Publicité
MISE EN ROUTE DU SEMOIR
9
- Réglage de semis.
- Régler la profondeur de semis.
Les essais de profondeurs doivent-être réalisés au champ afin de pouvoir
ajuster les réglages. Des variations de profondeurs importantes peuvent-
être constatées dus aux conditions de terrain, aux jeux de fonctionnements,
à l'écrasement des différentes roues de l'élément, ...
- Régler le coutre et le chasse motte en e eurement de la surface du sol.
-Au travail, les parallélogrammes doivent être parall les au sol, vérifier l'aplomb.
-Ajuster la profondeur des enfouisseurs d'engrais.
-Régler la pression de roues de plombage.
-Régler la pression au sol par la manette ( positions possibles).
-Roue Pro Si sol trop humide, risque de remontées de graines.
-Bloc tasseur arri re ouvert et réglable. (réglage de l'inclinaison avec la manette
de gauche et réglage de la pression du bloc avec la manette de droite).
10
- Contr le de la population réelle
- Relever un bloc arri re du semoir.
- Semer superficiellement.
- Réaliser
m de semis.
- Compter le nombre de graines sur la distance de contr le adéquate.
distance (m)
inter-rang (m)
- Multiplier le résultat par
, pour conna tre la densité réellement semée.
- Une variation de
est admise en fonction de la charge du semoir et du
patinage des roues.
11
- Contr le des traceurs
- Vérifier le réglage des traceurs en mesurant l'inter-rang séparant deux allers-
retours.
- Régler l'intensité de marquage par l'inclinaison du disque marqueur.
12
- Réglage régularité de semis
- Réaliser le semis à vitesse réduite sur quelques m tres.
- Découvrir
graines avec une r gle.
- Mesurer la distance les séparant.
- Diviser le résultat par
pour obtenir la moyenne de distance entre graines
réelle.
- Une variation de
est admise par rapport à la distance correspondant à la
densité réelle calculée en étape
.
INBETRIEBNAHME DER SÄMASCHINE
9
- Einstellung der Aussaat.
- Einstellen der Tiefe de Aussaat.
Die Tiefentests müssen auf dem Feld erfolgen, damit man die Einstellungen
justieren
kann.
Große
Tiefenschwankungen
Geländebedingungen, Lagerspielen, Quetschen der einzelnen Räder usw.
auftreten.
- Einstellen von P ugmesser und
Boden äche.
- Beim Arbeiten müssen die Parallelogramme parallel zum Boden sein.
- Die Tiefe der Düngereinbringer justieren.
- Den ülldruck der Räder einstellen.
- Den Bodendruck mit dem Hebel einstellen ( mögliche Positionen).
- PRO-Rad Wenn der Boden zu feucht ist, könnte das Saatgut aufgehen.
- Hintere Stopfeinheit, offen und einstellbar. (Einstellung der Neigung mit dem
linken Hebel und Einstellung des Blockdrucks mit dem rechten Hebel).
10
- ontrolle der realen Population
- An der Ober äche säen.
-
m aussäen.
- Die urche öffnen, um das Saatgut auszumachen.
- Die Anzahl der örner auf dem jeweiligen ontrollabstand zählen.
Abstand (m)
Reihenabstand (m)
- Ergebnis mit
multiplizieren, um die tatsächlich gesäte Dichte zu erhalten.
- Eine Abweichung von
ist je nach Last der Sämaschine und Schlupf der Räder
zulässig.
11
- ontrolle der Tracer
- Einstellung der Tracer durch Messen des Reihenabstands zwischen zwei Hin-
und Herfahrten prüfen.
- Einstellen der Intensität der Markierung durch Neigen der Markierscheibe.
12
- Einstellung der Gleichmäßigkeit der Aussaat
- Aussaat bei reduziertem Tempo über ein paar Meter vornehmen.
-
örner mit einer Lehre abdecken.
- Die Distanz zwischen ihnen messen.
- Ergebnis durch
dividieren, um den realen Mittelwert der Distanz zwischen
örnern zu erhalten.
- Eine Abweichung von
gegenüber der Distanz, die der in Schritt
Dichte entspricht, ist zulässig.
können
aufgrund
lutenräumer mit leichter Berührung der
errechneten
STARTING UP THE SEED PLANTER
9
- Sowing adjustment.
- Set the sowing depth.
Depth tests must be carried out in the field to be able to adjust the settings.
Significant variations in depth can be observed due to ground conditions,
operating play, crushing of the various wheels of the unit, ...
- Adjust the coulter and clod repeller by grazing the surface of the ground.
- When working, the parallelograms must be parallel to the ground, check for
plumbness.
- Adjust the depth of the fertiliser injectors.
-Pressure
adjustement positions.
-Pro Wheel if the soil is too wet, the Pro Wheel may lift up seeds from the furrow
to the surface.
-Set rolling and closing distance and pression of the rear wheel unit. (right hand
level, adjustment of the unit pressure on the ground
of the slope of the wheels).
10
- Control of the actual population
- Sow superficially.
- Carry out
m of sowing.
- Open the furrow to locate the seeds
- Count the number of seeds on the appropriate control distance.
distance (m)
,
row spacing (m)
- Multiply the result by ,
- A variation of
is permissible depending on the seed planter load and wheel
slippage.
11
- Checking the furrowers
- Check the setting of the furrowers by measuring the row spacing between two
return trips.
- Adjust the marking intensity by tilting the marker disc.
12
- Sowing uniformity setting
- Sow at reduced speed over a few metres.
- Uncover
seeds with a ruler.
- Measure the distance between them.
- Divide the result by
to obtain the actual average seed distance.
- A variation of
is permissible from the distance corresponding to the actual
density calculated in step
OPSTARTEN VAN DE ZAAIMACHINE
9
- aadafstelling.
- Regel de zaaidiepte.
De dieptetesten moeten op het veld uitgevoerd worden om de instellingen
von
te kunnen bijstellen. Er kunnen aanzienlijke dieptevariaties vastgesteld
worden omwille van de terreinomstandigheden, de werkingsspelingen, de
slijtage van de verschillende wielen van het element, ...
- Stel het raakvlak van de kouter en de kluitenruimer gelijk met de bodem.
- Tijdens het werken moeten de parallellogrammen parallel staan met de bodem,
controleer de loodrechte stand.
- Regel de diepte van de meststofingraving.
- Regel de druk van de plomberingswielen.
- Regel de bodemdruk aan de hand van de hendel ( mogelijke standen).
- Pro-wiel Bij te vochtige bodem, risico op het opstijgen van zaden.
- Achterste open en regelbaar aandrukblok. (Afstelling van de helling met de linkse
hendel en afstelling van de druk van het blok met de rechtse hendel).
10
- Controle van de werkelijke populatie
- aai oppervlakkig.
- aai
meter.
- Open de voor en markeer de zaden
- Tel het aantal zaden over de geschikte controleafstand.
afstand (m)
rijspreiding (m)
- Vermenigvuldig de resultaten met
kennen.
- Een afwijking van
is toegestaan in functie van de lading van de zaaimachine
en het doorslippen van de wielen.
11
- Nazicht van de markeur
- Controleer de instelling van de markeurs door het meten van de scheiding tussen
twee banen heen-terug.
- Regel de markeurintensiteit aan de hand van de helling van de markeurschijf.
12
- Afstelling van de regelmaat van het zaaisel
- aai enkele meters tegen beperkte snelheid.
- Ontdek
zaden met een regel.
- Meet de onderlinge afstand.
- Deel het resultaat met
zaadafstand.
- Een afwijking van
is toegestaan in verhouding tot de afstand die overeenkomt
met de werkelijke dichtheid in stap
left hand level, adjustment
to know the density sown.
.
om de werkelijk gezaaide dichtheid te
voor het bekomen van de werkelijke gemiddelde
.
10
57
Publicité
