nederlands
Afb. 7:
Netaansluiting 11 tot 22 kW
Wanneer de voedingskabel beschadigd
is dan moet deze worden vervangen door
de fabrikant, de servicepartner van de
fabrikant of gelijkwaardig gekwalificeerde
personen om een risico te vermijden.
5.1.7 In- en uitschakelen van de pomp
Het in- en uitschakelen van de pomp
Pas op
via de netvoeding mag niet meer dan
4x per uur bedragen.
Indien een hoger aantal in- en uitschakelingen gewenst
wordt, dient hiervoor de externe aan/uit ingang te
worden gebruikt.
Wanneer de pomp via de netvoeding wordt inge-
schakeld, zal deze na ca. 20 sec. inschakelen.
5.2 Overige aansluitingen
De aansluiting van externe potentiaalvrije contact-
ingangen voor aan/uit schakelen en selecteerbare
digitale functie, externe gewenste waarde signaal,
opnemersignaal, GENIbus en relaissignaal zijn weer-
gegeven in afb. 7.
Indien geen externe aan/uit schakelaar
Opmerking
wordt aangesloten, dienen de klemmen
2 en 3 met elkaar te worden verbonden.
Als voorzorgsmaatregel dienen de aders
van de volgende groepen aansluitingen
over hun gehele lengte door middel
van dubbele isolatie te zijn gescheiden en
in aparte kabels te zijn ondergebracht:
1. Ingangen (extern aan/uit, selecteerbare digitale
functie, gewenste waarde signaal en opnemer-
signalen, 1-9, bus, klemmen B, Y, A).
Alle ingangen (groep 1) zijn intern door dubbele
isolatie en elektrisch gescheiden van de netspanning
en overige circuits.
Alle besturings-aansluitingen worden door een
veilige lage spanning gevoed (PELV), hiermee wordt
de aanrakingsveiligheid zeker gesteld.
2. Uitgang (signaalrelais, klemmen NC, C, NO).
De uitgang (groep 2) zijn elektrisch gescheiden van de
overige circuits. Een maximale voedingsspanning
van 250 V of een veilige lage spanning op de uitgang
worden aangesloten.
3. Voedingsspanning (klemmen L1, L2, L3).
Een veilige elektrische scheiding moet voldoen aan
de vereisten voor dubbele isolatie inclusief kruip-
afstanden en vrije ruimten zoals gespecificeerd is
EN 60 335.
NC C N O
L1 L2 L3
0-10 V
0/4-20 mA
4-20 mA
1/0
1 9 8 7
B Y A
STOP
RUN
0/4-20 mA
0-10 V
10K
6 5 4 3 2
Afb. 8:
Aansluitklemmen tot 7,5 kW
1: Di gitale ingang
9: Aarde
8: +24 V
7: Opnemeringang
B: RS-48 5 B
Y: Afscherming
A: RS-48 5 A
6: Aarde
5: +1 0 V
4: Ing. gew. waarde
3: Aarde
2: Aan/uit
61