5. Verwijder de beschermende bedekking van de tip van de microkatheter.
6. Verwijder de tipretentiestilet van de katheter.
WAARSCHUWING: Als u de stilet niet verwijdert voordat u de microkatheter uit de
houder haalt, kan de katheter beschadigd raken.
7. Sluit een injectiespuit, gevuld met gehepariniseerde zoutoplossing of steriel water,
aan op het basisstuk van de microkatheter.
8. Injecteer voldoende oplossing om eventuele lucht uit de microkatheter te verwijderen.
9. Verwijder de microkatheter uit zijn houder.
OPMERKING: Het oppervlak van de microkatheter kan droog worden nadat deze uit
de microkatheterhouder wordt verwijderd. Extra bevochtiging met gehepariniseerde
zoutoplossing of steriel water vernieuwt het hydrofiele effect.
10. Inspecteer de microkatheter wanneer u deze uit de houder verwijdert om te
controleren dat er geen schade is voordat u deze katheter inbrengt.
11. Bevestig indien gewenst een tweede hemostaseklep met zijarmadapter, spoel
deze uit met gehepariniseerde zoutoplossing of steriel water om eventuele lucht te
verwijderen.
12. Breng voorzichtig een geleidingsdraad in in de microkatheter en sluit de klep (indien
gebruikt) rond de geleidingsdraad.
13. Introduceer de microkatheter en geleidingsdraad in de geleidingskatheter via de
hemostaseklep (indien deze wordt gebruikt). Als u een roterende hemostaseklep
gebruikt, dient u de klep rond de microkatheter genoeg aan te draaien om
terugstroom te voorkomen, terwijl enige beweging via de klep mogelijk blijft voor
de microkatheter.
14. Introduceer de microkatheter en geleidingsdraad in het vasculaire systeem onder
fluorescopie. Zorg er hierbij voor dat de geleidingsdraad altijd voorafgaat aan de
microkatheter. Breng de geleidingsdraad en microkatheter naar een geselecteerde
vasculaire locatie door afwisselend de geleidingsdraad verder in te brengen en
dan de microkatheter over de geleidingsdraad te laten volgen. Opmerking: Ter
vergemakkelijking van het hanteren van de microkatheter, is het proximale deel van de
microkatheter niet van een coating voorzien, zodat u een niet-glibberige greep hebt.
15. De uiteindelijke plaatsing wordt bereikt door korte voorwaartse verplaatsingen van
de geleidingsdraad en microkatheter tot de gewenste positie is bereikt en vervolgens
via fluorescopische visualisatie is bevestigd.
16. Zorg ervoor dat u de plaatsing en positionering van de microkatheter bewaakt
zolang u deze gebruikt.
17. Verwijder de geleidingsdraad uit de microkatheter volledig als u wilt infuseren. Sluit
een injectiespuit met infuusvloeistof aan op de Luer van de microkatheter en infuseer
naar behoefte.
I N S T R U C T I E S VO O R H E T G E B R U I K VAN E E N P OW E R I N J E C TO R M E T D E
MICROKATHETER
U kunt een power injector gebruiken om een contrastmedium via de microkatheter
te infuseren. Houd u hierbij aan de hier voor gegeven waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen. De doorstroomsnelheid is afhankelijk van factoren als de viscositeit
van het contrastmedium - iets wat varieert met het type en de temperatuur van het
medium - het model en de instellingen van de power injector en hoe de injector op de
microkatheter is aangesloten. De geobserveerde doorstroomsnelheden die hieronder
worden aangegeven, zijn uitsluitend ter referentie bedoeld.
Tabel 2: Doorstroomsnelheden
Grootte
Bruikbare
Contra-
Jodium-
Visco-
schede/tip
lengte
stmedia
gehalte
Merit Pursue
(cm)
(mg/ml)
(cP) bij
Micro-
katheter
Ch 2,8 / Ch 1,7
110
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
130
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
150
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
Ch 2,9 / Ch 2,0
110
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
130
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
150
ISOVUE
300
(Iopamidol)
370
REFERENTIEGEGEVENS
1. Gebruikte injector: MEDRAD MARK V
2. Temperatuur contrastmedia: 37°C
3. Injectiedrukbewaking / limietinstelling: 5515 kPa (800 psi)
4. Doorstroomschaal: ml/sec
5. Seconden lineaire toename: 0,3 sec.
Symbool
Let op: Onder de federale wetgeving van de Verenigde Staten
mag dit instrument alleen worden verkocht op voorschrift van
een arts.
Let op: Raadpleeg de begeleidende documentatie.
Lees de instructies voor gebruik.
Niet gebruiken als de verpakking beschadigd is
Niet-pyrogeen
Maximumdiameter geleidingsdraad
Maximale druk
Gesteriliseerd met ethyleenoxide
Radiopake markering
Condities
Feitelijke
Dood
siteit
doorstroominstelling
toevoer
volume
MEDRAD @ 0,3 Sec
contrast
(vulvolume)
37°C
met lineaire toename
ml/sec met
(ml)
veilighe-
idsdruk-
instelling
uit:
Doorstro-
Volume
5515 kPa
omsnelheid
(ml)
(800 psi)
(ml/sec)
4,7
6,0
10
3,0
0,42
9,4
3,0
10
1,5
4,7
6,0
10
2,6
0,50
9,4
3,0
10
1,3
4,7
6,0
10
2,4
0,53
9,4
3,0
10
1,2
4,7
6,0
10
4,3
0,50
9,4
3,0
10
2,4
4,7
6,0
10
3,9
0,57
9,4
3,0
10
2,0
4,7
6,0
10
3,7
0,63
9,4
3,0
10
1,9
Betekenis