LUBRIFICATION & ENTRETIEN PÉRIODIQUE - SCHMIERUNG & REGELMÄSSIGE WARTUNG -
ABB. 92 (TM3200 & TM3240):
1. Befüllen Sie den Kraftstofftank.
2. Kraftstoffhahn (1) in „ON"-Position drehen.
3. Drehen Sie den Zündschalter in die „ON"-Position.
Halten Sie den Schlüssel etwa 10 bis 15 Sekunden in
dieser Stellung, das Kraftstoffsystem wird so
automatisch entlüftet.
HINWEIS: Normalerweise ist eine weitere Entlüftung
aufgrund der laufenden Elektropumpe – wenn
der
sich
Instrumententafel in „ON"-Stellung befindet –
nicht mehr nötig. Startet der Motor auch nach
einigen Versuchen immer noch nicht, überprüfen
Sie die Kraftstoffpumpensicherungen (siehe
„Elektrik").
ACHTUNG: Kraftstoff, der aus gelösten
Einspritzleitungen austritt, steht unter hohem
Druck. Schützen Sie beim Anlassen des Motors
Hände und Gesicht. Säubern Sie verschüttet
Kraftstoff nach der Entlüftung.
Handgashebel
ABB. 93: Der Handgashebel sollte jeweils in der Position
verharren, in die er vom Fahrer geschoben wird. Aufgrund
von Verschleiß hält der Hebel nach einiger Zeit unter
Umständen nicht mehr seine Position. In diesem Fall die
Einstellmutter (1) drehen, um die Hebelspannung wie
erforderlich zu erhöhen.
HINWEIS: Zur
Einstellung
Lenksäulenverkleidung und die Instrumentenab-
deckung entfernen.
der
Anlassschalter
auf
der
Hebelspannung
SMERING EN REGELMATIG ONDERHOUD
FIG. 92 (TM3200 en TM3240):
1. Vul de brandstoftank.
2. Draai de brandstofkraan (1) in de ON-stand.
3. Draai de startschakelaar in de ON-stand. Hou de
sleutel 10 tot 15 seconden in deze stand. Het
brandstofsysteem wordt automatisch ontlucht.
NOOT: Normaal gezien is verdere ontluchting niet vereist
omdat de elektrische brandstofpomp in werking treedt
als de sleutel in de ON-stand staat. Als de motor na
der
verschillende pogingen niet wil starten, controleert u
de zekeringen van de brandstofpomp (zie "Elektrisch
systeem") en doet u het nodige.
OPGELET:
losgeschroefde injectieleidingen spuit, staat
onder druk. Hou handen en gezicht weg als u de
motor wordt gestart. Veeg gemorste brandstof
weg nadat u het brandstofsysteem hebt
ontlucht.
Gashendel
FIG. 93: De gashendel moet altijd in de door de bestuurder
gekozen stand blijven staan. Bij normaal gebruik kan de
wrijving tegen de hendel afnemen waardoor de hendel uit de
gekozen stand kan springen. Draai de afstelmoer (1) aan om
de hendel in de gekozen stand te houden.
NOOT: Om de wrijving van de gashendel aan te passen,
die
verwijdert u de behuizing van de stuurkolom en het
instrumentenbord zodat u bij de afstelmoer kan.
De
brandstof
die
uit
de
147