3. Plaats de distale punt van de priem/het boortje op het
bot, op de gewenste implantatieplaats.
4. Houd de priem op zijn plaats en gebruik een hamer om
op het proximale uiteinde te tikken en de inbrengplaats
voor te bereiden. De juiste diepte van het gat is bereikt
zodra de laserdieptemarkering of cirkelvormige groef aan
het distale uiteinde van de priem tegen het botoppervlak
komt.
Optioneel: Plaats de distale punt van het spatelboortje
op het bot, op de gewenste implantatieplaats. Voer het
spatelboortje op tot de schouder op het boortje tegen
het botoppervlak komt.
5. Houd de priem/het boortje axiaal uitgelijnd en verwijder
de priem/het boortje uit de inbrengplaats. U kunt met
een hamer op het distale oppervlak van het handvat van
de priem tikken om het verwijderen te vereenvoudigen.
6. Selecteer het meest geschikte uiteinde van
de hechtdraad, ofwel van het geïmplanteerde
hechtdraadanker of van de hechtdraad die door
het weefsel is gestoken. Voer de losse uiteinden
door de lus van de hechtdraadvoering, verwijder
de hechtdraadvoering uit de schacht van het
inbrenginstrument en trek aan de hechtdraad om
deze door het anker te voeren.
WAARSCHUWING: Verwijder de
retentiehechtdraad pas uit het
inbrenginstrument als het anker juist is vastgezet
in de inbrengplaats. Met de retentiehechtdraad
kan het anker worden teruggehaald indien dit
losraakt voordat het in het bot is ingebracht.
7. Schuif het geladen hechtdraadanker, afhankelijk van
de voorkeurstechniek, percutaan of door een canule.
Beperk verwarring van de hechtdraad door speling in
de hechtdraad te vermijden en voer het anker op naar
het voorbereide botgebied. Indien gewenst kunt u de
losse uiteinden van de hechtdraad vastzetten op het
handvat van het inbrenginstrument. Probeer op dit
moment geen spanning op de hechtdraad te zetten.
8. Richt het anker zodanig dat de losse uiteinden van de
hechtdraad in het anker naar het weefsel zijn gericht
en de hechtdraad niet rond het anker wordt gedraaid.
9. Houd het hechtdraadanker axiaal uitgelijnd op de
voorbereide inbrengplaats en positioneer de punt van
het anker in het voorbereide gat. Gebruik de Smith
& Nephew hamer (afzonderlijk verkocht) om op het
handvat van het inbrenginstrument te tikken tot de
lasermarkering gelijk ligt met het corticale bot. Hierdoor
wordt het hechtdraadanker ongeveer 1 mm onder het
botoppervlak geplaatst.
10. Haak de retentiehechtdraad los van het handvat van
het inbrenginstrument en trek aan een uiteinde om de
hechtdraad uit het handvat te verwijderen. Werp de
retentiehechtdraad weg. Voordat u spanning uitoefent,
moet de retentiehechtdraad zijn verwijderd.
11. Oefen spanning uit en zet de hechtdraad vast.
WAARSCHUWING: Draai de torsiebegrenzer
slechts zover linksom dat de hechtdraad
eenvoudig kan worden geschoven. Door deze
overmatig linksom te draaien kan de binnenplug
in het anker worden losgeschroefd van het
ankerimplantaat, hetgeen tot gevolg kan hebben
dat het anker beschadigd raakt of dat de binnenplug
losraakt van het inbrenginstrument en in het
gewricht valt.
a) Handhaaf lichte neerwaartse druk op het handvat
van het inbrenginstrument en verwijder de losse
uiteinden van de hechtdraad uit het handvat. Trek
met de hand aan de hechtdraad (afzonderlijke
draden of samen) om de gewenste spanning
uit te oefenen.
b) Indien gewenst kunt u de losse uiteinden van
de hechtdraad vastzetten op het handvat van het
inbrenginstrument. Handhaaf lichte neerwaartse
druk op het inbrenginstrument en draai de knop
op het proximale uiteinde van het handvat van het
inbrenginstrument rechtsom. Blijf de knop draaien
tot u een klik hoort.
c) Controleer het uiteindelijke resultaat. Indien de
uiteindelijke spanning op de hechtdraad niet
voldoende is, draait u de knop linksom tot de
hechtdraad eenvoudig kan worden geschoven.
Herhaal stap "a" en "b" om de juiste spanning
uit te oefenen en de hechtdraad vast te zetten.
Herhaal dit indien nodig om het gewenste herstel
te bereiken.
d) Voordat u het inbrenginstrument verwijdert, draait
u de torsiebegrenzerknop een kwartslag linksom
tot u een klik hoort. Zo kan het inbrenginstrument
eenvoudiger van het anker worden losgemaakt.
12. Maak het hechtdraadanker langzaam los van het
inbrenginstrument door dit recht naar achteren te
trekken of door met de hamer op het distale uiteinde te
tikken. Beweeg het handvat niet heen en weer om het
anker los te maken. Werp het inbrenginstrument weg en
knip het overschot aan hechtdraad af.
Garantievoorwaarden
Uitsluitend bestemd voor eenmalig gebruik. Er wordt
gegarandeerd dat dit product vrij is van defecten in materiaal
en fabricage. Niet nogmaals gebruiken.
Nadere informatie
Neem voor nadere informatie over dit product contact op met
de erkende vertegenwoordiger van Smith & Nephew.
Alle handelsmerken erkend.
©2009, 2011 Smith & Nephew, Inc. Alle rechten voorbehouden.
FOOTPRINT Ultra PK hechtdraadanker
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
10600584 Rev. D
23