Bediening fornuis
Bediening fornuis
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is voorzien van verlichte tiptoetsen
die onzichtbaar zijn wanneer het kookoppervlak is
uitgeschakeld. Een stroomvermogensindicator voor elke
bedieningsknop geeft de warmte-instelling weer van
. Elke bedieningsknop bevindt zich bij het bijbehorende
inductie-element. Zie de afbeelding hieronder.
BELANGRIJK: Het apparaat schakelt automatisch uit; er
klinkt een belsignaal als gemorst voedsel in contact komt
met het bedieningspaneel.
Brandende indicatoren op het bedieningspaneel geven
bepaalde functies van de kookplaat aan. Zie de
tabel hieronder.
INDICATOREN
Voeding
Vergrendeling van bedieningspaneel
Heet oppervlak
Enkel element actief
Bovenste zone actief
Onderste zone actief
Brug actief
Sudderen
Hoog
Boost
VERMOGENSINDICATOR
Bedieningspaneel
14 | Nederlands
INSTELLING VERMOGEN
GEBRUIK
Smelten
1 (kleine vlam)
Smelten van boter, chocolade
indicator
vloeibaar houden en sauzen.
Sudderen
2–6 indicatoren
Sauzen laten sudderen
en rijst stomen.
tot
Medium
6-7 indicatoren
Voor geroosterd brood en
pannenkoeken, verwarmen
van melk, room, sauzen,
soepen en jus.
Middelhoog
7-8 indicatoren
Fruiten, bruinen en frituren.
Hoog
8–10 (grote vlam)
Water koken, vlees
indicatoren
dichtschroeien, inblikken.
VERGRENDELING BEDIENINGSPANEEL
De vergrendelingsfunctie zorgt ervoor dat het fornuis
niet ongewild in werking treedt. Houd
drie seconden
ingedrukt om het bedieningspaneel te vergrendelen en
te ontgrendelen.
brandt als het bedieningspaneel
is vergrendeld.
Automatisch vergrendelen staat standaard uitgeschakeld.
Het kan in het uitgebreide optiemenu worden ingeschakeld.
Zie pagina 13. Door de functie Automatisch vergrendelen
wordt het bedieningspaneel na 10 minuten inactiviteit
automatisch vergrendeld. Na een stroomstoring moet
Automatisch vergrendelen opnieuw worden ingeschakeld.
VOORZICHTIG
Plaats geen pannen direct op het bedieningspaneel.
Bediening fornuis
ENKELVOUDIG ELEMENT
Instellen van bedieningselementen:
Tik op
.
1
2
Druk op het bedieningspaneel op de zone-indicator
voor het gewenste element als u een element wilt
activeren. Stroomindicatoren voor die zone schuiven.
3
Tik op
voor de hoogste verwarming, op
voor
de laagste verwarming, op
om boostmodus te
activeren of tik op de gewenste stroomindicator.
4
Tik of schuif naar het gewenste vermogensniveau om
de warmte-instelling te wijzigen als het element
aan staat.
5
Tik op de zone-indicator om één element uit te schakelen
of tik op
om alle elementen uit te schakelen.
BELANGRIJK: Het besturingselement knippert gedurende
30 seconden en schakelt het element automatisch uit als
er geen kookgerei of ongeschikt kookgerei op een element
is geplaatst.
BOOSTMODUS
In boostmodus wordt de stroom naar het ene element
verhoogd door de stroom naar een aangrenzend element
om te leiden. Als het aangrenzende element hoog
staat, wordt het uitgangsvermogen gereduceerd. De
stroomreductie wordt weergegeven op de stroomindicator
van het aangrenzende element.
brandt als een
element in boostmodus is.
Boostmodus wordt na ongeveer 15 minuten continue
werking automatisch gedeactiveerd en kan eventueel
opnieuw worden geactiveerd.