Indicaties
Beheersing van (veneus, lymfatisch en traumatisch) oedeem.
Chronische veneuze insufficiëntie (C3 tot C6).
Symptomatische behandeling van lipoedeem.
Contra-indicaties
Niet gebruiken in geval van ernstige dermatologische aandoeningen van de
betrokken ledemaat.
Gebruik het hulpmiddel niet in geval van bekende allergieën voor een van de
componenten.
Niet gebruiken in het geval van obliteratief arterieel vaatlijden van de onderste
ledematen (AOMI) met een systolische drukindex (SPI) < 0,6.
Niet gebruiken in het geval van gedecompenseerd hartfalen.
Niet gebruiken in het geval van vergevorderde diabetische microangiopathie (voor
compressie > 30 mmHg).
Niet gebruiken in het geval van ernstige perifere neuropathie van de betrokken ledemaat.
Niet gebruiken in het geval van flegmatia coerulea dolens (pijnlijke blauwe flebitis met
arteriële compressie) van de betrokken ledemaat.
Niet gebruiken in geval van extra-anatomische bypass van de betrokken ledemaat.
Niet gebruiken in het geval van sceptische trombose.
Niet gebruiken op de bovenste ledematen in de volgende gevallen:
• Niet gebruiken ingeval van brachiale plexus pathologie.
• Niet gebruiken in het geval van vasculitis van de ledematen.
Voorzorgsmaatregelen
Houd u strikt aan de voorschriften en de gebruiksinstructies van uw zorgprofessional.
Als het hulpmiddel te strak lijkt te zitten, verwijdert u het en raadpleegt u een
zorgprofessional.
Regelmatige herbeoordeling van de baten/risicoverhouding en het juiste drukniveau
door een gezondheidswerker is vereist in geval van:
• AOMI met EAI tussen 0,6 en 0,9
• Ernstige perifere neuropathie
• Uitstromende of eczemateuze dermatose.
Om hygiënische redenen en omwille van de prestatiekwaliteit en veiligheid mag het
hulpmiddel niet door andere patiënten worden gebruikt.
In geval van ongemak, aanzienlijke hinder, pijn, verschil in omvang van de ledematen,
verslechtering van de huidconditie, infectie, een abnormaal gevoel of verandering in
de kleur van de ledematen, of verandering van de prestaties, verwijder het hulpmiddel
en neem contact op met een zorgverlener.
Kijk naar de vorm van het been; gebruik in geval van botuitsteeksels of dysmorfie
beschermend schuim of kussens van het Varico-type om het been gelijk te maken.
In het geval van veneuze ulcera is het noodzakelijk om vóór het gebruik van het
hulpmiddel een doppleronderzoek uit te voeren, om er zeker van te zijn dat er geen
sprake is van een gerelateerde ernstige arteriële aandoening.
Bij lipoedeem kan compressie worden gebruikt om de symptomen te verlichten.
Raadpleeg een zorgprofessional voor advies over compressie en andere oplossingen
voor de behandeling van lipoedeem.
Voor bepaalde aandoeningen (of situaties), zoals veneuze trombose, moet het
hulpmiddel worden gebruikt in combinatie met een antistollingstherapie; daarvoor
verwijzen wij u naar het advies van een zorgprofessional.
Breng geen producten aan op de huid (crèmes, zalven, oliën, gels, pleisters, enz.)
voordat u het hulpmiddel aanbrengt, aangezien deze het product kunnen beschadigen.
Het product niet rechtstreeks op beschadigde huid of een open wond aanbrengen
zonder aangepast verband.
Ongewenste bijwerkingen
Dit hulpmiddel kan huidreacties (roodheid, jeuk, branderigheid, blaren, enz.) of zelfs
wonden in verschillende mate van ernst of uitdroging van de huid. veroorzaken.
Elk ernstig incident in verband met het dragen van dit hulpmiddel moet bekend
worden gemaakt aan de fabrikant en aan het bevoegde gezag van de Lidstaat waar
de gebruiker en/of patiënt gevestigd is.
Gebruiksaanwijzing
Controleer de betrouwbaarheid van het hulpmiddel vóór elk gebruik.
Gebruik het hulpmiddel niet als het beschadigd is.
Kies de juiste maat voor de patiënt aan de hand van de maattabel.
Het wordt aanbevolen dat een zorgprofessional meekijkt bij de eerste toepassing.
Aantrekken van het dijmodel:
1. Zorg er vóór het aanbrengen voor dat de klittenbandsluitingen op zichzelf zijn
opgerold. ①
2. Trek de sleeve aan Ⓔ tot halfweg de dij. ②
3. Rol de onderste zwachtel af Ⓐ , trek de klittenbandsluiting aan op het andere deel
van de zwachtel (niet vastzetten op de sleeve) en span deze aan op de ledemaat
volgens het gewenste drukniveau. ③ⓐ
4. Zorg ervoor dat u niet aan de instelstrook trekt.
5. Herhaal dit met alle andere zwachtels ( Ⓑ , Ⓒ , Ⓓ ) van onder naar boven.④
6. Om ze te verwijderen, maakt u de zwachtels van boven naar onder los en rolt u de
klittenbandsluitingen weer op. ⑤
Gebruik van de drukregeling ⓐ :
De instelstrook heeft 3 drukniveaus: L laag (lichtblauwe lijn), M gemiddeld (blauwe
lijn) en H hoog (blauwe lijn).
Het drukniveau wordt bereikt door aan de zwachtel te trekken, waardoor de
instelstrook verschuift tot de buitenkant van de klittenband en het gewenste
drukniveau elkaar overlappen.
Let er bij het aantrekken en dragen op dat er geen grote plooien ontstaan.
Indien nodig kan de druk van het segment worden aangepast door de bandjes van
onder naar boven te verstellen.
Aantrekken van het kniemodel:
1. Zorg er vóór het aanbrengen voor dat de klittenbandsluitingen op zichzelf zijn
opgerold.①
2. Plaats het hulpmiddel op de knie.②
3. Rol de middelste zwachtel af Ⓑ , zet deze aan de andere kant vast en span deze
daarbij aan op de ledemaat.③
4. Positioneer de onderste zwachtel Ⓐ : houd het binnenste deel tegen de huid, trek
het andere deel eroverheen en zet het vast met de klittenbandsluiting. ④
5. Herhaal dit met de bovenste zwachtel Ⓒ. ⑤
6. Om ze te verwijderen, maakt u de zwachtels van boven naar onder los en rolt u de
klittenbandsluitingen weer op.⑥
Verzorging
De compressiehulpmiddelen zijn ontworpen voor dagelijks gebruik gedurende
een periode van 6 maanden (d.w.z. 90 wasbeurten). We raden aan om ze daarna te
vervangen, want dan verliezen ze hun technische eigenschappen, waardoor de
behandeling niet meer effectief is. Sluit de klittenbandsluitingen voor elke wasbeurt.
Machinewasbaar op 30°C (fijne was). Gebruik indien mogelijk een wasnetje. Gebruik
geen reinigingsmiddelen, weekmakers of agressieve middelen (chloorproducten, enz.).
Overtollig water uitwringen. Uit de buurt van warmtebronnen laten drogen (radiator,
zon, enz.). Liggend laten drogen. Indien het hulpmiddel met zeewater of chloorwater in
contact is gekomen, spoel het dan met helder water af en laat het drogen.
Bewaaradvies
Bewaren op kamertemperatuur, bij voorkeur in de originele verpakking.
Verwijdering
Voer het hulpmiddel af in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Deze handleiding bewaren.
sv
JUSTERBAR KOMPRESSIONSANORDNING FÖR LÅR OCH KNÄ
Beskrivning/Avsedd användning
Enheten består av olika överlappande justerbara och flyttbara remmar som stängs
med kardborrefästen.
Olika modeller finns tillgängliga för att passa olika delar av kroppen: fot, vad, knä, lår,
arm och hand.
Vad- och lårmodellerna har ett fästsystem för att kontrollera och uppnå önskad trycknivå:
låg (minimum 20 mmHg), medel (minimum 30 mmHg) och hög (minimum 40 mmHg).
Enheten är endast avsedd för behandling av de angivna indikationerna och för
patienter vars mått motsvarar storlekstabellen.
Sammansättning
Material i lårmodellen:
Material textilier: polyamid - elastan - polyuretan - polyester.
Fästsystem: polyamid - polyuretan.
Material i knämodellen:
Polyamid - syntetiskt gummi (CR) - polyester.
Egenskaper/Verkningssätt
Produkterna ger kompression genom att tillämpa ett tryck på extremiteten; venös och
lymfatisk cirkulation främjas och bidrar till att förhindra uppkomsten av ödem och att
bibehålla volymreducering.
Oelastiskt material med kort stretch (medeltrycknivå mellan 20 och 50 mmHg).
Indikationer
Hantering av ödem (venöst, lymfatiskt och av traumatiskt ursprung).
Kronisk venös insufficiens (C3–C6).
Symtomatisk behandling av lipödem.
Kontraindikationer
Använd inte vid allvarliga dermatologiska besvär i den berörda extremiteten.
Får ej användas vid känd allergi mot något av innehållsämnena.
Använd inte vid arteriell sjukdom i de nedre extremiteterna (PAD) med systoliskt
tryckindex (SPI) < 0,6.
Använd inte vid dekompenserad hjärtsvikt.
Använd inte vid avancerad diabetisk mikroangiopati (för en kompression > 30 mmHg).
Använd inte vid allvarlig perifer neuropati i den berörda extremiteten.
Använd inte vid phlegmatia coerulea dolens (smärtsam blå flebit med arteriell
kompression) i den berörda extremiteten.
Använd inte vid extraanatomisk bypass av den berörda extremiteten.
Använd inte vid septisk trombos.
Använd inte på de övre extremiteterna i följande fall:
• Använd inte vid patologi i plexus brachialis.
• Använd inte vid vaskulit i extremiteterna.
Försiktighetsåtgärder
Följ noga rekommendationer och bruksanvisningar från sjukvårdspersonalen.
7