Publicité
NL
• D: Analoge uitgangen:
NIET BEZET
Menu E: Alarmgeschiedenis
Registreert de status van de volgende parameters op het moment van het alarm. Het
meest recente alarm wordt weergegeven. Gebruik
Alarm wordt weergegeven, gevolgd door:
• CW Return: Actual value
• CW Supply: Actual value
• Sea Water: Actual value
• Control Value: Actual value
Menu F: Printplaatschakelaar
Met dit menu kunt u meer printplaten weergeven en wijzigingen aanbrengen in
specifieke printplaten. Dit is alleen van toepassing op een configuratie met meerdere
fasen wanneer eenheden in een netwerk zijn opgenomen.
• Unit Address: 1 (Default)
• Switch to unit: Desired board address
Menu G: Service
Voor sommige subschermen is een wachtwoord vereist. Neem contact op met Dometic
voor het servicewachtwoord.
Submenu's:
Submenu A: Informatie
• De contactgegevens voor service zijn beschikbaar op dit scherm.
• Blader om meer firmware-informatie te bekijken.
• Het volgende scherm bevat RAM-informatie over de flash.
• Het volgende scherm bevat de status van de stroomcyclus. Deze gee aan hoeveel
dagen het apparaat in bedrijf is geweest sinds het voor het laatst werd uit- of
ingeschakeld.
• Het volgende scherm bevat de Evo firmware-informatie.
Submenu B: In bedrijf stellen
• Op dit scherm kan de monteur de contactgegevens van de dealer invoeren. De
standaardcontactgegevens zijn de Dometic-contactgegevens. Vervolgens selecteert
de gebruiker yes bij de prompt om de informatie bij te werken.
• Blader vervolgens naar het volgende scherm. Op het scherm wordt de gebruiker
gevraagd het systeem in bedrijf te stellen. Kies tussen yes of no en druk vervolgens
op
. Hierdoor wordt de informatie opgeslagen en kan de status niet meer
worden gewijzigd nadat het systeem in bedrijf gesteld is.
Submenu C: Werktijd
• Compressor
• Run hours: Actual
• Num Starts: Actual
Scroll to next screens to view pump and electric heat hours (optional if installed).
Submenu D: BMS-configuratie
Wordt alleen gebruikt om het configuratiesysteem te laten werken met het STIIC-
netwerk.
• BMS Port 1
• Protocol: Carel
• Adddress 1 (Default)
• Baud Rate: 19200 (Default)
Submenu E: Testmodus
• Test Mode: Disabled (Default)
• Timeout: Disabled (Default)
Submenu F: Service-instellingen
Sub-submenu A: Werktijd ingesteld
• Compressor
• Service Set Point: 0000h (Default) Kan worden gebruikt om een service-interval voor
het systeem in te stellen. Gee een bericht weer op het scherm.
• Reset to Zero? NO (Default). Wordt gebruikt om de bedrijfstijd opnieuw in te stellen
• Run hours: Daadwerkelijke waarde. Wordt gebruikt om de bedrijfstijd in te stellen als
de compressor of printplaat is vervangen.
90
om eerdere alarmen te bekijken.
Blader om meer items te bekijken, zoals de pompen en elektrische verwarming,
indien geïnstalleerd.
Sub-submenu B: Afstelling van de sonde
Temp Sensor Curve: Kan een andere sensor selecteren voor aanpassingen met een
sensor van 30 kΩ.
• CW Return: 10kΩ (Default) or 30kΩ
• CW Supply: 10kΩ (Default) or 30kΩ
• SW Inlet: 10kΩ (Default) or 30kΩ
Te gebruiken voor het kalibreren van de geïnstalleerde temperatuursensoren of
drukomzetters.
• CW Return
• Input: B001
• Offsett 0.0 (Default)
• Value: Actual Value
Scroll to view more analog sensors for calibration.
Sub-submenu C: Thermoregulatie
In dit menu kunt u de instelwaarde voor oververhitting instellen.
• Superheat
• Cool Setpoint: 10 °F (12,22 °C) (Default)
• Heat Setpoint: 10 °F (12,22 °C) (Default)
Next screen
• Setpoint SH: 10 °F (12,22 °C) (Default)
• Low SH thresh: 10 °F (12,22 °C) (Default)
• LOP thresh: – 30 °F (34,44 °C) (Default)
• MOP thresh: 82,4 °F (28,00 °C) (Default)
Sub-submenu D: Gebruiker opslaan
Dit wordt gebruikt om gebruikerspecifieke instellingen op te slaan.
• Save? No (Default) Yes
• Restore? No (Default) Yes
• Enable Auto Save: Yes (Default) No
Sub-submenu E: Fase-adres
Dit menu moet worden gebruikt in een configuratie met meerdere fasen om de
extra eenheidadressen te wijzigen. Dit moet worden gedaan om te voorkomen
dat er adresconflicten optreden bij het in serieschakeling zetten van de extra mod-
busaansluitingen van de eenheid. Dit MOET worden gedaan voordat alle eenheden op
elkaar worden aangesloten.
• pLAN Board Addressing
• Current Address: 1 (Default)
• Change Address to: 1 (Default)
Next Screen
System Setup
Num of Stages 1 (Default) Max 6
Sub-submenu: F Fase uitschakelen
Dit menu moet worden gebruikt in een configuratie met meedere fasen. Hierdoor
kan een monteur een fase offline zetten, zodat reparaties kunnen worden uitgevoerd
en de rest van het systeem in automatische modus kan werken. Het systeem moet in
uitgeschakelde stand staan om faseregeling mogelijk te maken.
• Maintenance
• Stage Control: No (Default) Yes.
If Enabled,
• Stage 1: Enabled (Default) Disabled
• Stage 2: Enabled (Default) Disabled
• Stage 3: Enabled (Default) Disabled
• Stage 4: Enabled (Default) Disabled
Sub-submenu G: Handmatig beheer
Met dit menu kan de monteur de relaisuitgangen handmatig bedienen en analoge
sensoren in- of uitschakelen.
Publicité
