5.8
de volgende operatie voorbereiden
Installeer een nieuwe intermediaire slang zoals beschreven in paragraaf 5 .2 ter voorbereiding
van de volgende operatie .
WaarschuWIng! de instroomslangen (ref. 284508) mogen na de vorige
operatie alleen blijven zitten als de intermediaire slang met eenwegklep
(ref. 281142 of 284649) is bevestigd. de instroomslangen zonder eenwegklep
moeten worden weggegooid na de operatie. hergebruik van de slangen zonder
de eenwegklep kan kruisbesmetting veroorzaken, wat kan leiden tot mogelijke
infectie bij de patiënt.
WaarschuWIng! volg de voorbereidings- en wijzigingsprocedures zorgvuldig
om de steriliteit te waarborgen. de gebruikte eenwegklep moet aangesloten
blijven op de instroomslang, om de steriliteit van de luer-aansluiting tussen
procedures te garanderen.
5.9
einde dag
Verwijder aan het eind van de dag alle slangen en gooi ze overeenkomstig de
ziekenhuisregelgeving weg . Zet de pomp uit .
2 . Koppel de blauwe luer-lock van de instroomslang onder de
eenwegklep los .
3 . Druk op de blauwe flOW+ knop op de voetpedaal met 5 standen
om het gewricht van de patiënt leeg te maken (optioneel) .
4 . Draai het knijpventiel naar de verticale positie om de slang los te
klikken .
5 . Verwijder de
oranje
ziekenhuisregelgeving .
1 . sterIele gebruIker: Controleer of de luer-lock stevig vast zit
en geef het blauwe uiteinde door aan een niet-steriele gebruiker .
2 . nIet-sterIele gebruIker: Koppel de gebruikte eenwegklep
los en sluit de nieuwe intermediaire slang met eenwegklep
onmiddellijk aan .
suctieslang en gooi deze weg overeenkomstig de
394