Castelgarden XM 130 Mode D'emploi page 70

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 59
NL
2.8 BANDENSPANNING
Controleer de bandenspanning. De juiste waarden
zijn:
Voor: 0,4 bar (6 psi).
Achter: 1,2 bar (17 psi).
2.9 ACCESSOIRES
Voor de montage van accessoires kijkt u in de
aparte montagehandleiding die bij iedere acces-
soire wordt geleverd.
Opmerking: Het maaidek is als accessoire lever-
baar.
3 BESCHRIJVING
3.1 AANDRIJVING
De machine heeft
voorwielaandrijvingGereedschap dat aan de
voorzijde is gemonteerd wordt aangestuurd door
aandrijfriemen.
3.2 BESTURING
De machine heeft achterwielbesturing. Daarom
kan de machine gemakkelijk om bomen of andere
obstakels heen rijden. Het sturen wordt geregeld
via een kabel.
3.3 BEVEILIGINGSSYSTEEM
De machine is uitgerust met een elektrisch beveili-
gingssysteem. Dit systeem onderbreekt bepaalde
activiteiten die door onjuiste handelingen gevaar-
lijke situaties kunnen veroorzaken.
De motor kan bijvoorbeeld alleen gestart worden
als het koppelings-/rempedaal is ingedrukt.
Controleer voor elk gebruik of het
beveiligingssysteem werkt.
3.4 BEDIENING
3.4.1 Gereedschapslift, mechanisch (6:P)
U kunt als volgt schakelen tussen de werkpositie
en de transportpositie:
1. Trap het pedaal volledig in.
2. Laat het pedaal langzaam los.
3.4.2 Bedrifjsrem/koppeling/parkeerrem
(6:M) (MAN)
Pedaal dat bedrijfsrem en koppeling combineert.
Drie standen:
1. Omhoog - aandrijving. De
machine rijdt als er een
versnelling wordt gekozen.
Bedrijfsrem niet geactiveerd.
2. Voor de helft ingetrapt - aandrijving
ontkoppeld, er kan geschakeld worden.
Bedrijfsrem niet geactiveerd.
70
NEDERLANDS
3. Volledig ingetrapt - aandrijving ontkoppeld.
Bedrijfsrem volledig geactiveerd.
LET OP! Regel de snelheid niet door de koppeling
te laten slippen. Kies in plaats daarvan de juiste
versnelling voor de goede snelheid.
3.4.3 Koppeling - parkeerrem (6:M) (HST)
Druk nooit op het pedaal tijdens het
rijden. De krachtoverbrenging kan dan
oververhit raken.
Het pedaal (2:B) heeft de volgende drie standen:
3. Volledig ingetrapt - Voorwaarts rijden
uitgeschakeld. De parkeerrem is geactiveerd maar
niet vergrendeld. Deze stand wordt ook gebruikt
als noodrem.
3.4.4 Vergrendeling, parkeerrem (6:N)
De vergrendeling vergrendelt het
koppelings-/rempedaal in de ingetrapte
stand. Deze functie wordt gebruikt om de
machine te vergrendelen op hellingen,
tijdens transport enz., als de motor niet
draait.
De parkeerrem moet tijdens het werk
altijd uitgeschakeld zijn.
Vergrendelen:
1. Trap het pedaal (6:M) volledig in.
2. Verplaats de vergrendeling (6:N) naar rechts.
3. Laat het pedaal los.
4. Laat de vergrendeling los.
Ontgrendelen:
Trap het pedaal volledig in en laat het weer los.
3.4.5 Gas- en chokehendel (7:T)
Hendel om de snelheid te regelen en om te choken
bij een koude start.
Als de motor onregelmatig loopt,
bestaat er een kans dat de hendel te ver
naar voren staat zodat de choke
geactiveerd wordt. Dit beschadigt de
motor, verhoogt het brandstofgebruik
en is schadelijk voor het milieu.
1. Choke - voor het starten van een koude
motor. De choke staat in de bovenste stand
in de groef.
Gebruik deze functie niet als de motor
warm is.
1. Omhoog - De koppeling is
niet geactiveerd. De parkeerrem
is niet geactiveerd.
2. Voor de helft ingetrapt -
Voorwaarts rijden uitgeschakeld.
De parkeerrem is niet
geactiveerd.

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Xm 140 hdXm 160 hd

Table des Matières