Télécharger Imprimer la page

Dometic Basic Chiller Control Instructions De Montage page 87

Publicité

• Beheer van de stroomsterkte van de compressor
• Beheer van pompstroom (SW en CW)
• Bescherming tegen bevriezing condensor
• Elektrische verwarming
• EEV-regelaar
• Drukomzetter
• Ingangssignaal voor load shedding
• Alarm voor lage stroomsterkte om aan te geven of het systeem (pompen en
compressor) niet actief is wanneer het is ingeschakeld
• Regeling van retour- of toevoerwater
7.2
Regelfuncties
INSTRUCTIE Het product is af fabriek geprogrammeerd met de opties
ingeschakeld voor dat systeem. Deze opties kunnen alleen worden
ingeschakeld door een vertegenwoordiger van de fabriek.
De ingebouwde regeltoepassing ondersteunt de volgende functies:
• Selectie en serie-indeling van:
• max. zes koelers
• één koelwaterpomp (KWP) en een of meer zeewaterpompen (ZWP)
• maximaal zes elektrische verwarmingselementen
• Serie-indeling van apparaten voor gelijk trekken van bedrijfstijden
• Alarmen en vergrendelingen
• Lastverlaging
• Help bij het oplossen van problemen
Serie-indeling van koelers, pompen en verwarmingen verwijst naar de volgorde waarin
ze worden opgestart en uitgeschakeld. Serie-indeling is gebaseerd op de bedrijfstijd,
d.w.z. het aantal uren dat een specifieke compressor, pomp of verwarming draait.
Gebruikers kunnen kiezen voor de modi Normal, Econo of Boost in een enkelfasige
configuratie.
7.3
Ingangen en uitgangen
Het apparaat wordt gebruikt om analoge ingangen, digitale ingangen en
relaisuitgangen te controleren om de status van het systeem te bepalen.
INSTRUCTIE Als een temperatuursensor defect of niet aangesloten is,
genereert het apparaat een alarm voor die sensor.
INSTRUCTIE Storingen moeten worden geverifieerd en gewist via de PLC
voordat het systeem of de fase opnieuw wordt ingeschakeld.
7.3.1
Analoge ingangen
Ingang
Temperatuurinstelpunt voor hoog limiet
Instelpunt vriestemperatuur
Bescherming tegen bevriezing condensor (op-
tioneel)
Zuigdruk
Afvoerdruk
    NL
Beschrijving
De temperatuursensor voor hoog limiet wordt
continu gecontroleerd in de modus koeling,
omgekeerde cyclus of elektrische verwarming.
Deze sensor wordt gebruikt om een hoge
temperatuur in het toevoerwater van de koe-
ler te detecteren. Als de temperatuur van het
gekoelde water hoger is dan of gelijk is aan
125 °F (51,67 °C), worden alle ingeschakel-
de compressorrelais spanningsloos gemaakt,
waardoor de compressor(en) wordt uitgescha-
keld als deze in de modus omgekeerde cy-
clus werken. Als elektrische verwarming wordt
gebruikt, worden alle ingeschakelde verwar-
mingsrelais spanningsloos gemaakt, waardoor
de verwarmingselementen worden uitgescha-
keld. Als de temperatuur daalt, wordt de com-
pressor of het elektrische verwarmingsrelais
opnieuw bekrachtigd wanneer de tempera-
tuur 110 °F (43,33 °C) bereikt.
Er wordt een storing voor hoge temperatuur
geregistreerd en weergegeven als het sys-
teem het alarminstelpunt overschrijdt. Bij ho-
ge temperatuur staat PLC niet toe dat de com-
pressor of het elektrische verwarmingsrelais
wordt bekrachtigd. De fout MOET handmatig
worden erkend op het actief alarmscherm en
worden gewist voordat het systeem of de fase
opnieuw wordt ingeschakeld.
De temperatuursensor voor laag limiet wordt
continu beheerd in de modus koeling, omge-
keerde cyclus of elektrische verwarming.
Deze sensor wordt gebruikt om bevriezing
in het toevoerwater van de koeler te detecte-
ren. Als de temperatuur van het gekoelde wa-
ter gelijk is aan of lager is dan 38 °F (3,33 °C),
wordt het compressorrelais spanningsloos ge-
maakt, waardoor de compressor wordt uitge-
schakeld. Als de temperatuur stijgt, wordt het
compressorrelais opnieuw bekrachtigd wan-
neer de temperatuur 42 °F (5,56 °C)bereikt.
Er wordt een storing voor lage temperatuur
geregistreerd en weergegeven als het sys-
teem onder het ingestelde alarmpunt komt.
Bij lage temperatuur staat PLC niet toe dat de
compressor of het elektrische verwarmingsre-
lais wordt bekrachtigd. De fout MOET hand-
matig worden erkend op het actief alarm-
scherm en worden gewist voordat het systeem
of de fase opnieuw wordt ingeschakeld.
Het systeem is uitgerust met een tempera-
tuursensor die op de spoel van de conden-
sor is gemonteerd. Deze sensor detecteert
de spoeltemperatuur. Als de spoeltempera-
tuur in de verwarmingsmodus daalt tot onder
40 °F (4,44 °C), halveert de PLC automatisch
de snelheid van de compressor. Tijdens het
uitvoeren van deze bewerking wordt "Freeze
Defrost" op het display weergegeven.
De zuigdruk wordt continu beheerd door de
PLC. Als de zuigdruk langer dan de gepro-
grammeerde vertraging onder het alarmin-
stelpunt ligt, treedt er een fout op. Deze lage
zuigkrachtfout wordt geregistreerd en weer-
gegeven op het alarmscherm.
De afvoerdruk wordt continu beheerd door de
PLC. Als de afvoerdruk langer dan de gepro-
grammeerde tijd boven het alarminstelpunt
ligt, treedt er een fout op. Deze hogedrukfout
wordt geregistreerd en weergegeven op het
alarmscherm.
87

Publicité

loading