Apollo OverTube Mode D'emploi page 22

12.3. Zorg dat de klep van de afdichting open is.
OPEN
12.4. Breng door de zuiger van de spuit in te drukken de
lucht over naar de manchetafdichting totdat deze
voldoende gevuld is.
12.5. Houd de zuiger van de spuit ingedrukt en sluit de
klep van de afdichting.
VASTHOUDEN
NB: De afdichting voorkomt verlies van
insufflatiedruk maar laat beweging van de
endoscoop toe.
LET OP: Als de afdichting overvuld is, kan dit de
beweging van de endoscoop en de accessoires
hinderen. Verminder indien nodig de spanning op
de afdichting door de klep van de afdichting te
openen en een kleine hoeveelheid lucht terug te
trekken in de spuit.
13. Verwijderen en opnieuw inbrengen van
de endoscoop
13.1. De OverTube-afdichting moet worden geleegd
voordat de endoscoop verwijderd of opnieuw
ingebracht wordt.
NB: Als er gebruik gemaakt wordt van insufflatie,
veroorzaakt het verlagen van de spanning op de
afdichting verlies van gas/druk.
13.2. Open de klep van de afdichting.
13.3. Trek de zuiger van de spuit helemaal terug om alle
DICHT
lucht uit de afdichting te verwijderen.
13.4. Sluit de klep van de afdichting.
OPEN
22
13.5. Verwijder de endoscoop langzaam uit de patiënt.
13.6. Breng zo nodig opnieuw lubricans aan op de
endoscoophuls en de aanzetstukopening voordat
de endoscoop opnieuw wordt ingebracht.
NB: Hetzelfde geldt voor de procedure waarmee
biopten of vreemde lichamen worden verwijderd.
LET OP: Probeer geen biopten of vreemde
lichamen te verwijderen die groter zijn dan wat de
OverTube kan omvatten.
14. Verwijdering van de OverTube
14.1. Trek de OverTube en de endoscoop langzaam uit de
patiënt.
WAARSCHUWING: Gedurende het verwijderen
van de OverTube mag niet tegen weerstand in
opgevoerd of teruggetrokken worden.
15. Afvoeren van het product
Dit product moet na gebruik worden behandeld als mogelijk
gevaarlijk biologisch afval. Voer het af conform geaccepteerd
medisch gebruik en de van toepassing zijnde lokale en
landelijke voorschriften.