5.2
Intermediaire slangen aansluiten
De intermediaire slangen (afbeelding 7) zorgen voor een steriele aansluiting op de
arthroscopische huls . Ze zijn ontworpen voor gebruik met de instroomslangen en moeten na
elke operatie weggegooid worden .
OpmerkIng: Deze procedure kan gebruikt worden wanneer de pomp in DUO- (irrigatie,
handstuk en suction) of SOLO- (irrigatie en handstuk) modus gebruikt wordt.
8 . Verwijder de doppen van de irrigatienaalden en breng de
naalden in de irrigatiezakken in .
9 . Open de twee (2) klemmen op de instroomslangen .
10 . Druk op de run/stOp (start/stOp)-toets om de pomp aan te
zetten .
11 . Houd de fill chamber-toets ingedrukt tot de kamer tot 1/3 gevuld
is om de pomp te laten aanzuigen . Zie de markering op de Fill
Chamber (Vulkamer) zoals weergegeven in Afbeelding 6 .
WaarschuWIng! de drukkamer moet verticaal
blijven tijdens de procedure. zorg dat de pomp op
dezelfde hoogte als de patiënt wordt geplaatst of pas
de druk aan zoals beschreven in hoofdstuk 6.
Afbeelding 7. Intermediaire slangen
Maak gebruik van een aseptische techniek om de intermediaire slangen
aan te sluiten .
1 . sterIele gebruIker: Zorg ervoor dat de luer-lock stevig vast zit
en geef het
blauwe
2 . nIet-sterIele gebruIker: Verwijder de
de intermediaire slang en instroomslang en sluit de luer-lock van de
instroomslang onmiddellijk aan op de luer-lock van de intermediaire
slang .
uiteinde door aan de niet-steriele gebruiker .
391
blauwe
doppen van