O O p p m m e e r r k k i i n n g g
• Er is een vertraging van één seconde tussen het moment waarop de inzittende van de stoel af gaat en het moment
waarop het uitstapsysteem van de stoel dit meldt aan het verpleegoproepsysteem van de instelling.
• De limieten van de verpleegoproepcommunicatiekabel van 1/4 inch (6,35 mm) zijn 0,5 A, 42,4 VDC (30 VAC).
• De verpleegoproepfunctie in het medische hulpmiddel is niet geëvalueerd in het licht van de eisen van bepaling 17
(Normale werking) van UL 1069. De gebruiker is er verantwoordelijk voor om te bepalen of het uitstapsysteem van de
stoel kan worden gebruikt in combinatie met alle systemen waar het medische hulpmiddel op is aangesloten.
B B e e h h e e e e r r v v a a n n s s l l a a n n g g e e n n m m e e t t d d e e a a r r m m s s t t e e u u n n g g e e l l e e i i d d e e r r
U kunt een van de armsteungeleiders aan de zijkant van de rugsteun gebruiken als systeem voor het beheer van slangen
van de inzittende.
L L E E T T O O P P
• Zorg dat u bij het verplaatsen van het product niet trekt of iets laat haken aan de infuus- of dialyseslangen die over een
van de armsteungeleiders lopen.
• Laat de infuus- of dialyseslangen niet bekneld raken tussen de armsteun en zitting, de armsteun en rugsteun of de
zitting en voetsteun.
• Hang geen voorwerpen (zoals infuuszakken of blaaskatheterzakken) aan de armsteungeleider.
• Draai de armsteun niet naar achteren om hem tegen de armsteungeleider aan te leunen wanneer er slangen over de
armsteungeleider lopen.
Slangen beheren met de armsteungeleider:
1. Plaats de mobiele infuuspaal naast de T T r r u u R R i i z z e e .
2. Leid de infuus- of dialyseslangen van de mobiele infuuspaal over de armsteungeleider heen naar de inzittende.
E E e e n n b b l l a a a a s s k k a a t t h h e e t t e e r r z z a a k k a a a a n n d d e e b b l l a a a a s s k k a a t t h h e e t t e e r r z z a a k k h h a a a a k k b b e e v v e e s s t t i i g g e e n n
L L E E T T O O P P
• Bevestig alleen blaaskatheterzakken aan de blaaskatheterzakhaak.
• Hang geen zakken zwaarder dan 10 lb (4,5 kg) aan de blaaskatheterzakhaak.
Om een blaaskatheterzak aan de blaaskatheterzakhaak te bevestigen brengt u de haak van de blaaskatheterzak aan op de
blaaskatheterzakhaak. Zorg dat u de blaaskatheterzak bevestigt aan de blaaskatheterzakhaak.
H H e e t t n n e e t t s s n n o o e e r r o o p p b b e e r r g g e e n n
L L E E T T O O P P
• Berg het netsnoer altijd op voordat u het product vervoert.
• Gebruik geen enkele elektrische bewegingsfunctie terwijl het netsnoer om de mobiliteitshandgreep of armsteungeleider
heen is gewikkeld.
Het netsnoer opbergen:
1. Koppel het netsnoer los van het wandstopcontact.
2. Wikkel het snoer om de mobiliteitshandgreep of armsteungeleider heen.
3333-009-005 Rev AA.0
17
NL