Hemofiltratiepatronen Koppelen - Delcath Systems CHEMOSTAT Mode D'emploi

Système de perfusion hépatique
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 37
responsiviteit van de patiënt op dit middel te evalueren. Nadat de ballonnen zijn
gevuld, moet de patiënt twee (2) tot vijf (5) minuten worden geëvalueerd om te zien
of veranderingen in de bloeddruk optreden, voordat u verdergaat. Binnen twee (2)
tot vijf (5) minuten zal de bloeddruk aanzienlijk dalen.
De vasopressoren moeten dus verder worden toegediend om de gemiddelde
bloeddruk boven 65 mmHg te houden. Na afsluiting van de procedure is het
doorgaans niet nodig om nog een vasopressor toe te dienen.
(a) De perfusionist moet nauwkeurig toezicht houden op de stroomsnelheid tijdens
het vullen van de ballonnen.
(b) Maximaal vulvolume van de ballonnen:
• C efale ballon:
38 ml verdunde contrastvloeistof
• C audale ballon:
38 ml verdunde contrastvloeistof
WAARSCHUWING
Het maximale vulvolume van de ballonnen mag NIET worden
overschreden. Door een te grote vulling kunnen de ballonnen scheuren,
wat kan leiden tot ernstig letsel of overlijden.
(c) V ul de cefale ballon onder fluoroscopie gedeeltelijk met ongeveer 15-25 ml
verdunde contrastvloeistof (bijv. 35% verdunning) in het rechteratrium (de
ballon ziet er rond uit).
(d) De caudale ballon is nog steeds leeg. Trek de Isofuse-katheter langzaam
terug tot de cefale ballon zich op de overgang tussen het rechteratrium en de
vena cava inferior bevindt. Vul de cefale ballon zo nodig verder tot de hiatus
diaphragmaticus zichtbaar is ingedeukt bij de onderste rand (de ballon ziet er
nu eikelvormig uit). Vul de ballonnen niet verder dan het volume dat nodig is
om een goede afsluiting tot stand te brengen. Wanneer beide ballonnen gevuld
zijn, mag de Isofuse-katheter nooit worden opgevoerd of teruggetrokken. Als
weerstand wordt ondervonden tijdens het manipuleren, dient de oorzaak van de
weerstand te worden vastgesteld voordat de procedure wordt voortgezet.
(e) V ul de caudale ballon onder fluoroscopie met verdunde contrastvloeistof tot de
laterale randen van de gevulde ballon onzichtbaar worden door de wand van de
vena cava inferior.
(f) Nadat de ballonnen zijn gevuld, maakt u een beperkt (retro-hepatisch)
angiogram van de v. cava inferior door de fenestraties (met een digitale
substractie-angiografie). Voordat contrastvloeistof wordt geïnjecteerd, verlaagt
u de pompsnelheid tot 1000 tpm en sluit u het circuit met de klem af. Injecteer
vervolgens jodiumhoudende contrastvloeistof door de fenestratiepoort om
te bevestigen dat de katheter de hepatische veneuze bloedstroom tussen de
ballonnen goed isoleert. De cefale ballon moet de vena cava inferior net boven
de hoogste vena hepatica (het dichtst bij het rechteratrium) afsluiten en de
caudale ballon moet de vena cava inferior net onder de laagste vena hepatica
(boven de aa. renales) afsluiten, zoals wordt weergegeven in de radiografische
afbeelding hieronder.
WAARSCHUWING
De bloedstroom door het hemofiltratiecircuit mag nooit langer
dan 30 seconden worden stopgezet.
Breng de stroom door het hemofiltratiecircuit opnieuw tot stand door de klem
van het circuit te openen en het toerental van de pomp weer te verhogen, tot de
eerdere stroomsnelheid wordt bereikt.
(g) Als de Isofuse-katheter zich niet in de juiste positie bevindt, leegt u beide
ballonnen (eerste de caudale ballon) en plaatst u de katheter opnieuw, terwijl u
de bloedstroom door het hemofiltratiecircuit in stand houdt.
WAARSCHUWING
De positie van de katheter met dubbele ballon mag uitsluitend
worden aangepast als beide ballonnen volledig leeg zijn
(h) Zodra een bevredigende positie is verkregen (d.w.z. dat het geïsoleerde
segment goed is afgesloten), houdt u het proximale uiteinde van de Isofuse-
katheter voorzichtig vast om opwaartse migratie van de katheter in het
rechteratrium te voorkomen. De katheter moet gedurende de hele procedure
(ongeveer 60 minuten) worden vastgehouden en de positie moet regelmatig
worden gecontroleerd).
LET OP: controleer de positie van de Isofuse-katheterballonnen om
de vier (4) tot vijf (5) minuten tijdens het toedienen van het
geneesmiddel en de filtratie om er zeker van te zijn dat het
hepatische veneuze bloed geïsoleerd blijft.

18. Hemofiltratiepatronen koppelen

(a) De bloeddruk van de patiënt moet continu worden bewaakt en naar behoefte
worden gecontroleerd (zie Regeling van de bloeddruk).
(b) Open de klemmen op de linkerpatroon (5 en 7), terwijl de bypasslijn open blijft
en laat het bloed de fysiologische zoutoplossing in de patiënt verdrijven.
(c) Wacht ongeveer 30 seconden nadat de fysiologische zoutoplossing in de
linkerpatroon en de lijnen volledig is vervangen door bloed. Open daarna de
klemmen op de rechterpatroon (klem 6 en 8), terwijl de bypasslijn open blijft,
zodat het bloed de zoutoplossing in de rechterpatroon en lijnen volledig heeft
verdreven. Wacht daarna ongeveer 30 seconden en sluit daarna de bypasslijn
door klem 4 stevig te sluiten. Gebruik een herbruikbare slangklem als extra
sluitingsmechanisme voor de bypasslijn, hoog in de bypasslijn waar hij goed
zichtbaar is voor het team.
15

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières