i) Instellen van de toegangsmodus
Voor het openen van een deur biedt het systeem drie mogelijk-
heden:
- Alleen pin
- Pin en kaart
- Pin of kaart
140
Start de invoer met de knop *, gevolgd door
de actuele mastercode (in het voorbeeld
wordt de in de fabriek voorgeprogrammeer-
de instelling "123456" gebruikt). Bevestig de
invoer met de #-knop. Een lange pieptoon
geeft het omschakelen aan. De rode led
knippert om de 1,5 seconden om de pro-
grammeermodus weer te geven.
Druk op de knoppen "3" en "0" om als toe-
gangsmodus "alleen pin" in te stellen.
Druk op de knop "1" om als toegangsmodus
"pin en kaart" in te stellen.
Druk op de knop "2" om als toegangsmodus
"pin of kaart" in te stellen.
In de fabrieksinstelling is de toegangsmodus
ingesteld op "pincode" of "EM-kaart".
Verlaat de programmeermodus na het in-
stellen van de toegangsmodus.