nederlands
Pompen met motoren tot 3 kW, kunnen
Let op
met behulp van draagbanden (zie afbeelding)
worden gehezen. Het zwaartepunt van de
pomp ligt boven het bevestigingspunt,
zodat het belangrijk is de draagbanden
zodanig aan pomp te bevestigen, dat deze
niet zijwaarts kan wegdraaien.
Pompen met motoren boven 4 kW, kunnen
Let op
met behulp van draagbanden (zie afbeelding)
worden gehezen. Het zwaartepunt van de
pomp ligt boven het bevestigingspunt,
zodat het belangrijk is de draagbanden
zodanig aan pomp te bevestigen, dat deze
niet zijwaarts kan wegdraaien. De afstand-
houders, welke tussen de motoren en
draagbanden geplaatst worden verhinderen
beschadiging van de ventilatorkappen.
3. Typeaanduiding
Typeplaatje van de pomp
Voorbeeld:
EBZ 85 V / 4 - 210
54
210
waaierdiameter
4
aantal polen motor
V
verlengde motoras
85
modelgrootte
EBZ
serie
3.1 Waaierdiameter
De waaierdiameter kan voor het gewenste bedrijfs-
punt optimaal gekozen worden. Dit betekent dat de
actuele diameter kan afwijken van de standaard
diameter. In de prospectus, technische documentatie
etc. en in dit montagevoorschrift, zijn altijd de
standaard afmetingen of diameters vermeld. De actuele
diameter is op het typeplaatje van de pomp vermeld.
4. Toepassing
De pomp is alleen geschikt voor het verpompen van
vloeistoffen. De bedrijfszekerheid van de pomp is
alleen gegarandeerd mits deze juist wordt toegepast.
De grenswaarden, zoals in de technische docu-
mentatie aangegeven, mogen niet overschreden
worden.
Biral
Inline-circulatiepompen
hoofdzaak geschikt voor:
– Verwarmings-, luchtbehandelings-, klimaat-
en koelinstallaties.
– Circulatie, voeding en drukverhoging in industriële
installaties.
Bij toepassing van b.v. zuurhoudende of basische
vloeistoffen, kan de pomp door corrosie bescha-
digen, niet juist functioneren en gaan lekken.
4.1 Medium
Geschikt voor het verpompen van niet agressieve en
explosieve vloeistoffen, zonder vaste of vezelachtige
bestanddelen. Het te verpompen medium mag de
pomp niet chemisch of mechanisch aantasten.
Indien medium met een afwijkende dichtheid en/of
viscociteit ten opzichte van water wordt toegepast
verandert de capaciteit en opvoerhoogte. Let erop
dat het motorvermogen eventueel aangepast moet
worden.
O-ringen en asafdichtingen moeten aan het medium
aangepast worden. Bij het verpompen van water met
temperaturen van meer dan 80 °C en toevoeging
van anti-corrosie middelen, enz. is het mogelijk dat
speciale afdichtingen nodig zijn. (bijvoorbeeld in
verwarmings-en airconditioningsinstallaties).
Bij verwarmingsinstallaties moet de waterkwaliteit
overeenkomstig VDI 2035 zijn.
4.2 Glijringafdichting
Het pomphuis wordt bij de motoras door een
glijringafdichting (GLRD, afb. 15.3, 15.4, pos. 6)
afgedicht.
Een geringe lekkage (zweten) is voor de smering
noodzakelijk. Bij vorstbeveiligingstoevoegingen of
dergelijke kunnen hiervan sporen zichtbaar zijn.
Bij toevoegingen of dergelijke van meer dan 25%
zijn eventueel speciale glijringafdichtingen nodig.
Tijdens langdurige stilstand van de pomp moet, om
verhoogde lekkage te voorkomen, de pomp periodiek
kort in bedrijf genomen worden.
Watertoevoegingen, speciale abrassieve stoffen
kunnen de glijringafdichting beschadigen (verhoogde
lekkage). Aan de glijringafdichting mag geen onder-
druk ontstaan.
zijn
in