6. Stel de opties van de T T r r u u R R i i z z e e in, waaronder de blokkeringen en het uitstapsysteem van de stoel.
E E e e n n i i n n z z i i t t t t e e n n d d e e o o v v e e r r b b r r e e n n g g e e n n
L L E E T T O O P P - - Zet het product wanneer het niet wordt gebruikt altijd terug in de stand rechtop 1, om struikelgevaar te
voorkomen.
Een inzittende overbrengen:
1. Duw of trek de T T r r u u R R i i z z e e met behulp van de mobiliteitshandgreep naar de gewenste plaats.
2. Sluit het netsnoer aan op een wandstopcontact.
3. Activeer de parkeerrem. Duw tegen het product om te controleren of de parkeerrem werkt.
4. Zet de T T r r u u R R i i z z e e in de stand rechtop 1 voor een transfer vanaf of naar een zitplaats. Gebruik de stand volledig vlakke
transfer voor een transfer van of naar een bed of brancard ( De stoel in verschillende standen zetten (pagina 13)). Stel
zo nodig de hoogte af.
5. Zet de armsteun of armsteunen omhoog totdat ze tegen de armsteungeleider aan leunen.
6. Breng de inzittende over vanuit of naar de T T r r u u R R i i z z e e met behulp van een transferplank ter overbrugging van de afstand
tussen het begin- en het eindoppervlak. Zorg dat het beginoppervlak 1-2 inch (2,5 tot 5 cm) hoger ligt dan het
eindoppervlak.
7. Zet de armsteun of armsteunen omlaag totdat ze worden vergrendeld.
8. Zet de T T r r u u R R i i z z e e in een comfortabele stand voor de inzittende.
D D e e a a r r m m s s t t e e u u n n e e n n o o m m h h o o o o g g z z e e t t t t e e n n
L L E E T T O O P P
• Zet de armsteunen alleen omhoog wanneer dit nodig is voor toegang tot de inzittende of om transfers te
vereenvoudigen.
• Vermijd altijd het knelpunt tussen de armsteun, rugsteun en zitting wanneer u de armsteunen in een andere stand zet.
Zorg dat de inzittende niet in de weg van de armsteunen zit.
• Ter voorkoming van instabiliteit niet op de armsteunen, voetsteun of rugsteun zitten of staan.
De armsteunen omhoog zetten:
1. Bedien met de ene hand de vrijgavehendel van de armsteun en zet de armsteun met de andere hand omhoog.
2. Draai de armsteun naar achteren totdat hij tegen de armsteungeleider aan leunt.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - Als de vrijgavehendel van de armsteun niet werkt, moet de stelschroef worden afgesteld. Als de armsteun los
aanvoelt, draait u de stelschroef rechtsom aan. Als de activering van de vrijgavehendel van de armsteun niet soepel gaat,
draait u de stelschroef linksom losser.
D D e e a a r r m m s s t t e e u u n n e e n n o o m m l l a a a a g g z z e e t t t t e e n n
L L E E T T O O P P
• Houd de armsteun altijd omlaag wanneer de stoel bezet is.
• Vermijd altijd het knelpunt tussen de armsteun, rugsteun en zitting wanneer u de armsteunen in een andere stand zet.
Zorg dat de inzittende niet in de weg van de armsteunen zit.
• Ter voorkoming van instabiliteit niet op de armsteunen, voetsteun of rugsteun zitten of staan.
Om de armsteunen omlaag te zetten beweegt u de armsteun vooruit totdat hij wordt vergrendeld.
NL
12
3333-009-005 Rev AA.0