Koude start
• Zorg ervoor dat het apparaat is bijgetankt.
• Koppel alle stroomverbruikers van het apparaat los.
• Meet het oliepeil voor elke start, zie paragraaf Reiniging, onderhoud en verzorging
op pagina 22, controleer de bougiedop in Bougiedop reinigen op pagina 26 en het
luchtfilter in Reiniging, onderhoud en verzorging op pagina 22 om er zeker van te
zijn dat het intact is en goed vastzit.
Het apparaat wordt geleverd zonder olie. Er zijn echter olieresten in de motor. Voor
vul vóór gebruik olie bij volgens de instructies!
Aanzetten
Materiële schade en milieuschade dreigen. Kabelverbindingen kunnen losra-
ken tijdens het gebruik. Controleer of alle zichtbare kabelverbindingen goed
vastzitten. Controleer het brandstofsysteem voor elke start op lekkage!
• Open de benzinekraan. Zie ook Fig. 6. (Handvat op de kraan wijst naar beneden)
• Zet de rode motorschakelaar in de stand "ON".
• Zet de chokehendel in de koudestartstand (stop rechts).
Voor een warme start zet u de chokehendel in de werkstand (linker aanslag).
• Trek gelijkmatig en stevig aan de kabel.
• Laat de kabel gecontroleerd oprollen - laat niet zomaar los.
• Het apparaat start na één tot drie keer aan het snoer trekken.
Chokehendel in kou-
destartstand (stop rechts)
NL
V. 1.1
Chokehendel in de war-
mestartstand (linker stop)
Figuur 6
Brandstofkraan op ON
19