Télécharger Imprimer la page

Climbing Technology LOOP ANKOR Instructions D'utilisation page 16

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen. Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 795:2012 / EN 354:2010.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): tijdelijke verankeringssystemen/sleutelkoorden. Alle werk-
zaamheden op hoogte veronderstellen dat persoonlijke beschermingsmiddelen
(PBM) worden gebruikt, ter beveiliging bij het risico op valpartijen. Voordat de
werkplek betreden wordt, dienen alle risicofactoren in kaart gebracht te zijn (om-
gevingsfactoren, bijkomstige factoren, gevolgen).
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen vallen van een
hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425. Persoonlijk valbescher-
mingsapparatuur: sleutelkoorden EN 354:2010 / tijdelijke verankeringssystemen
EN 795:2012. Opgelet! Niet voor gebruik in bergbeklimmingsactiviteiten of ge-
lijkaardig. Let op! Voor dit product moeten de instructies van EN 365 (algemene
instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen. Let op! Voor dit product is
een grondige periodieke inspectie verplicht (algemene instructies/paragraaf 8).
1.1 - Beoogd gebruik. Volgens EN 795 beschermt de apparatuur tegen het risico
van het vallen van een hoogte. Volgens EN 354 beschermt de apparatuur tegen
het risico van het vallen van een hoogte, als deze gebruikt wordt samen met een
energie-opnemer, waarbij de totale lengte van het systeem niet langer is dan 2
m; het dient ter preventie tegen het vallen van een hoogte, als de apparatuur niet
gebruikt wordt samen met een energie-opnemer, waarbij het werk wordt uitge-
voerd met behulp van een bevestigings- of werkpositiesysteem met een lengte van
meer of minder dan 2 m. Opgelet! Als de risicobeoordeling die vóór het starten
van de werkzaamheden wordt uitgevoerd, aanwijst dat het systeem op scherpe
randen wordt gebruikt, moeten de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M2; M6; N1.
3) BENAMING (Afb. 2). A) Label. B) Genaaide naad. C) Interne hijsband. D)
Externe buisvormige hijsband. E) Stalen eindring. F) Vlak weefselband. G) Lus. H)
Ring met stalen verstelgesp. I) Kleine aluminium ring. L) Versterkte rand. M) Grote
aluminium ring. N) Uiteinde met genaaid oog. O) Kabelkous. P) Slijtvaste mantel
Q) Mantel R) Kern S) Bovenlus T) Onderlus. U) Connector. V) Slijtvaste mouw, Z)
Eindverbinding X) Kabel.
3.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 1; 7; 10 (Afb. 13).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 1). Indicaties: 1; 2; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 14; 30) Maximale
lengte van het systeem.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 1). Indicaties: T2; T8; T9.
5) CONTROLES.
Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies (paragraaf 3)
in acht. Alvorens het systeem te gebruiken, controleer het volgende: de eindver-
bindingen, voor zoverre aanwezig, zitten stevig vast en mogen niet los zitten;
controleer de integriteit van de slijtvaste mantel: deze mag niet kunnen bewegen
of los komen aan het einde ervan; verifieer dat de slijtvaste mouw, waar deze
vereist wordt, intact is. Opgelet! Als de slijtvast mouw schade vertoont, controleer
dan goed dat de kabel eronder intact is. Opgelet! Houd er rekening mee dat bij
het controleren van systemen die uit touw zijn gemaakt, dat sommige problemen
van de binnenkern vanwege te hoge spanning, lokale vouwen of vuil, onzicht-
baar kunnen zijn.
6) COMPATIBILITEIT.
Dit product kan alleen worden gebruikt met EG-gemarkeerde apparaten: werkap-
paratuur zoals aansluitingen (EN 362), harnassen (EN 361 / EN813 / EN
358), energieabsorptie (EN 355) enz. Opgelet! Knopen in het systeem kunnen
de sterkte ervan aantasten (Fig. 12.4).
7) GEBRUIKSINSTRUCTIES EN 354 Een EN 354 sleutelkoord mag niet worden
gebruikt om jet vallen te stoppen tenzij dit gebruikt wordt met een energie-op-
nemer (bijv. EN 355 energie-opnemer). Tijdens het gebruik van een EN 354
sleutelkoord, moet de gebruiker altijd onder het verankeringspunt van het systeem
blijven waarbij het sleutelkoord onder spanning staat (valfactor 0 - Fig. 10.2). Bij
een valfactor van 1 of hoger (Fig. 10.2), moet er een energie-opnemer worden
gebruikt: in dit geval mag de totale lengte van het systeem, inclusief afwerkingen
en connectoren, niet langer dan 2 meter zijn (Fig. 10.1). Opgelet! De gebruiker
moet slapheid van het systeem tot het uiterste beperken als hij zich in een zone
bevindt waar het risico van vallen bestaat. Opgelet! Aanpasbare systemen kun-
nen alleen worden aangepast in een veilige zone waar er geen risico van vallen
bestaat. Opgelet! Gebruik nooit twee hijsbanden van touw, waarvan elk met een
energie-opnemer, tegelijkertijd.
7.1 - Mod. SLEUTELKOORD Het sleutelkoord is gemaakt van dynamisch touw,
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
waarbij het touw zelf functioneert als een energie-opnemer bij valfactoren van
minder dan 0,5, massa's van 100 kg en een lengte van het apparaat tot 2 meter.
Opgelet! Zorg dat valfactor 0,3 niet overschreden wordt.
8) GEBRUIKSINSTRUCTIES EN 795 Tijdelijke verankeringssystemen moeten rond
een geschikte gevormde structuur worden geplaatst die ten minste 12 kN kunnen
dragen. Opgelet! De aangeduide waarden verwijzen naar testen die zijn uitge-
voerd met behulp van structuren met een rechthoekig profiel, aflopende randen
of biesovergangen De statische testen zijn echter uitgevoerd boven een balk met
grote randbiezen en boven een balk met een rond profiel met een diameter van
20 mm. Opgelet! De profielvorm van de structuur en de 'wurg'bevestiging kan de
kracht van het systeem verminderen (Fig. 3.4÷3.5). Opgelet! Gebruik het systeem
niet rond structuren met scherpe randen, omdat de kracht van de apparatuur dan
drastisch vermindert; gebruik het systeem samen met de juiste beschermingsappa-
ratuur. Opgelet! Als een touw op apparatuur gemaakt van touw of band glijdt,
kan dit breken. (Fig. 12.3). Deze systemen kunnen worden gebruikt om een anker
te bouwen. Let er vooral op dat de hoek gemaakt wordt waar de banden samen-
komen: de ideale hoek is 90°, de maximale toegestane hoek is 120° of 140° in
het geval van redding (Fig. 11).
8.1 - Installatie. 1) Alleen bevoegde personen of organisaties mogen veranke-
ringsapparatuur installeren. 2) De installatie moet naar behoren worden geverifi-
eerd, bijvoorbeeld door berekeningen of testen. 3) Controleer de integriteit van
de ondersteuning waar het anker wordt bevestigd (bijv. muur, balk, enz.); 4) Zorg
dat na de plaatsing het label zichtbaar en leesbaar is Anders wordt aangeraden
om een extra etiket aan te brengen in de buurt van het verankeringsapparaat.
5) Controleer de documentatie die na installatie door de installeur moet worden
verstrekt (EN 795:2012 - Bijlage A.2).
8.2 - Waarschuwingen. 1) Verankeringsapparatuur is ontworpen om door één
persoon tegelijkertijd te worden gebruikt; 2) Als de verankeringsapparatuur on-
derdeel is van een valstopsysteem, moet de gebruiker een apparaat gebruiken
die de door de dynamiek van de val gecreëerde kracht beperkt tot maximaal 6
kN; 3) De verankeringsapparaten mogen alleen worden gebruikt met persoonlijke
valbeschermingssystemen en niet in systemen voor het heffen van gewichten; 4)
Aanbevolen wordt om elk verankeringsapparaat te markeren met de datum van
de meest recente of volgende inspectie (bijv.een niet uitwisbaar etiket dat de
structuur van het verankeringsapparaat niet wijzigt). 5) Alleen ankerpunten die
voldoen aan de EN 795 standaard kunnen worden gebruikt (minimale kracht
12 kN of 18 kN voor niet metallische ankers) 6) Bij het evalueren van de vrije
ruimte die nodig is onder de operator die aan het werk is (vrije afstand), moet
de maximale voor het apparaat gespecificeerde deflectie- (extensie-) waarde in
acht worden genomen (Fig. 13). Opgelet! Tabel 13 toont de piekbelasting bij
het ankerpunt (A) en de deflectie (B) van het verankeringsapparaat opgenomen
in de dynamische test.
8.3 - Mod. FAST ANKOR. De lengte van de Fast Ankor kan worden ingesteld met
behulp van de stelgesp (Fig. 5.4-5.5).
8.4 - Mod. FOREST. Forest is een tijdelijk anker dat kan worden opgehaald van
de grond, ideaal voor het werk aan bomen. Het moet met behulp van een werp-
lijn geïnstalleerd worden op een tak van een boom of andere geschikte sterke
structurele verankering (bijv. balk). Aan het einde van de werkzaamheden wordt
het apparaat ingehaald als volgt: de operator maakt een knoop in de werklijn,
zoals getoond, en begint hieraan naar beneden te trekken vanuit de tegenover-
gestelde kant (Fig. 6.9); de knoop gaat door de grote ring van de FOREST maar
niet door de kleine ring (Fig. 6.10), zodat u het naar beneden naar de grond kunt
trekken. Opgelet! Door het gebruik van een extra lichtlijn tijdens het inhalen kunt
u vermijden dat de Forest op de grond valt (Fig. 6.11-6.12).
8.5 - Mod. STALEN ANKOR. Om een langer EN 795-B anker te maken, kunnen
de stalen Ankor-apparaten samen worden gevoegd door middel van maillons
rapides van het type EN 362 Q.
IST52-7W128CT_rev.4 10-21
16/29

Publicité

loading