Motordrehzahlregeler; Gangschalthebel - Iseki TM3160 Notice D'emploi

MOTORDREHZAHLREGELER

ACHTUNG:
Motordrehzahl, die für einen sicheren Betrieb
angemessen
Geschwindigkeit, wenn Sie abbiegen oder den
Traktor zurücksetzen.
WICHTIG: Fahren Sie KEINE „Rennen" und belasten Sie
den kalten Motor nicht unnötig.
ABB. 20: Handgashebel (1) – Steuert die Motordrehzahl und
verbleibt in der vom Fahrer gewählten Position. Bei nach
vorne geschobenem Handgashebel (t) läuft der Motor im
Leerlauf. Die Motordrehzahl nimmt zu, wenn der Hebel nach
hinten gezogen wird (r).
Gaspedal (2) – hat Priorität vor der Einstellung des
Handgashebels und steigert die Motordrehzahl. Wird dieses
Pedal gelöst, so fällt die Motordrehzahl zurück in den
Bereich, der mit dem Handgashebel gewählt wurde.
ACHTUNG: Bei Verwendung des Gaspedals
muss sich der Handgashebel im niedrigen
Leerlaufbereich befindet. Dies gewährleistet
eine maximale „Motorbremse" beim Lösen des
Pedals.

GANGSCHALTHEBEL

ABB. 21: & 22: Gangschalthebel
A. Mechanisches Getriebe
Der Hauptgangschalthebel befindet sich vorne. Er verfügt
wie abgebildet über drei Vorwärtsstellungen und eine
Rückwärtsstellung.
Der Fahrbereichshebel befindet sich hinten. Er weist zwei
Grundgänge auf:
Schnellgang (Hase), der Leerlauf befindet sich in der
Mitte.
B. Hydrostatisches Getriebe (HST)
Der Fahrbereichhebel befindet sich rechts unten vom
Fahrersitz und weist wie abgebildet einen Kriechgang
(Schildkröte), einen Leerlauf und einen Schnellgang
(Hase) auf.
INSTRUMENTS & COMMANDES - INSTRUMENTE & BEDIENELEMENTE
Wählen Sie immer
ist. Reduzieren Sie
Kriechgang (Schildkröte)
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
REGELING VAN HET MOTORTOERENTAL
eine OPGELET:
motortoerental om veilig te werken. Vertraag
die vooraleer u een bocht neemt of achteruit rijdt.
BELANGRIJK: Laat de motor NOOIT "LOEIEN" en belast
een koude motor nooit.
FIG. 20: Gashendel (1) – regelt het motortoerental en blijft
steeds in de door de bestuurder gekozen stand. Als u de hendel
naar voor schuift (t), blijft de motor stationair draaien. Het
motortoerental neemt toe als u de hendel geleidelijk naar
achter schuift (r).
Gaspedaal (2) – heeft voorrang op de gashendel als u het
toerental verhoogt. Als u het gaspedaal loslaat, keert het
toerental terug in de door de gashendel geselecteerde
snelheid.
OPGELET: Als u het gaspedaal gebruikt moet
de gashendel in lage stationaire stand staan. Dit
garandeert een maximale "motorrem" als u het
gaspedaal loslaat.
VERSNELLINGSHENDELS
FIG. 21 en 22: Versnellingshendels
A. Mechanische versnellingsbak
De versnellingspook bevindt zich vooraan. Met deze
pook kiest u een van de drie versnellingen vooruit of de
versnelling achteruit.
De hendel voor de groepenschakeling bevindt zich
achteraan. Met deze hendel kiest u de standen
"schildpad" of "haas" met een daartussen gelegen
neutrale stand.
und
B. Hydrostatische versnellingsbak (HST)
De hendel voor de groepenschakeling bevindt zich rechts
beneden aan de bestuurderszetel. Met deze hendel kiest u
de standen "schildpad", neutraal of "haas".
Kies steeds het schikte
67