Télécharger Imprimer la page

Parkside PBRM 53 A1 Consignes D'utilisation page 84

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 52
11.1 Messtopinrichting
Voor elke ingebruikname moet u de messtopinrichting
controleren. Start de motor zoals beschreven onder
12.4.
1. Laat de motorremhendel (3) los. De motor schakelt
uit en het mes (30) wordt afgeremd.
2. Het mes (30) moet binnen 7 seconden stoppen.
11.2 Instellen van de maaihoogte
(afb. 17)
LET OP
Het verstellen van de maaihoogte mag al-
leen bij uitgeschakelde motor en verwij-
derde bougiestekker worden uitgevoerd.
• In dicht, hoog gras, stelt u de hoogste snijhoogte in
en maait u langzamer. Voor de eerste keer maaien
in het seizoen, stelt u een hoge snijhoogte in. Stel de
maaihoogte zo in dat het product niet overbelast
raakt.
• Selecteer de maaihoogte, afhankelijk van de werke-
lijk graslengte.
• Voer meerdere passages uit, zodat er maximaal 4
cm gras in één keer wordt afgehaald.
• De juiste maaihoogte is bij
– een siergazon ca. 30 mm - 45 mm
– een gebruiksgazon ca. 40 mm - 65 mm.
Het instellen van de maaihoogte gebeurt via de hendel
voor de maaihoogteverstelling (21). Er kunnen verschil-
lende maaihoogten worden ingesteld.
1. Trek de hendel voor de maaihoogteverstelling (21)
naar buiten.
2. Verschuif de hendel voor de maaihoogteverstelling
(21) in de gewenste maaihoogtepositie.
3. Laat de hendel voor de snijhoogteverstelling (21)
weer los. De hendel klikt vast in de gewenste positie.
11.3 Accu (28) plaatsen/verwijderen
(afb. 18)
1. Om de accu (28) uit het product te halen, drukt u op
de ontgrendelingsknop (28a) van de accu (28) en
trekt de accu (28) eruit.
2. Om de accu (28) te plaatsen, schuift u de accu (28)
langs het geleideblad in het product. Hij klikt hoor-
baar vast.
11.4 Maaivlak voorbereiden
1. Onderzoek het te maaien oppervlak zorgvuldig
voorafgaand aan het maaien.
2. Verwijder stenen, stokken, botten, draden, speel-
goed en andere voorwerpen, die door het product
weggeslingerd kunnen worden.
76
|
NL / BE
3. Let erop dat er geen personen op het te maaien op-
pervlak aanwezig zijn.
12 Bedrijf
Werkinstructies
• Maai alleen met scherpe, optimale messen, zodat de
grassprieten niet gaan rafelen en het gazon niet geel
wordt.
• Om een net snijbeeld te bereiken moet de gras-
maaier in zo recht mogelijke banen worden geleid.
Hierbij moeten deze banen altijd enkele centimeters
overlappen zodat er geen stroken overblijven.
• Houd de onderzijde van de maaibehuizing schoon
en verwijder direct grasafzettingen. Afzettingen ver-
zwaren het starten, beïnvloeden de snijkwaliteit en
het uitwerpen van het gras.
• Op hellingen moet de snijbaan dwars op de helling
worden gemaakt. Het wegglijden van de grasmaaier
wordt door de schuine stand naar boven voorkomen.
12.1 Maaien met grasopvangzak
LET OP
Gebruik het product niet zonder volledig aangebrach-
te grasopvangzak of zonder mulchinzetstuk.
LET OP
Grasopvangzak alleen bij een uitgeschakelde motor
en stilstaand mes wegnemen of aanbrengen.
12.1.1
Plaatsen van de grasopvangzak
(24) (afb. 19)
1. Til de achterste uitwerpklep (23) op.
2. Grijp de grasopvangzak (24) vast aan de hand-
greep.
3. Hang de grasopvangzak (24) in de daarvoor be-
stemde ophanging van de grasopvangzak aan de
achterkant van het product.
4. Verwijder de achterste uitwerpklep (23), hierdoor
wordt de grasopvangzak (24) in positie gehouden.
12.1.2
Vulpeilindicator (24a) op de
grasopvangzak (24) (afb. 19)
De door het mes (30) gegenereerde luchtstroom laat de
vulpeilindicator (24a) stijgen. Als de grasopvangzak (24)
is gevuld, stopt de luchtstroom. Als de luchtstroom te laag
is, daalt de vulpeilindicator (24a). Dit is een aanwijzing
dat de grasopvangzak (24) moet worden geleegd.
De onbegrensde werking van de vulpeilindicator (24a) is
uitsluitend mogelijk bij een optimale luchtstroom. Externe
invloeden zoals nat, dicht of hoog gras, lage snijniveaus,
verontreiniging of dergelijke kunnen de luchtstroom en de
werking van de vulpeilindicator (24a) beïnvloeden.

Publicité

loading