Publicité
ingeschakeld. De pomp is ingeschakeld voor continu bedrijf wanneer het systeem is
ingeschakeld.
Zeewaterpomp
De zeewaterpomp hee selecteerbare bedrijfsmodi tussen continu bedrijf of cyclus-
met-compressorbedrijf. Het apparaat is standaard geconfigureerd om de cyclus aan te
passen aan de vraag.
Het relais van de zeewaterpomp sluit vijf seconden voordat de compressor start in de
verwarmings- of koelmodus. Het opent vijf seconden nadat de laatste compressorcyclus
is voltooid. Als dompelverwarming beschikbaar is en wordt toegepast, wordt de
zeewaterpomp uitgeschakeld.
In een meerfasige configuratie kunnen de pompuitgangen aan de achterkant van de
eenheid in een doorlusverbinding worden geschakeld om de pompen van stroom te
voorzien. Hierdoor kan elke fase stroom leveren aan de pompen wanneer deze in en uit
worden geschakeld en als redundante regeling voor de pompen.
9.2.2
Koelen
Het systeem begint automatisch af te koelen, afhankelijk van het temperatuurinstelpunt.
De pompen werken zoals beschreven in
De printplaat bekrachtigt het compressorrelais als de temperatuur van het retourwater/
toevoerwater boven het instelpunt voor koeling ligt en de vertragingstijd is verstreken.
De compressor blij draaien totdat het instelpunt voor koeling is bereikt of er een alarm
afgaat.
Een fase hee een minimale looptijd van 100 seconden voordat deze kan worden
uitgeschakeld en een minimale uitschakeltijd van 120 seconden voordat deze opnieuw
kan worden ingeschakeld. Deze minimale inschakeltijd is nodig om ervoor te zorgen
dat het systeem niet in- en uitschakelt en de compressor niet goed laat opwarmen. Dit
zorgt voor een goede oliesmering van het systeem. Als het systeem vraagt om een fase
in- of uit te schakelen, wordt de volgende beschikbare fase gebruikt die voldoet aan de
criteria.
Load shedding vindt plaats bij werking met meerdere fasen bij het naderen van het
instelpunt voor gekoeld water. De retourklep wordt ingeschakeld om de druk af te laten
aan het einde van een bedrijfscyclus van de compressor.
Selecteer Cool op het aanraakscherm of met de displayknoppen.
9.2.3
Verwarmen
Afhankelijk van de ingestelde temperatuur begint het systeem automatisch met
verwarmen. De pompen werken zoals beschreven in
Omgekeerde cyclusverwarming
Het relais van de retourklep wordt bekrachtigd om de eenheid te werken in de modus
voor omgekeerde cyclusverwarming. De PLC bekrachtigt het compressorrelais als
de temperatuur van het retour-/toevoerwater lager is dan het geprogrammeerde
instelpunt en de wachttijd is verstreken. De compressor blij draaien en de retourklep
blij bekrachtigd totdat het instelpunt voor de verwarming bereikt wordt of er een alarm
af gaat.
Selecteer Heat op het aanraakscherm of met de displayknoppen.
Elektrische verwarming
De PLC bekrachtigt het verwarmingsrelais als de temperatuur van het retour-/
toevoerwater onder het geprogrammeerde instelpunt ligt en de vertrgaing is verstreken
in een configuratie met meerdere fasen.
Selecteer Electric Heat op het aanraakscherm of met de displayknoppen.
9.3
Elektrische verwarming inschakelen
1. Druk op de knop Prg (Programmeren).
2. Blader omlaag naar Technician.
Pompwerking
op pagina 96.
Pompwerking
op pagina 96.
3. Druk op de knop
(Enter).
4. Blader omlaag naar Service settings.
5. Druk op Enter.
6. Voer de monteurscode
in.
3156
7. Blader omlaag naar System Setup.
8. Druk op Enter.
9. Blader omlaag naar Electric Heat.
10. Druk op Enter.
11. Gebruik de knoppen voor omhoog of omlaag bladeren om de instelling te wijzigen.
12. Druk twee keer op Enter om op te slaan.
9.4
Instelpunten aanpassen
1. Druk op de knop Prg (Programmeren).
2. Blader omlaag naar Setpoints.
3. Voer de gebruikerscode
in.
1234
4. Blader omhoog of omlaag om een van de instelpunten te selecteren: Heating,
Cooling.
5. Druk eenmaal op de knop
(Enter).
De instelwaarde voor de verwarming wordt gewijzigd.
6. Druk op Enter.
NL
97
Publicité
