Inbedrijfname
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Klimaatzone 1 ... 90 ... 255: klimaatzone van de installatieplaats conform de
kaart ( afb. 43 en 44 aan het einde van het document).
▶ Zoek de locatie van de installatie op in de kaart met de kli-
maatzones en stel de waarde van de klimaatzone in.
Min. warm-
UitWarmwateropwarming door de warmtebron onafhankelijk
watertemp.
van de minimale warmwatertemperatuur
15 ... 45 ... 70 °C: de regeling registreert of een energierende-
ment aanwezig is en of de opgeslagen warmtehoeveelheid voldo-
ende is voor de warmwatervoorziening. Afhankelijk van deze
beide grootheden verlaagt de regeling de gewenste warmwater-
temperatuur die door de warmtebron moet worden gegen-
ereerd. Bij voldoende zonne-opbrengst komt zo het
naverwarmen met de warmtebron te vervallen. Wanneer de hier
ingestelde temperatuur niet wordt bereikt, dan volgt opwarmen
van warm water door de warmtebron.
Zonne-invlo-
Uit: zonne-invloed uitgeschakeld.
ed cv-
– 1 ... – 5 K: zonne-invloed op de gewenste kamertemperatuur:
circ.1 ... 4
bij een hoge waarde wordt de aanvoertemperatuur van de stook-
lijn overeenkomstig verlaagd, om een grotere passieve zonne-
opbrengst door de vensters van het gebouw mogelijk te maken.
Tegelijkertijd wordt daardoor het pendelen van de temperatuur
in het gebouw verminderd en het comfort verbeterd.
• Verhoog de zonne-invloed van het cv-circuit ( – 5 K = max.
invloed) wanneer het cv-circuit ruimten verwarmt die grote
vensteroppervlakken gericht op het zuiden hebben.
• Verhoog de zonne-invloed van het cv-circuit niet wanneer het
cv-circuit ruimten verwarmt die kleine vensteroppervlakken
gericht op het noorden hebben.
Reset zonne-
Ja: zonneopbrengst op nul terugzetten.
opbrengst
Nee: geen verandering
Reset zon-
Ja: reset de kalibratie van de zonne-optimalisatie en start opnie-
neoptimal.
uw. De instellingen onder Zonne-opbrengst/optimalisatie blijven
ongewijzigd.
Nee: geen verandering
Gew.temp.M
Uit: regeling op een constant temperatuurverschil tussen collec-
atchF.
tor en boiler (Match Flow).
35 ... 45 ... 60 °C: Match-Flow (alleen in combinatie met toerent-
alregeling) is bedoeld voor het snel opwarmen van de boilerkop
tot bijvoorbeeld 45 °C om naverwarmen van het drinkwater door
de warmtebron te voorkomen.
Glycolgehalte 0 ... 45 ... 50 %: voor een correcte werking van de warmtehoe-
veelheidsmeter moet het glycolgehalte van de zonnevloeistof
worden ingevoerd (alleen met Warmtetelling (L)).
Tabel 13 Zonne-opbrengst/optimalisatie
Omladen
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Omladen inschakel-
6 ... 10 ... 20 K: wanneer het hier ingestelde verschil tus-
vers.
sen boiler 1 en boiler 3 wordt overschreden en aan alle in-
schakelvoorwaarden is voldaan, is de boilerlaadpomp
tussen de boilers actief.
Omladen uitscha-
3 ... 5 ... 17 K: wanneer het hier ingestelde verschil tussen
kelversch
boiler 1 en boiler 3 wordt onderschreden, is de boilerlaad-
pomp tussen de boilers uit.
Insch.versch. ver-
6 ... 20 K: wanneer het verschil tussen de gemeten tempe-
schilreg.
ratuur aan de warmtebron (TS14) en de gemeten tempe-
ratuur aan het koellichaam (TS15) boven de ingestelde
waarde ligt, is het uitgangssignaal actief (alleen met Tem-
peratuurverschilregeling (M)).
140
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Uitsch.versch. ver-
3 ... 17 K: wanneer het verschil tussen de gemeten tempe-
schilreg.
ratuur aan de warmtebron (TS14) en de gemeten tempe-
ratuur aan het koellichaam (TS15) boven de ingestelde
waarde ligt, is het uitgangssignaal uit (alleen met Tempe-
ratuurverschilregeling (M)).
Max.brontemp.ver-
13 ... 90 ... 120 °C: wanneer de temperatuur aan de ketel
schilreg.
de hier ingestelde waarde overschrijdt, dan schakelt de
temperatuurverschilregelaar uit (alleen met Temperatu-
urverschilregeling (M)).
Min. brontemp. ver-
10 ... 20 ... 117 °C: wanneer de temperatuur aan de ketel
schilreg
de hier ingestelde waarde overschrijdt en aan alle inscha-
kelvoorwaarden is voldaan, dan schakelt de temperatuur-
verschilregelaar aan (alleen met
Temperatuurverschilregeling (M)).
Max.spaar-
20 ... 60 ... 90 °C: wanneer de temperatuur aan het koelli-
temp.verschilreg
chaam de hier ingestelde waarde overschrijdt, dan scha-
kelt de temperatuurverschilregelaar uit (alleen met
Temperatuurverschilregeling (M)).
Tabel 14 Omladen
Solar warm water
WAARSCHUWING:
Gevaar voor letsel door hete vloeistoffen!
▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven 60 °C zijn ingesteld of de
thermische desinfectie is ingeschakeld, moet een thermostatische
warmwatermengkraan worden geïnstalleerd.
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Warmwaterregel-
Toestel
ing actief
• Een warmwatersysteem is geïnstalleerd en wordt door
de ketel geregeld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Een warm-
watersysteem wordt door de ketel geregeld. Het 2e
warmwatersysteem wordt met een module MM 100
(codeerschakelaar op 10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat door de
ketel wordt geregeld.
Externe module 1
• Een warmwatersysteem is geïnstalleerd en wordt met
een module MM 100 (codeerschakelaar op 9) gere-
geld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Beide warm-
watersystemen worden door telkens een module
MM 100 (codeerschakelaar op 9/10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat met de ex-
terne module 1 (codeerschakelaar op 9) wordt geregeld.
Externe module 2
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Een warm-
watersysteem wordt door de ketel geregeld. Het 2e
warmwatersysteem wordt met een module MM 100
(codeerschakelaar op 10) geregeld.
• 2 warmwatersystemen zijn geïnstalleerd. Beide warm-
watersystemen worden door telkens een module
MM 100 (codeerschakelaar op 9/10) geregeld.
Thermische desinfectie, opwarmen en solaroptimalisatie
werken alleen voor het warmwatersysteem, dat met de ex-
terne module 2 (codeerschakelaar op 10) wordt geregeld.
MS 200 – 6721819173 (2020/02)