Hierdoor kan lucht in de spuit komen.
Let op: Bloed niet opnieuw infunderen om de kans op
bloedlekkage vanuit de achterkant van de spuit tot een minimum
te beperken.
Floswitch™ - Introducer
Dit product wordt gebruikt voor het plaatsen van seldinger
geleidedraden of voor toepassing in combinatie met de Merit
perifere en centrale veneuze katheters.
Prik de vene met de Floswitch™ introducer aan. Vervolgens
aspireren terwijl de canule verder in de vene wordt opgevoerd.
De naald verwijderen. Nu kan de Floswitch™ worden uitgezet.
De Floswitch™ moet weer worden geopend om het plaatsen
van de voerdraad of katheter toe te laten.
Floswitch™ - Luer-lock aansluiting
Dit systeem kan op een luer-aansluiting van een centraal-
veneuze katheter worden bevestigd.
1. Bevestig de katheter aan de huid.
2. Verbind de Floswitch™ met de luer-aansluiting van de
katheter. Draai hierbij de wartel handvast. (zie figuur 1.1)
3. De Floswitch™ moet in positie worden bevestigd met behulp
van een hechting of door de vleugels met tape vast te zetten. De
aanbevolen procedure voor het bevestigen van de vleugels met
tape staat aangegeven in figuur 2.
4. Door de zwarte merktekens wordt aangegeven of de
Floswitch™ aan- of uitstaat. Zijn de merktekens zichtbaar.
Figuur 1. Floswitch™ - Controle-procedure
1.1 Katheter-aansluiting geheel omvat
1.2 Controle van de aansluiting is
door de wartel van de Floswitch™
noodzakelijk
Figuur 2. Floswitch™ - procedure voor bevestiging met tape
tape-strips
vouw de
uiteinden
over de
klevende kant
vleugels
naar boven
Waarschuwingen - Floswitch™ Producten
1. De Floswitch™ mag niet worden uitgezet (zwarte merktekens
niet zichtbaar) voordat de naald geheel is verwijderd. Dit geldt
uitsluitend voor Floswitch™ introducer.
extra

Publicité

loading